Reeds op de dag zelf van zijn eedaflegging toonde Alexis Tsipras zich een ander politicus dan Griekenland tot dan gewoon was. Hij legde bloemen neer op een monument van de gesneuvelden van het verzet tegen de Duitse nazi's (foto Kabinet Eerste Minister)
Analyse -

Bolivia en Ecuador tonen Griekenland dat verzet tegen het IMF loont

Griekenland staat niet alleen in zijn verzet tegen IMF-dictaten. De Lagardes van deze wereld probeerden ooit ook hun wil op te leggen in Latijns-Amerikaanse landen. In onder meer Bolivia en Ecuador vingen zij bot. De Europese linkerzijde kan daar inspiratie en kracht uitputten, zeker na de duidelijke NEE-stem van de Grieken.

maandag 6 juli 2015 14:06
Spread the love

Het economische ‘wonder’ van Bolivia

Op 9 juli 1985 stapt een
jonge VS-econoom en Harvard-professor in La Paz uit het vliegtuig. Deze
Amerikaan wilde met eigen ogen de economische crisis en de hyperinflatie in
Bolivia bestuderen. Zijn naam was Jeffrey Sachs en Bolivia zou zijn eerste ‘patiënt’
worden. Hij was naar het land uitgenodigd door David Blanco, een voormalig student
van hem die in de jaren zeventig nog minister van Financiën in Bolivia was
geweest.  

Succesvol econoom Sachs baseerde
zich deels op de shocktherapie-ideeën van Nobelprijswinnaar Milton Friedman en de
Washington-consensus van zijn Chicago-boys, die tijdens de Chileense dictatuur
van generaal Augusto Pinochet hun theorieën al ongehinderd hadden kunnen
toepassen, en deels op het werk van de Britse econoom John Maynard Keynes, die
aan de overheid een belangrijke rol toebedeelde in het economische leven.  

In zijn boek The
end of poverty
 wijdt Sachs, nu VN-adviseur die een belangrijke rol
speelde in het vaststellen van de VN-Millenniumdoelstellingen, een hoofdstuk
aan de manier waarop hij de hyperinflatie van het Andesland Bolivia wist te
bestrijden. Hij fluisterde toen de pas verkozen president Víctor Paz Estenssoro
een shocktherapie in het oor en het ‘het wonder van Bolivia’ geschiedde.  

Met behulp van  minister
voor economische planning Gonzalo Sánchez de Lozada, ook een Chicago-boy die
achteraf president zou worden, ramde Paz Estenssoro het draconische decreet
21060 door de strot van de Boliviaanse bevolking. In de traditionele economische
literatuur wordt de interventie van Sachs als een ongelooflijk succesverhaal
van de vrije markt beschouwd, maar de sociale ravage was enorm.  

De steenrijke Sánchez de
Lozada werd in de jaren 1990 president en volgde het evangelie van de
Washington-consensus op de voet. Tijdens zijn eerste regeerperiode werden alle
staatsbedrijven in het uitstalraam geplaatst en voor weinig geld
geprivatiseerd. Sánchez de Lozada noemde het eufemistisch ‘gekapitaliseerd’.  

Het spectaculairste
voorbeeld van de straatreacties op deze privatiseringen was la guerra del agua (de
oorlog om het water) die in 2000 in de stad Cochabamba werd uitgevochten en die
onder meer via de Spaanse film Tambien la lluvia ook bekend
werd in Europa. Deze wateroorlog was tevens een mooi voorbeeld van de
solidariteit tussen organisaties en sociale bewegingen van het Zuiden en het
Noorden.  

Wereldbekende figuren zoals
de Indiase schrijfster Vandana Shiva en Danielle Mitterrand, weduwe van
François Mitterrand, trokken naar Cochabamba en ondertekenden de ‘verklaring
van Cochabamba’. In 2001 arriveerde Ignacio Ramonet van ATTAC – toen nog
hoofdredacteur van het gerenommeerde weekblad Le Monde Diplomatique –
in Santa Cruz de la Sierra, waar overgegaan werd tot de stichting van een
ATTAC-Bolivia.  

Sindsdien kunnen de
Bolivianen ook een Spaanse versie van Le Monde Diplomatique lezen. ‘In
de wereld wist men Bolivia niet eens liggen, maar Cochabamaba en de wateroorlog
was hun wel bekend geworden,’ zei woordvoerder Oscar Olivera. ‘Onze strijd
heeft aangetoond dat een goed georganiseerde bevolking multinationals kan
verslaan.’ Het is niet toevallig dat Pablo Iglesias en andere Spaanse
intellectuelen die achteraf Podemos zouden oprichten, met zeer aandacht gevolgd
hebben wat er in die periode in Bolivia is gebeurd. 

