Naar een regimewissel en hoe daarop te reageren
Bart De Wever heeft een rechtse coalitie gevormd om te pogen een regimewissel door te voeren. Voor hem gaat economisch herstel via een betere winstverwachting voor potentiële investeerders. Daarom moet vooral de arbeidskost gevoelig omlaag. Die wordt echter in het Belgisch overlegsysteem sterk bepaald door cao’s en door het goed uitgebouwde stelsel van sociale zekerheid. En dus moet de macht van dat overleg worden afgebouwd ten voordele van electorale macht.
Zo kan NVA trouwens makkelijker de volkspartij-positie van CD&V overnemen. De indexsprong is al een structurele loonvermindering. Andere maatregelen tasten ook de koopkracht aan, maar uiteindelijk is dat nadelig voor de economie die op consumptie draait. Men kan ook op de sociale zekerheid bezuinigen en zo de patronale bijdragen verminderen. Maar hoe dan ook moet vooraf het overlegmodel vleugellam worden gemaakt. Vandaar ook de voortdurende aanvallen op het middenveld gekoppeld aan een stoer en repressief discours over de staatsmacht. Het is normaal dat de liberalen die lijn volgen en aanvankelijk ging ook het CD&V mee in de hoop niet al teveel voeling te verliezen met de VOKA’s en UNIZO’s van deze wereld. Men dacht dat het voldoende zou zijn de sociaaldemocraten uit de coalities te weren.
Tout autre chose
De regeringen hebben echter de weerstand tegen het beleid onderschat. Al direct bij de Vlaamse regeerverklaring kwam er verzet uit de sociaal-culturele en artistieke wereld en werd Hart boven Hard geboren. Het federale beleid kreeg een actieplan van de vakbonden met anderhalve maand betogingen en stakingen. Wat in beide gevallen onverwacht opviel is de massale steun vanuit de mensen.
De bonden verwachten enkele tienduizenden betogers op 6 november, ze kregen ruim 120.000 mensen op de been. De stakingsacties van de herfst werden ruim opgevolgd. De Grote Parade van Hart boven Hard en Tout Autre Chose mobiliseerde ruim 20.000 burgers in vreselijk stormweer. De openbare diensten kwamen in het verweer. Ook al heeft de ACV-top dit voorjaar getemporiseerd, het heeft de CD&V-leiding wel geleerd dat een nieuw regime a) niet makkelijk wordt en b) alleen de NVA ten goede zal komen. Die partij steunt immers alleen op een electoraat en heeft nauwelijks sociale organisaties achter zich. En dus werpt de CD&V zich nu op als de verdediger van de sociale voorzieningen.
Sociale vrede
Maar die sociale voorzieningen moeten natuurlijk betaald worden. En de staat kan niet alle private tekorten opvullen, ook al herleidt men de overheid tot de zogenaamde “kerntaken” en beknot men op alle subsidies en openbare diensten. Ofwel zoekt men fiscale inkomsten bij hen die vandaag rijk worden zonder veel bij te dragen… een echte taks-verschuiving dus. Ofwel compenseert men de verlichting van patronale bijdragen met een bijdrage van de consumenten via BTW.
Men kan ook het aantal rechthebbenden gevoelig beperken. Dat is dan weer het project van NVA. Ja aan een welvaartsstaat voor hen die al via economische activiteit hebben bijgedragen aan de pot: de (hard)werkende Vlaming dus. Maar afbouw van een welvaartsstaat als een solidair herverdelingsmechanisme voor hen die zijn uitgesloten. En daarvoor steunen ze op de xenofobe gevoelens in Vlaanderen. Maar in elk scenario heeft men vroeg of laat sociale vrede nodig. Voor Bart De Wever liefst door de vakbonden op de knieën te dwingen door de publieke opinie voor zich te winnen, voor CD&V liefst door een voor het ACV verteerbaar project uit te denken.
"Kris Peeters, we rekenen op u"
Is er nog een plaats voor de Sp.a in dit plaatje? We gaan ervan uit dat zowel Groen als PvdA hebben gekozen voor een totale oppositie. Hun maatschappelijk project vergt een systemische kanteling. Voor Groen door een duurzame ontwikkeling te laten voorgaan op economische groei en winsten. Voor PvdA door de economische ontwikkeling te onderwerpen aan een drastische sociale herverdeling. De Sp.a is in deze nog op zoek naar haar positie. Ze komt uit een lange regeerperiode waarin de markt moest groeien om via de staat een deel van die groei in herverdeling te stoppen. Maar sinds de bankencrisis vraagt het systeem dat alle publieke middelen worden ingezet voor de competitiviteit van de private sector zelf.
