Naar aanleiding van de schorsing van de jongen die een
andere in zijn toevallige rol als scheidsrechter een dreun verkoopt maak ik
graag volgende kanttekening:
Het opstellen van charters, het in bescherming nemen van
mensen, het straffen van daders… het is een evidente reactie op dit uit de hand
gelopen voorval. Maar het is zeker geen oplossing: het is achter de feiten
aanlopen. Uiteraard moet er een signaal gegeven worden aan mensen die
buitensporig reageren om hen te tonen dat een gemeenschap niet kan functioneren
wanneer er geweld gebruikt wordt, maar wat wordt er daadwerkelijk gedaan om te
anticiperen op geweld? Geweld is een uiting van ontevredenheid en
frustratie: het 5 jaar schorsen zal de frustratie bij de jongen nòg groter
maken en waar moet hij naartoe als hij zelfs zijn sporttalent verliest en daarmee misschien wel enige
vorm van erkenning? Een jongen die zo’n bal van agressie in een gerichte dreun
uitdeelt geeft aan dat hij overloopt, dat het hem té veel is: het gebeurt helaas dagelijks en overal… is het wat er in extremis gebeurt met jongeren die zich
aansluiten bij bijvoorbeeld IS?
Welke opvang krijgt deze ontspoorde jongere? Zal een straf hem tot inzicht brengen of gaat het zijn frustratie en daarbij horende agressie alleen maar verhogen? Is het verantwoord een jongere alle schuld van zijn gedrag zélf te laten dragen? Het lijkt er op dat iedereen weer eens zijn kop in het zand steekt voor zijn eigen verantwoordelijkheid: waar komt immers dat gedrag vandaan? Hebben we als gemeenschap niet allemaal een stukje verantwoordelijkheid in de opvoeding van onze jongeren?
Hadden wij als ouders en volwassenen geen taak om onze kinderen normen en
waarden bij te brengen? Jongeren worden te vaak in een anoniem klimaat
grootgebracht, leven in een gezin waar conflict vaak reeds vanaf de geboorte
aanwezig is en ondervinden dat verbaal geweld ‘er bij hoort’. Er wordt gepleit om weerbaarheid te verhogen, om scheidsrechters op te leiden om te kunnen omgaan met geweld, alsof het een onvermijdelijk gegeven is. Met andere woorden: geweld en frustratie zullen pas worden aangepakt als het zich in concreto manifesteert.
De hoeveelheid prikkels die ook jongeren vandaag te verwerken krijgen is enorm en er wordt hen niet effectief
aangeleerd om rust en geluk in zichzelf te zoeken. Overal zijn speelhoekjes en animatie voorzien voor kinderen. Het is evident dat zij zich moeten kunnen uiten en zo natuurlijk mogelijk ontwikkelen, maar discipline is een deugd en waardevol als het op de juiste manier wordt aangeleerd. Wanneer je als
ouder aangeeft dat je kind naast je moet blijven zitten in plaats van in een
volle wachtzaal bij de dokter de speelhoek in te duiken, krijg je sowieso afkeurende
blikken van betuttelende medeburgers. Maar dit is een uitgelezen moment om een
kind te leren om prikkels te negeren, om in zichzelf te keren of waarom niet
zelf als ouder eens oprechte aandacht aan je kind te geven, een arm om hem heen te leggen of een zacht gesprekje te voeren. Waarom zijn deze kleine, warme
vriendelijke en noodzakelijke gebaren plots fout? Een kind dat nooit leerde
stil te zitten en naar binnen te keren zal vaak ook niet meer rustig
en geconcentreerd aandacht kunnen geven, kent zijn grenzen niet, kan niet omgaan met autoriteit. We labelen deze kinderen met concentratiestoornissen. Het zijn in het geval van de dreun op de scheidsrechter agressieve en gevaarlijke mensen die we uitspuwen. We vergeten onze verantwoordelijkheid: je kan niet geven wat je zelf
niet hebt gekregen.