Koerden feesten in Diyarbakir.
Opinie -

Het Koerdische vredesproces: R.I.P.

De noodzaak van een vredesinitiatief om Koerden en Turken voor een catastrofe te behoeden is groot. Maar dat moet dan een vredesproces worden waarbij vrede voorop staat en niet de ambities van Erdogan.

vrijdag 31 juli 2015 13:17
Spread the love

Het in 2012 door de Partij voor Gerechtigheid en Ontwikkeling (AKP) geïnitieerde Koerdische vredesproces leidde tot veel positieve reacties. Logisch, want roep na 35 jaar aanslagen en militair geweld ‘vrede’ en het moet raar lopen om geen bijval te krijgen. Ik ken een overtuigde medestander van de Republikeinse Volkspartij (CHP) die bereid was voortaan AKP te stemmen mocht die partij het klaarspelen een duurzame vrede te bewerkstelligen.  

Toch waren er vanaf het begin ook sceptici, en het moet gezegd dat ik
daartoe behoorde. Ik hoopte dat mijn pessimisme misplaatst was, want
vrede staat voorop. Dat ik toch een slag om de arm hield kwam door
mijn wantrouwen jegens de AKP en haar intenties.

Tot 2007-2008 was ik gematigd enthousiast over de AKP, maar dat
veranderde door het destijds onder die partij op gang gekomen
Ergenekon-proces. Dat bij dit door de regering gesteunde tribunaal
journalisten werden vervolgd op basis van vervalste bewijzen kon ik
niet rijmen met de democratie die Turkije heet te zijn.

Vervolgens gebeurde er niets dat mijn vertrouwen in de AKP kon
herstellen. In plaats daarvan werden mijn bedenkingen alleen maar
bevestigd door repressie via censuur en buitenproportioneel
politiegeweld.

Presidentieel systeem

Dat wantrouwen verklaart waarom ik me veel kon voorstellen bij
kritische geluiden waarin de AKP het vredesproces aanging om de
Koerden voor zich te winnen. Hun steun aan de partij moest zaken
mogelijk maken als een nieuwe grondwet, waarmee de AKP nog meer
macht naar zich toe kon trekken dan ze al had. Het streven van
president Erdogan naar een presidentieel systeem, dat hem met veel
volmachten tot een soort gekozen sultan zou maken, was daar een
belangrijk onderdeel van.

De AKP eiste veel, maar bood weinig. PKK-strijders moesten zich zo
snel mogelijk terugtrekken van hun posities en hun wapens inleveren.
Op zich niet verkeerd als het om het bereiken van vrede gaat, maar de
AKP wilde in ruil daarvoor niet verder gaan dan culturele rechten
voor de Koerden. Zelfs de meest lichte vorm van autonomie, via
gedecentraliseerd bestuur, zat er niet in.

De ontwikkelingen sterkten mij in mijn overtuiging dat ik het eerst
allemaal moest zien gebeuren met het vredesproces voordat ik in alle
euforie meeging.

Kobani

Erdogans manoeuvre om de Koerden massaal voor de AKP te winnen liep
vast in zijn catastrofale Syrië-beleid. Nadat de regering koeltjes
en goedkeurend had toegezien hoe de Koerdische stad Kobani in
Noord-Syrië door IS werd ingenomen, hadden veel Koerden het gehad
met de AKP.

Zelfs religieuze Koerden die eerder AKP stemden lieten de partij in
de steek en stapten over naar de pro-Koerdische Democratische
Volkspartij (HDP). Met die ontwikkeling geconfronteerd nam Erdogan
voorafgaand aan de verkiezingen van 7 juni afstand van het
vredesproces in een poging stemmen bij de ultranationalistische
Partij van de Nationale Beweging (MHP) los te peuteren. Aldus
trachtte hij te voorkomen dat de AKP dusdanig stemmenverlies zou
lijden dat de partij haar meerderheid in het parlement kwijtraakte.

Het mocht niet baten, want de HDP haalde met 13 procent de
kiesdrempel. Daarmee was het niet alleen gedaan met de jarenlange
meerderheid van de AKP in het parlement, maar kwam ook een virtueel
einde aan het vredesproces, dat nu op sterven na dood is.