In 2002 kwam Sánchez de
Lozada – hij werd door de Bolivianen een gringo genoemd, omdat
hij slecht Spaans sprak met een zwaar Amerikaans accent – opnieuw aan de macht,
maar dat is hem zuur opgebroken, want hij had zonder de waard gerekend die toen
al Evo Morales heette.  

Amper een jaar later kwamen
de verbolgen Bolivianen op straat en dan moet je opletten, want dit volk heeft
een strijdtraditie van jaren. Tijdens de ‘zwarte woensdag’ van oktober 2003 vielen
meer dan zestig doden. Sánchez de Lozada vluchtte hals over kop naar de VS.  

Wat ging er vooraf aan de
opstand in Bolivia?



President Evo Morales van Bolivia (http://www.agenciabrasil.gov.br)

Het IMF wilde aan de
regering van Sánchez de Lozada alleen een lening toestaan, indien Bolivia zijn
begrotingstekort zou terugbrengen tot 5,5 procent van het BBP. Dat betekende 8
miljard euro besparen om van een tekort van 8,6 procent erug te vallen op 5,5
procent. Om het IMF en belangrijke donoren als Zweden, Duitsland en Denemarken
tevreden te stellen, ging Sánchez de Lozada over tot een unfaire directe
belastingmaatregel die vooral op de schouders van de zwaksten drukten.  

Sánchez de Lozada kreeg
hiervoor de bloedige rekening gepresenteerd. De centen voor deze loodzare
inlevering moesten, ook nu weer, exclusief opgehoest worden door de gewone
Bolivianen. Tussen 1985 en 2005 betaalde Bolivia 5,4 miljard dollar aan zijn
schuldeisers, wat neerkwam op 270 miljoen dollar per jaar.  

Er waren tijdens die zwarte
woensdag ook IMF-mandatarissen in La Paz aanwezig. Toen het straatgeweld
toenam, verlieten zij gauw het vijfsterrenhotel Plaza en vluchtten het land
uit. De volgende dag maakte het IMF bekend dat zij ‘de tragische gebeurtenissen
in Bolivia betreurden’, maar dat de internationale instantie bereid bleef
verder te onderhandelen met de Boliviaanse regering.  

Hun onschuldige handen
hadden alleen maar het recept aangereikt dat door anderen moest worden
toegediend. Geen vuiltje aan de lucht dus … totdat WikiLeaks uitpakte met
enkele geheime documenten van de Amerikaanse ambassade die in 2006, net na de
overwinning van Evo Morales, naar Washington werden gestuurd.  

“De neoliberale politiek
heeft voeding gegeven aan de groeiende politieke afkeer van de Boliviaanse arme
bevolking, die tot een sociale revolutie heeft geleid”, stond er in een van die
berichten. De Washington-consensus heeft dus in Bolivia als een boemerang
gewerkt en L’histoire se répète, nu
in Griekenland. 

In die dramatische jaren
trad een zekere Evo Morales op de voorgrond. Deze jonge inheemse  vakbondsleider was het product van
nieuwe sociale bewegingen (inheemsen, coca-kwekers, milieu- en
vrouwenbewegingen), die van onderuit en tegen de traditionele partijen in de
staatsmacht wisten te veroveren. Eind 2005 werd hij met 53 procent van de
stemmen tot president verkozen en in 2014 voor de derde keer met 63 procent. 

Op dit ogenblik is zeker nog niet alles rozengeur en maneschijn in Bolivia [1],
maar de laatste tien jaar is het land er economisch heel wat beter op geworden. Dat lees je ook in onverdachte
bronnen. In de New York Times verscheen een lovend artikel over het
macro-economisch beleid van Evo Morales dat als ‘voorzichtig’ werd bestempeld,
ook La Nación, het dagblad
van de Argentijnse oligarchie, titelde ‘Bolivia geeft de toon aan’. Het
programma Money van CNN schonk een gouden medaille aan Bolivia, dat fel
verbeterd is sinds 2005.  

Zelfs
het IMF, zich ogenschijnlijk van geen eigen kwaad bewust, feliciteerde in 2010
Bolivia voor de economische groei van 6,1 procent, een van de hoogste in
Latijns-Amerika. Dat Bolivia dat succes behaalt met een beleid dat haaks staat
op de economische recepten die het IMF vorige regeringen heeft aangepraat, is
blijkbaar een onbelangrijk detail voor deze wereldorganisatie. 

