“Ik schreef vroeger heel graag, maar ik had nooit de intentie om later iets met journalistiek te doen”, steekt Kamal Kharmach van wal. “Waar ik wel altijd geboeid in was, was het maatschappelijke errond. Daarom ben ik bij StampMedia beginnen schrijven. Als jongere wilde ik zeggen wat er op mijn lever lag, en dat deed ik door opiniestukken te schrijven. Zo kon ik creatief bezig zijn.”
Zo ontwikkelde Kamal zijn politieke voelsprieten. “Het was voor mij een manier om mijn frustraties te ventileren. Toen ik zestien jaar was, merkte ik op dat er veel racisme in de samenleving bestond. Ik zag dat er problemen en uitdagingen waren. Dat kon ik dan van me afschrijven in die columns. Hoeveel zestienjarigen kunnen zeggen dat ze in de krant hebben gestaan, niet als geïnterviewde of als verdachte, maar als schrijver?”, lacht Kharmach.
Lof der Zotheid
Enkele jaren later deed Kharmach een carrièreswitch. “Hoe je je informatie verpakt, is heel belangrijk. Vroeger schreef ik columns, maar de impact daarvan bleef beperkt. Nu ik stand-upcomedian ben, betalen ze zelfs om naar mij te luisteren! De enige voorwaarde voor de toeschouwers is dan wel dat ze kunnen lachen”, meent Kamal.
Kharmach haalt de mosterd bij Desiderius Erasmus. “Met zijn Lof der zotheid toonde hij aan dat grappen die verteld worden een onderliggende boodschap hebben. Ook in comedy zit een kern van waarheid. En die zegt vaak veel over de samenleving.”
Het blijft voor Kharmach een zoektocht naar het evenwicht tussen een portie maatschappijkritiek en het publiek meekrijgen. “Dat is het dilemma van elke komiek. Eigenlijk ben ik econoom van opleiding – ik zou even goed in een bank kunnen gaan werken. Maar ik zou niet willen werken in functie van het verrijken van een select clubje”, vertelt hij.
Zwervers
De minderbedeelden ontgaan hem inderdaad niet. Hij wijst ons op een man die rondzwerft door de straten. “Zonet haalde hij uit de vuilbak een beker. Daarmee is hij aan een tafeltje gaan zitten. Ik vind dat absurd – wat maakt het nu uit of er een beker van Starbucks voor zijn neus staat of niet? Ik snap dat dit een bedrijf is, maar moet hij dan echt zijn hand in een vuilbak steken en een hele leugen opbouwen om hier te mogen zitten? Er zit hier bovendien niemand! We verplichten zwervers om te liegen. Ochot.”
Er is volgens Kharmach nog veel werk aan de winkel. “In plaats van Marokkaanse cultuur en Vlaamse cultuur zouden we moeten werken aan een gedeelde cultuur. Niet als enige cultuur, maar wel als een volwaardige. En dat is er niet. In Nederland wel: kijk maar naar Ali B. Die is jaren vooruit! Met het feest van de troonwisseling was het Ali B die optrad. Dat was dus het grootste Nederlandse feest in jaren, en daar staat een Marokkaanse rapper op het podium. Op het hoofdpodium! Dan zijt ge gezond aan het samenleven. Dat is bij ons nog niet het geval.”
Al zijn we op de goede weg. “Ik merk een positieve evolutie. Adil (El Arbi, nvdr) maakte een groot verschil met zijn deelname aan ‘De Slimste Mens’. Ineens keken anderhalf miljoen mensen naar een Marokkaan op televisie. Volgens mij hebben Vlamingen en Marokkanen stilaan wel door dat ze samen verder moeten, en af en toe moet iemand dat eens luidop zeggen. Comedy laat ons toe die boodschap over te brengen, en er samen eens met te lachen”, besluit hij.
© 2015 – C.H.I.P.S. StampMedia / Mediaraven – Annemie Vermeulen