Het
verhaal van Jayakumari Balendran is illustratief voor het lot dat
veel Tamils in de noordelijke en oostelijke provincies van Sri Lanka
ten deel valt. Haar oudste zoon werd in 2006 doodgeschoten door
“ongeïdentificeerde moordenaars” toen hij aan het werk was
in de kustplaats Trincomalee.
Daarop
moest Jayakumari vluchten naar Kilinochchi, het toenmalige
administratieve centrum van de Tamiltijgers. Drie jaar later, in mei
2009, kwam ook haar tweede zoon om het leven tijdens het bloedige
slotoffensief van de burgeroorlog.
Haar
derde en laatste zoon werd als kindsoldaat ingelijfd bij de
Tamiltijgers. Hij zou zich in dezelfde maand hebben overgegeven aan
het regeringsleger. Maar Jayakumari heeft niets meer van hem
vernomen, wat het ergste doet vermoeden in een land waar zulke
verdwijningen schering en inslag zijn.
Toen
ze protesteerde tegen zijn verdwijning, werd Jayakumari gearresteerd
en opgesloten in de Boosa-gevangenis, berucht om folterpraktijken. Na
de verkiezingen in januari 2015 en met het aantreden van de nieuwe
president Maithripala Sirisen kwam Jayakumari weer vrij.
Activisten
zagen hierin een teken dat er een tijdperk van meer veiligheid en
rechtvaardigheid was aangebroken. Helaas. Bij haar terugkeer ontdekte
ze dat haar huis geplunderd was. Ze plaatste haar dochter in een
religieuze gemeenschap (ashram) en verhuisde zelf naar een hut, het
enige wat ze zich als alleenstaande moeder kon veroorloven.
Oorlogsmisdaden
De
elementen die Jayakumari’s leven in de afgelopen tien jaar hebben getekend –
oorlog, verdwijning, opsluiting, ontheemding en armoede – vormen nu
het onderwerp van een uniek en onafhankelijk onderzoek door de
Amerikaanse denktank Oakland Institute. Het rapport beschrijft al het
leed in het voormalig oorlogsgebied dat verhindert dat burgers zoals
Jayakumari verdergaan met hun leven.
Anuradha
Mittal, directeur van het Oakland Institute, somt de grootste
barrières voor verzoening op: aanhoudende militarisering in het
voormalige oorlogsgebied, het systematisch uitwissen van de
Tamilgeschiedenis en -cultuur, en het onvermogen van de regering om
vermeende oorlogsmisdaden te laten onderzoeken. Deze misdrijven
werden in de laatste fase van de burgeroorlog gepleegd door zowel het
leger als de rebellen.
Sirisena’s
regering heeft al stappen gezet, maar de aanwezigheid van een soldaat
voor elke zes burgers is een doorn in het oog van de oorlogsmoeë
bevolking. Mittal beklemtoont dat het leger geen passieve
aanwezigheid is. “Het is betrokken bij vastgoed, uitbaten van
luxueuze toeristenresorts, bootexcursies, landbouw en andere
ondernemingen op land dat aan de lokale bevolking toebehoorde.”
Land
en eigendom zijn hier hete hangijzers sinds 2009, doordat 90.000 van
de 480.000 mensen die ontheemd raakten tijdens de laatste maanden van
gevechten, nog in geïmproviseerde tenten leven, aldus recente
cijfers van het Internal Displacement Monitoring Centre.
Moeizaam verzoeningsproces
De
situatie is vooral lastig voor oorlogsweduwen, die naar schatting met
40.000 à 55.000 zijn en die nu eigenhandig voor hun families moeten
zorgen. Voor vrouwen als Jayakumari komen armoede en werkloosheid
boven op het gemis van familieleden. Oakland Institute raamt het
aantal vermiste personen tussen 70.000 en 140.000.
“Veel
moeders zoals ik gaan van de ene plaats naar de andere op zoek naar
hun kinderen”, verklaart Jayakumari. “We willen antwoorden.
De regering zou minstens een plaats moeten regelen waar we terecht
kunnen om onze kinderen te ontmoeten.” De centrale uitdaging
voor de huidige regering is een nationaal verzoeningsproces op poten
zetten dat steunt op een geloofwaardig onderzoek naar de
oorlogsmisdaden.
“Door
de inertie van de regering in het verleden, is er internationale druk
nodig voor een doorbraak”, vindt Mittal. “In plaats van hun
geostrategische belangen na te streven, zouden de VS, India en andere
landen de publicatie van het VN-onderzoek (dat eerder dit jaar werd
uitgesteld op verzoek van de nieuwe regering) moeten eisen.”
Ze
verduidelijkt dat de urgente toon in haar rapport geen aanval is op
de nieuwe regering, maar eerder een herinnering aan de ernst van de
situatie voor gewone Tamils. “We willen de regering eraan
herinneren dat er mensen, gemeenschappen, honderdduizenden gezinnen
wachten op gerechtigheid.”
Bron: Scores
of Sri Lankan Tamils Still Living Under the ‘Long Shadow of War’