De
Economische Commissie voor Latijns Amerika en de Caraïben CEPAL berekende dat
de Boliviaanse economie in 2011 met 5,3 procent groeide, wat boven het
gemiddelde van heel Latijns-Amerika ligt. Bolivia heeft daarmee de lijn gevolgd
die Argentinië en Brazilië eerder insloegen.  

Die
landen betaalden hun schulden aan het IMF vervroegd terug, waardoor de
instelling geen mogelijkheden meer heeft om in Buenos Aires en Brasilia zijn
visie op het economisch beleid af te dwingen. Ook Ecuador onder president Rafael
Correa kon zich op een heel slimme manier van een groot deel van zijn schuldenlast
ontdoen. Bolivia wil dezelfde weg volgen. 

Het tweede voorbeeld: Ecuador

Wat
kunnen we in Europa nu leren van die recente ontwikkelingen in Latijns-Amerika?
De Ecuadoraanse president Rafael Correa gaf hierover in 2013 een conferentie aan
de Parijse Sorbonne [2]. Zijn vrouw
is een Belgische en Correa is daarom regelmatig privé in België en Frankrijk.  



President Rafael Correa (Fernanda LeMarie/Cancillería del Ecuador)

In
Parijs had Correa, zelf econoom van opleiding, een niet onbelangrijke boodschap
voor zijn Europese collega’s over hun beleid in verband met de schuldencrisis
onder de titel ‘Door schulden geplaagd Europa herhaalt onze fouten’.
Eerst
beschrijft Correa in algemene bewoordingen wat zich op zijn continent heeft
voorgedaan:  

“De
diepe budgettaire crises en buitenlandse schuld, veroorzaakt door de financiële
transfer van Latijns-Amerika naar zijn schuldeisers, heeft een aantal landen
van de regio, op instigatie van het IMF, verplicht een intentieverklaring te
ondertekenen. Die dwingende akkoorden maakten het mogelijk om nieuwe leningen
te verkrijgen, alsook een onderpand bij de onderhandelingen over de bilaterale
schulden met de schuldeisende landen, bijeengekomen in het kader van de club
van Parijs.”  

“De
structurele aanpassings- en stabilisatieprogramma’s hebben de klassieke
recepten van altijd opgelegd: budgettaire strengheid, verhoging van de prijzen
voor publieke diensten, privatisering, et cetera. Even zoveel maatregelen die
niet bedoeld waren om zo vlug mogelijk uit de crisis te geraken, noch om de
werkgelegenheid aan te zwengelen, maar om de terugbetaling van de uitstaande
schulden bij privébanken te garanderen.”  

“Per
slot van rekening bleven de betrokken landen met hun schulden zitten, niet meer
bij privébanken, maar bij internationale financiële organisaties, die de
belangen van de banken beschermen. De beschrijving van de crisis die Ecuador
heeft doorgemaakt zal waarschijnlijk bekend zijn aan heel wat Europeanen.”  

Minder
bekend misschien is dat Rafaël Correa en zijn regering steun hebben gekregen
van de organisatie KODEWES/CADTM (Comité voor
de Afschaffing van de Derde Wereld Schuld
)
waarvan
de Belgische historicus en politicoloog Eric Toussaint
een van de stichtende leden is. Dit is dus dezelfde Eric Toussaint die voor het
ogenblik meewerkt aan de Griekse waarheidscommissie over de schuld in Athene [3].
 

Toussaint
nam in Ecuador deel aan een commissie over de overheidsschuld (Comisión para la Auditoria Integral de la Deuda Pública – CAIC), gecreëerd door
Rafaël Correa, die vanaf 2007 Ecuadoraans president was. Hij gaf ook advies voor de oprichting van een
Baco del Sur (Bank van het Zuiden).  

Toussaint
is trouwens niet de enige Belg die goede contacten heeft met Ecuador. Ook
François Houtart, oprichter van het Centre
Tricontinental in Louvain-la-Neuve werkte achter de schermen aan ‘buen
vivir’(het
goede leven), één van de sleutelbegrippen in de nieuwe Ecuadoraanse grondwet. 

Ook
Michel Bauwens, stichter van de p2p movement, is een graag geziene gast in
Ecuador. Hij maakte deel uit van de Ecuador FLOK society (Free,
Libre, Open Knowledge) project, dat begin 2015 geleid heeft tot een
uitvoerig rapport Commons transitions Policy
Proposals for an Open Knowledge Society
.  

