Opinie

Feesten tussen lijken: barbarij en de oorlog tegen terreur

Teaser fallback community afbeelding
“Feestje gebouwd op resten dode jihadisten uit Verviers”, zo titelde De Standaard deze ochtend. Wanneer je een dergelijke titel leest, wrijf je eerst even in je ogen. Maar het staat er dus echt. En het vond echt plaats, zo meldde La Dernière Heure als eerste.

Na de autopsie op de lichamen van de verdachten die door de politie bij een antiterreuractie doodgeschoten werden in Verviers, werd een feestje gebouwd in de autopsieruimte. Terwijl de lijken er nog lagen. Er werd champagne gedronken. Er werden foto's getrokken. En verder wil je je niet voorstellen wat er gebeurt, wanneer dronken mensen een feest bouwen in de nabijheid van lijken.

Probeer je even in te denken wat dit betekent voor de families van de dood geschoten verdachten. Want ja, ook deze dood geschoten mannen waren iemands broer, iemands zoon of iemands geliefde. Na onder nog steeds duistere omstandigheden te zijn doodgeschoten door politiediensten, moest klaarblijkelijk een feestje gebouwd worden door de politie. En moesten de lijken nog geschonden worden ook.

Het zal maar je broer, je zoon, je geliefde zijn.

Abu Ghraib

Dit soort barbaarse praktijken zijn helaas geen uitzondering in de strijd tegen het terrorisme. Ze lijken er net een essentieel deel van uit te maken. In de winter van 2012 lekte een filmpje waarop te zien was hoe Amerikaanse mariniers urineerden op dode Afghanen.

We kennen de beelden uit Abu Ghraib, waar gevangenen naakt aan leibanden werden gehouden, geëlektrocuteerd en vernederd werden. Ook in die beruchte gevangenis werden lijken geschonden en moesten gevangen 'onaangepaste handelingen' verrichten met lijken.

We weten wat zich afspeelt in Guantanamo. We kennen de verhalen over waterboarding, de eenzame opsluitingen en de subtiele marteltechnieken van de Amerikaanse geheime diensten.

Nee, binnen de context van de strijd tegen het terrorisme kan je het voorval in Verviers helaas niet als uitzonderlijk beschouwen.

Opruimen

Wat ligt aan de basis van dat soort gedrag? Belangrijk deel van de oorzaak is een vertoog waarin terroristen en terrorismeverdachten ontmenselijkt worden. In de strijd tegen terrorisme verschijnt de terrorist (of wie beschuldigd wordt dat te zijn) niet meer als een mens, maar als een te vernietigen object. Een object dat, net omdat het geen mens meer is, buiten de orde van fundamentele rechten, normen en regels valt. Een mens die straffeloos kan gedood worden.

De politiek draagt hier op zijn minst een morele verantwoordelijkheid in. Het inzetten op een klimaat van angst en het verbaal spierballengerol leidt tot polarisering, tot daden en acties die niet langer in proportie staan met de reële dreiging.

Minister van Binnenlandse Zaken Jan Jambon zei na de dodelijke actie in Verviers “schitterend werk geleverd, proper opgeruimd”. Opruimen? Dat doe je met rommel, vuilnis, afval. Niet met mensen. En in welke zin het neerschieten van twee verdachten 'schitterend' of 'proper' kan zijn, is maar de vraag. Iedere dode verdachte is er altijd één te veel. Soms kunnen politiediensten niet anders. Maar daarom hoeft een actie die uitloopt op doden nog niet gecatalogeerd te worden als 'schitterend' of 'proper'.

Hoeft het te verbazen dat dan ook de lijken uiteindelijk als rommel aanzien kunnen worden? Rommel waartussen kan gefeest worden?

Keuze

Als het tragische voorval van Verviers ons iets duidelijk maakt, dan is dat we ons ernstig vragen moeten stellen over hoe we terrorisme zullen bestrijden. Willen de kant opgaan van de war on terror die al meer dan tien jaar niets dan meer terreur heeft voortgebracht?

Of zullen we het op een manier doen die past binnen een democratische rechtstaat?

Vandaag op de hoogte van de wereld van morgen?