Immuniteit

Dwars door alle Koerdische frustratie over het vredesproces besloot
de PKK om weer aanslagen te plegen. Een faliekant fout besluit, en
niet alleen omdat geweld extreem zelden tot een positief gevolg
leidt. Daarnaast verstevigt de PKK zo Erdogans argumenten om,
voorafgaand aan de herverkiezingen waar hij op aanstuurt, wraak te
nemen op de HDP. Het eerste signaal in die richting was de weigering
van de AKP om de HDP uit te nodigen voor een bijeenkomst met de
oppositiepartijen over de ontwikkelingen in Irak en Syrië. Daar
bleef het echter niet bij.

Erdogan wil de parlementaire immuniteit van
HDP-volksvertegenwoordigers opheffen, zodat de weg vrij ligt naar hun
vervolging. Ze lieten er bij de AKP geen gras over groeien, want de
partij diende een strafklacht in tegen de HDP bij het Hoger
Beroepshof (Yargitay), dat daarop een onderzoek begon.

De beschuldiging is een oude bekende: ‘banden met een
terroristische organisatie.’ Menig publicist is al vervolgd op
basis daarvan.

Niemand kan ontkennen dat de HDP banden heeft met PKK-kringen. Al is
het maar omdat PKK-strijders en HDP-betrokkenen vaak uit dezelfde
dorpen komen en elkaar daardoor kennen. Maar maakt dat de HDP ook
medeplichtig aan de aanslagen van de PKK? Dat HDP-leider Selahattin
Demirtas vorige week nog een beroep deed op de PKK om zich koest te
houden wijst op het tegenovergestelde.

Ironisch genoeg ontwikkelde de AKP tijdens de besprekingen in het
kader van het vredesproces zelf banden met PKK via haar oprichter
Abdullah Öcalan. De anti-Koerdische Partij van de Nationale Beweging
(MHP) beschuldigde de AKP daar een paar maanden geleden ook nog van.
Nu zul je MHP-leider Devlet Bahceli daar natuurlijk niet meer over
horen, want hij vindt het maar al te mooi dat de AKP
HDP-parlementariërs wil vervolgen. De AKP kan dan ook op de steun
van de MHP rekenen bij het opheffen van hun onschendbaarheid.

Zelf zou Bahceli het liefst zien dat de HDP buiten de wet wordt
geplaatst, maar de wijziging van de grondwet uit 2010 maakt dat
onmogelijk. Die aanpassing kwam er in eerste instantie om de AKP te
beschermen, maar nu kan Erdogan niet anders dan daaraan vast te
houden.

Burgeroorlog

Met de steun van de MHP is vervolging van de HDP-leiding echter een
reële mogelijkheid. Geen best vooruitzicht als teruggedacht wordt
aan wat in 1994 gebeurde. De onschendbaarheid van vier
volksvertegenwoordigers van een voorloper van de HDP, de
Democratische Partij (DEP), werd toen opgeheven, waarna zij tot
gevangenisstraf van tien jaar werden veroordeeld. Dit was destijds
een van de belangrijkste redenen waarom de PKK het geweld opvoerde,
wat er zeker toe bijdroeg dat de burgeroorlog uit die jaren
voortduurde. Een dergelijke escalatie dreigt nu wederom.

Erdogan & Co. zullen zich van dit gevaar weinig aantrekken. Met
het oog op nieuwe verkiezingen geldt voor hen dat de HDP tegen iedere
prijs afgebrand moet worden. Daartoe wordt alles uit de kast gehaald.
Zo wil AKP-vicevoorzitter Süleyman Soylu om nog een andere reden dat
de immuniteit van Demirtas wordt opgeheven.

Demirtas zei voorafgaand aan de verkiezingen dat de AKP een
‘fraudeteam’ had gevormd onder leiding van Soylu. Daarmee
overschreed Demirtas volgens Soylu de ‘grenzen van de vrijheid van
meningsuiting.’

Zo tracht de AKP dus nog een basis tot vervolging van Demirtas te
creëeren. Als ze daar niet uitkijken komt de HDP-leider nog in een
slachtofferrol terecht, wat zeker averechts kan uitwerken. Dat moet
Erdogan als geen ander begrijpen. De vier maanden gevangenisstraf die
hij in 1999 uitzat voor het citeren van een islamistisch getint
gedicht droeg immers zeker bij aan de opkomst van zijn AKP.

Bahceli

Momenteel vinden er (nog) coalitiebesprekingen plaats tussen de AKP
en de CHP. De kans dat die tot een nieuwe regering leiden wordt met
het offensief van de AKP tegen de HDP echter nog kleiner dan ze al
waren. Dat de CHP zich in een parlementaire commissie over de recente
IS- en PKK-aanslagen aan de kant van de HDP schaarde, en zo tegenover
de AKP en de MHP kwam te staan, is veelzeggend over de verhoudingen.

