Onlangs kreeg ik een brief van de RVA (Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening). Ik weet niet of het de ongewone hitte was of de teneur van de brief maar in elk geval voelde ik me plots zwak op mijn benen staan. Eer ik helemaal gevloerd zou worden, besliste ik het epistel neer te leggen en er niet langer aandacht aan te besteden. Vandaag neem ik het terug op en zal er via deze blog op reageren.
De brief begon op een nogal gebiedende wijs met 'Mijnheer'. Niet vooraf gegaan met het beleefde 'Beste' of 'Geachte', nee onmiddellijk naar de keelgrijpende, ambtenaarlijke droogte. Mij werd gemeld dat volgens de gegevens van de RVA, ik een uitkering kreeg en indien ik deze uitkering wenste te behouden, ik moest bewijzen dat ik wel actief op zoek was naar een schaars product, werk.
Ik kreeg uitgelegd dat bij mijn statuut een heleboel plichten paste. Zo was ik verplicht een passende (nogal een vage omschrijving) dienstbetrekking of opleiding te aanvaarden. Daarnaast moest ik verplicht actief naar werk zoeken door te solliciteren, mij in te schrijven in alle mogelijke interim-bureaus en aangepaste websites, deel te nemen aan tewerkstellingssalons en - beurzen, geregelde individuele gesprekken met ter zake opgeleide VDAB-consulenten hebben, en nog veel meer modelerende handelingen te ondergaan. De brief bevatte een opsomming ter grootte van een paar A4 bladzijden aan plichten en een gekleurde, waarschijnlijk vrij dure, brochure.
Ziehier mijn respons.
Beste mevrouw van de RVA,
Ten eerste wens ik u te laten weten dat ik al een poosje op zoek ben naar een gepaste job maar er niet in slaag één te vinden, u hoeft mij dus echt niet te verplichten of op te jagen. Ik ben niet overtuigd dat iedere soort arbeid een gepaste job is, maar gezien de zeer lage uitkering die ik krijg om te overleven, ben ik me zeer bewust dat ik wel iets zal moeten doen om geld in het laatje te krijgen. Misschien iets in de bankenwereld proberen. Dan moet ik me ethisch wel met diefstal verzoenen, maar ja 'à la guerre comme à la guerre'. Gelukkig heb ik nog een moestuintje waar ik enkele maanden per jaar van kan eten en nog wat spaargeld om te overleven, want ook zonder werk en weinig geld moet de maag gestild worden.
Ten tweede, mevrouw, vraag ik me af of u wel beseft dat u meewerkt aan een ambtenarensysteem dat van de overheid de opdracht krijgt om de spreekwoordelijke 'vijs' aan te spannen. De overheid wenst te bezuinigen op allerhande uitkeringen (men kan niet de banken, bedrijven én het volk plezieren) en schakelt u en uw dienst in om zoveel mogelijk mensen een slecht rapport te geven over hun 'werk-zoekgedrag'. Dit alles om te legitimeren dat de overheid hun (overlevings)uitkering afneemt. Als bezuinigings- en disciplineringmaatregel kan dit tellen. Menig totalitair ideoloog zou voor minder een priapisme krijgen en euforisch glunderend de dag beleven. Importeer eens wat Griekse toestanden, dan krijgen we een warm Europees gevoel. Waarschijnlijk bent u, mevrouw, na uw werkuren een zeer aangename vrouw. Loopt u in het park met uw kinderen. Lacht u, speelt u, geniet u van de zon en van het leven. Maar tijdens uw werkuren bent u strikt, onmenselijk strikt soms. Mensen hun uitkering afnemen is wellicht niet fijn, maar het is een must, "it comes with the job"! Het risico dat zo een strikte ambtenarenmentaliteit tot ongewenste sociale effecten zoals armoede, (psychische) ziekte(n), individuele krenking, (auto)geweld, enzovoort bij de bevolking leidt, is niet denkbeeldig. Maar ja, 'Wir haben es nicht gewusst' hé. U doet ook maar uw job, nietwaar?
Om te eindigen mevrouw, wou ik u nog over twee zaken informeren. Het eerste betreft de stelling van Rutger Bregman, Nederlands historicus, auteur en journalist, en Guy Standing, Brits professor in ontwikkelingsstudies. Zij beweren dat het respectievelijke Nederlandse en Britse[1] equivalent van de VDAB (uw Vlaamse dochteronderneming) niet kan bewijzen dat ze kosten-baten efficiënt is. Met andere woorden, de enige banen die ze ooit creëerden waren hun eigen banen. Deze kost wordt door belastingsgeld gedragen. Uw collega's en uzelf genieten met andere woorden van zeer duur gesubsidieerde banen. Hopelijk vergeet u uit dankbaarheid geen kaartje naar de Belgische bevolking te sturen wanneer u op vakantie bent. De overheid heeft er wel heel veel overheidsgeld voor over om de bevolking te disciplineren. Waarschijnlijk is dit de reden waarom professor Standing de Britse dienst voor werkzoekenden een 'verkwisting van belastingsgeld' noemt. Misschien kan u er tijdens één of andere teamdag eens over contempleren? Of misschien besteedt u de dag liever aan het inzicht verwerven over hoe u het ambtenaarschap en het mens-zijn kan combineren? Of hoe gaan die werklozen nu jobs vinden die er niet zijn? Of gaan er plichten gepaard met het ambtenaarschap? Of moet de VDAB kunnen bewijzen dat ze voor anderen dan zichzelf werk vinden? Of als je als ambtenaar geen hoofddoek mag dragen, is kebab tijdens de middagpauze dan wel toegelaten, niet ter zake maar wel grappig, nietwaar? Ten tweede mevrouw, krijg ik al langer dan drie maanden geen uitkering meer van de RVA. Zou u de vervelende, onjuiste gegevens die u en uw dienst over mij heeft, kunnen aanpassen alstublieft? Na drie maanden zou dit mogelijk moeten zijn, nietwaar? Of moet de overheid uw dienst in Bangladesh uitbesteden? Of de kwaliteit erop vooruit zal gaan, moet de toekomst uitwijzen, maar zeker is dat het de belastingbetaler minder zal kosten, en bezuinigen is toch de zin van het leven, nietwaar?
Hoogachtend
Patrick Dewals
[1] STANDING, G. (2014) A Precariat Charter. From Denizens to Citizens, London, Bloomsbury zie p.243-244