In zijn lezing aan
de Sorbonne  analyseerde Rafael
Correa als linkse latino en econoom
wat er in Europa staat te gebeuren. “De Europese Unie lijdt nu onder een
schuldenlast, veroorzaakt en uitgediept door neoliberaal fundamentalisme. Met
respect voor de soevereiniteit en onafhankelijkheid van alle regio’s ter
wereld, zijn wij toch verrast te moeten constateren dat Europa, eens zo
verlicht, op alle punten dezelfde fouten herhaalt die Latijns-Amerika in een
recent verleden heeft gemaakt.”  

“De Europese
banken hebben aan Griekenland geleend en beweren dat zij niet gemerkt hebben
dat het budgettair deficit drie keer groter was dan wat de staat beweerde. Hier
stelt zich opnieuw het probleem van de overborrowing,
maar men vergeet de keerzijde ervan, de overlending
te vermelden. Het is alsof het financieel kapitaal nooit aansprakelijk kan
worden gesteld.” 

Rafaël Correa
laat in zijn slotconclusie nogmaals de linkse stem van een deel van
Latijns-Amerika doorklinken: “U beschikt over alles: menselijk talent,
productiemiddelen en technologie. Ik denk dat men hieruit enkele belangrijke
conclusies kan trekken. Het gaat om een probleem van sociale coördinatie, van
een economische politiek van de vraag.” 

“Ook de
machtsverhoudingen binnen uw landen en op internationaal niveau zijn voordelig
voor het kapitaal en dat is de reden waarom de economische politiek die
toegepast wordt tegengesteld is aan wat sociaal wenselijk is. Murw geslagen
door de zogenaamd economische wetenschap en door de internationale
bureaucraten, gelooft een aantal burgers dat er geen alternatief is. Zij
vergissen zich.” 

Griekenland vond inspiratie in Bolivia en Ecuador

De boodschap
van Rafaël Correa is niet op een koude steen gevallen. Tsipras, Varoufakis en
een overdonderende meerderheid van de Grieken hebben gisteren, ondanks alle bedreigingen, de druk van de media en de chantage van de
schuldeisers NEEN gezegd tegen een hardvochtig Europa dat in de pas loopt van de
trojka, waarin vooral het IMF, meer nog dan de Europese commissie en de
Europese Centrale Bank de lakens uitdeelt.  

Griekenland
toont op haar beurt hoe de Lagardes van deze wereld op een democratische manier
moeten worden gecounterd. Zij gebruikten daarvoor het niet ongevaarlijke wapen
van het referendum, dat ook al zo vaak in Latijns-Amerika werd gebruikt door
Hugo Chávez, Evo Morales en Rafaël Correa, die telkens versterkt uit die
democratische testcases kwamen.  

Het is
natuurlijk een niet ongevaarlijk procédé omdat politici daardoor hun politiek
lot in handen leggen van de bevolking. Machtscenakels van het technocratische
IMF-type zijn als de dood voor volksraadplegingen. Lagarde deed het
ongetwijfeld in haar broek, maar ook machtspolitici zijn zeer koele minnaars
van referenda. Zij zweren bij de relatieve veiligheid van de representatieve
democratie.  

Om de burgers
meer mogelijkheden te geven dan alleen maar om de vijf jaar een stem uit te
brengen is het goed dat Groen-parlementslid Wouter Van Besien recent een
voorstel tot gewestelijke volksraadplegingen heeft ingediend. Bewegingen van
onderuit in kaart brengen, dat is een van de kerntaken van een werkelijke
participatieve democratie.  

Vandaag wijzen
de Grieken het IMF-dictaat af. Zij gaan met deze afwijzing terug naar de ‘polis’ [4],
naar de bakermat van de democratie. Zij zijn, zoals Rafaël Correa zei, niet murw
geslagen door de zogenaamd economische wetenschap en door de internationale
bureaucraten. Zij, als ervaringsdeskundigen, weten wat crisis betekent.  

De Grieken zijn
nu de latino’s van Europa geworden.
Who is next?

[1] Zie Pijnen van een pachakuti: het Bolivariaanse Experiment van Evo Morales.

[2] Zie Waarschuwing president Ecuador: “Door schulden geplaagd Europa herhaalt onze
fouten”
en hier

[3] Zie Onhoudbare leningen aan Grieken opgelegd alleen om Duitse en Franse banken te
redden
en Aan alle eerlijke journalisten die de publieke opinie echt willen informeren.

[4] Het Griekse woord ‘polis’ slaat op de gemeenschap van de stad, het dorp en de omgeving er rond.
Daarvan zijn de woorden ‘politiek’ en ‘politie’ afgeleid.

take down
the paywall
steun ons nu!