Die verhoudingen tonen verder dat de afstand tussen de AKP en de MHP
kleiner is geworden. Daarbij valt op dat het presidentieel paleis in
Ankara onlangs door een aantal MHP-parlementariërs werd bezocht. Zo
leek een einde te zijn gekomen aan de (ook door CHP en HDP gevolgde)
boycot van het controversiële bouwwerk door de MHP.

Bahceli sprak dat laatste tegen. Volgens hem bezochten zijn
partijgenoten het paleis als leden van het parlement en niet namens
de MHP. Klonk weinig overtuigend en kan als een aanwijzing beschouwd
worden dat Bahceli in tegenstelling tot eerder nu wel tot een
coalitie met de AKP bereid is. Erdogan lijkt zijn zinnen echter nog
altijd op nieuwe verkiezingen te hebben gezet.

Laconiek

HDP-leider Demirtas reageerde laconiek op de onderneming van de AKP
om zijn immuniteit op te heffen. Hij zei daar niet bang voor te zijn
en stelde voor om de onschendbaarheid van alle tachtig leden van de
HDP-fractie te beëindigen.

Demirtas daagde de andere partijen uit hetzelfde te doen. Dat was
uiteraard ook aan de AKP gericht, waarmee hij duidelijk verwees naar
een mogelijk nieuw onderzoek over corruptie binnen die partij. Kort
daarop diende de HDP daartoe ook een motie in binnen het parlement.
Interessant om te zien hoe de MHP daarop zal reageren, want Bahceli
trok eerder fel van leer tegen over de corruptie binnen de AKP.

Verder liet Demirtas zich uitgebreid interviewen, om daarbij zijn
visie te geven op de mislukking van het vredesproces. Het begon
volgens hem fout te gaan met de weigering van de AKP om een
wettelijke basis te bieden voor het terugtrekken van de
PKK-strijders, waarna de aanleg van nieuwe politieposten in Zuidoost
Turkije voor meer argwaan aan Koerdische zijde zorgde.

Volgens Demirtas was het echter Erdogan die het vredesproces de
genadeslag gaf. Toen de president merkte dat de AKP stemmen verloor
aan de HDP trok hij de stekker eruit. De eerder beschreven opstelling
van Erdogan voorafgaand aan de verkiezingen, die toen met het
ontkennen van het Koerdische probleem toen MHP-taal bezigde,
illustreert dat Demirtas het in ieder geval op dit punt aan het
rechte eind heeft.

Vicepremier Yalcin Akdogan pareerde de volgende dag door de HDP
verantwoordelijk voor te houden voor het falen van het vredesproces.
De HDP offerde die kans op vrede naar zijn mening op om de
kiesdrempel te halen en als partij tot het parlement door te kunnen
dringen. Wanneer de HDP braaf het presidentieel systeem voor Erdogan
had gesteund was er volgens Akdogan geen einde aan het vredesproces
gekomen.

Geen onverwachte uitspraken van Erdogans trouwe vazal. Dat het
vredesproces zoals we dat de laatste jaren hebben gezien niet in
aanmerking komt voor een herstart, staat echter als een paal boven
water.

Noodzaak

Tegelijkertijd is de noodzaak van een vredesinitiatief om Koerden en
Turken voor een catastrofe te behoeden echter levensgroot. Maar dat
moet dan een vredesproces worden waarbij vrede voorop staat en niet
de ambities van Erdogan.

Erdogans streven naar nieuwe verkiezingen is gebaseerd op de hoop dat
de AKP onder chaotische omstandigheden naar voren komt als de enige
partij die stabiliteit kan bieden. Hij onderschat echter de wens
onder de bevolking naar de vrede die hij de rug heeft toegekeerd.
Daarom kan een herverkiezing ook neerkomen op een referendum over het
vredesproces, waarbij Erdogan zich venijnig in de vingers snijdt.

Als ik in de schoenen van Demirtas stond zou ik geen gelegenheid
voorbij laten gaan om me van de PKK te distantiëren…

Peter Edel is schrijver van De diepte van de Bosporus, een politieke
biografie van Turkije (2012, Uitgeverij EPO, Antwerpen)

take down
the paywall
steun ons nu!