Zij die denken dat deze rechtse regering geen al te lang leven beschoren is en dat de sociaaldemocratie met een betere electorale score snel opnieuw een regeringspartij kan worden, mikken op een verderzetting van het Di Rupo-compromis. Dat is de zogenaamde Elcharduslijn: mikken op het terugwinnen van het traditionele electoraat (dat naar rechts is gevloeid) via linkse sociaaleconomische voorstellen gekoppeld aan een rechts conservatieve visie op solidariteit. De Belgische welvaartsstaat redden op basis van meer strikte “voor wat hoort wat” voorwaarden. Gaan voor het centrum, ook al zitten daar ook CD&V en NVA die “oude arbeidersklasse” en hun nogal corporatistische belangen aan te spreken. Bedrijfswagens, woonbonus, baksteen in de maag, suburbane dienstverlening, goed onderwijs en ziekenzorg voor de mensen van hier, gezinswaarden, verworven rechten… Het systeem redden in goede verstandhouding met de markt.
Anderen rekenen niet te hard op een snelle terugkeer aan de macht en weten dus dat ook dat een nieuw electoraat moet worden gevonden bij vele nieuwkomers, bij jongeren, via een werking aan de basis, in het middenveld en dat nieuwe regeringsdeelname ook afhangt van krachtsverhoudingen in het veld. Dan moet er ook een nieuw militantisme en een nieuwe inplanting komen naast de verkiezingscampagnes. En dan moet men zich natuurlijk verhouden tot Groen en met PvdA die beiden de kapitalistische logica zelf in vraag stellen. Dan moet men dus echt breken met het sociaal liberalisme. Dat is ook een project dat meer tijd in beslag neemt, meer alternatief en meer bevlogen is. Snel opnieuw in de regering of duurt het nog wat?
De Sp.a en geen van beide kandidaat-voorzitters spreken zich duidelijk uit. Bruno Tobback gaat voor continuïteit en dus voor een “voor wat hoort wat” verder bouwen op de vorige regeringsdeelnames. Maar dan moeten wel vooral stemmen teruggewonnen worden van N-VA en moet intussen het behoudende werk van CD&V in de regering worden gesteund ( “Kris Peeters, we rekenen op U”). Zullen er dan voldoende ontgoochelde progressieve N-VA kiezers te winnen zijn, die dan ook niet de inspanningen van CD&V willen belonen? Het is een vraag voor onze Wetstraatwatchers en beroepscommentatoren.
De verwachte nieuwe voorzitter John Crombez lijkt op twee paarden te wedden. Inhoudelijk wordt de lijn van de laatste twintig jaar nauwelijks in vraag gesteld en zal ook hij het moeten blijven doen met Monika Deconincks flinkse visie op sociaal beleid. Maar het blijft hoogst onwaarschijnlijk dat alleen met stijlwijzigingen en nieuw personeel de diepe ideologische crisis van de sociaal democratie kan worden gekeerd. Dat leren ons de mislukte poging met Yasmine Kherbache in Antwerpen en vooral de lessen uit het buitenland.
Een ander verhaal
Om de Sp.a dan opnieuw in de regeringen te krijgen, moeten zowel het project van N-VA mislukken als dat van Groen en PVDA+. En moet bovendien in Wallonië de MR zwaar worden afgestraft. Nogal veel randvoorwaarden, toch. En als het ACV nu inbindt en via de CD&V sociale vrede brengt, dan lijkt een puur electorale afstraffing onwaarschijnlijk. De Sp.a dreigt voor lange tijd tussen twee stoelen te vallen.
Vooral omdat intussen vele organisaties in het middenveld en vele duizenden burgers al de maat hebben genomen van het rechtse project. Ze willen in die omstandigheden ook niet terug naar de laatste decennia van onduidelijk compromissenbeleid. De 21ste eeuw vraagt om een meer radicale visie voor een duurzame transitie, een meer egalitaire en solidaire samenleving en ook een volkomen andere omgang met identiteit en diversiteit. “Tout autre Chose” zeggen ze in het frans. In het Nederlands is dat “Hart boven Hard”. Vooralsnog komt het gekibbel in de regering en het non-debat in de Sp.a dagelijks in het nieuws. Een volkomen ander maatschappelijk debat woedt onder de radar van de media en hun commentatoren. Maar dat is een ander verhaal.
Eric Corijn ( filosoof en socioloog, hoogleraar VUB, lid Vooruitgroep)
Dit is een korte versie van een essay dat verschijnt in het juninummer van Oikos.