Geachte leden van het
Beheerscomité van de RVA
In haar
beleidsverklaring kondigde de federale regering aan de
inkomensgarantieuitkering bij onvrijwillige deeltijdse arbeid te
willen verminderen met 50% na 2 jaar. Als deze intentie overeind
blijft, zal het aan het Beheerscomité van de RVA zijn om zich over
deze maatregel en de omzetting ervan uit te spreken. Daarom richt het
Feministisch Sociaal-Economisch Platform zich tot u.
Graag
herinneren we u eraan dat in het begin van de jaren ’80 de overheid
deeltijds werk stimuleerde. Niet alleen door financiële incentives
voor bedrijven, maar ook door specifieke maatregelen voor werklozen. De
toekenning van een deeltijdse werkloosheidsuitkering (die intussen
hervormd is tot wat vandaag de IGU is) in 1982 moet precies vanuit
die context begrepen worden. Deze uitkering zorgde ervoor dat
werklozen die tijdens hun zoektocht naar voltijds werk een deeltijdse
job aanvaardden een deel van hun werkloosheidsuitkering konden
behouden1
als aanvulling op hun loon.
Hele
sectoren op de arbeidsmarkt (distributie, schoonmaak,
dienstencheques, dienstensector, horeca…) leggen het op aan hun
werknemers om in te spelen op de nood van werkgevers aan variabele,
gesplitste uurroosters en flexibele arbeid. Het is geen verrassing
dat de werknemers in deze sectoren vooral vrouwen zijn2.
Deeltijds werk is er vaak onvrijwilig: de gesplitste en variabele
uurroosters maken de combinatie met een andere deeltijdse job
onmogelijk. Sommige werkgevers leggen soms zelfs een
“exclusiviteitsclausule” op3.
Het is
trouwens enkel wanneer het onvrijwillig karakter bewezen is dat de
werknemer – meestal de werkneemster – aanspraak kan maken op het
recht op een aanvulling. En die onvrijwilligheid moet regelmatig
opnieuw bewezen worden: om het recht op een IGU te behouden, moet je
voltijds werk blijven zoeken en daartoe regelmatig stappen ondernemen
die gecontroleerd worden door de RVA.
Die
aanvulling laat wie voltijds werk wenst en ook nodig heeft om rond te
komen toe om een deeltijdse job (en dus ook een deeltijds loon) te
aanvaarden zonder drastische financiële terugval. Het is een
noodzakelijke aanvulling voor talrijke vrouwen : 39 524 in 2014,
of meer dan ¾ van de deeltijdse werknemers met een IGU4.
Die aanvulling zo drastisch verminderen zal de ongelijkheid tussen
vrouwen en mannen doen toenemen en gaat in tegen het beleid van
gendermainstreaming.
Meer nog,
deze uitkering waarvan de berekening reeds meermaals naar beneden
herzien werd5,
is ook onderhevig aan de algemene regels met betrekking tot
werkloosheidsuitkeringen. Derhalve is de uitkering al:
-
beperkt in
de tijd aangezien ze berekend is op basis van een
inschakelingsuitkering; -
degressief aangezien ze
berekend is op basis van een werkloosheidsuitkering waarbij de
degressiviteit kan uitmonden in de opheffing.
Een
bijkomende vermindering met de helft van de IGU zou een dubbele
discriminatie zijn: enerzijds voor wie recht heeft op een deeltijdse
werkloosheidsuitkering (tegenover wie recht heeft op een volledige
uitkering) en anderzijds voor vrouwen omdat zij de meerderheid van
deze groep vormen als gevolg van de organisatie van de arbeidsmarkt
en zijn discriminaties.
Wij vragen u, leden van het
Beheerscomité van de RVA dus om niet akkoord te gaan met het
voorstel van de federale regering om de IGU te verminderen en u te
verzetten tegen elk initiatief dat vrouwen dreigt te verarmen.
Het
Feministisch Sociaal-Economisch Platform ontstond op 8 maart 2012.
Het trok toen aan de alarmbel over de impact van de
besparingsmaatregelen van de regering op de gelijkheid v/m.
De
leden van het platform zijn: ACRF
Femmes en milieu rural, Centre Féminin d’Education Permanente,
Comité de Liaison des Femmes, Conseil des femmes francophones de
Belgique, CVFE, Ella, Femma, Femmes et Santé, Flora, Vrouwenstemmen,
GAMS, Garance, La Voix des Femmes, Le Monde selon les Femmes, Les
Femmes Prévoyantes Socialistes, Synergie Wallonie pour l’égalité
entre les Femmes et les Hommes, Université des Femmes, Vrouwenraad,
Vie Féminine, VIVA-SVV, Vrouwen Overleg Komitee, Wereldvrouwenmars/
Marche Mondiale des Femmes.
Voetnoten:
1
Onder bepaalde voorwaarden
2
44,3% van de loontrekkende vrouwen werkt deeltijds tegenover slechts
9,3% mannen. 81% van de deeltijds werkende zijn vrouwen – Bron:
GSDIE, Enquête Arbeidskrachten, 2010. Les femmes
représentent 81% de l’ensemble des salariés à temps partiel –
Source: DGSIE, Enquête sur les forces de travail, 2010.
3
Een dergelijke
clausule bepaalt dat de werkneemster of werknemer geen andere
professionele bezigheid mag hebben. Ook al staat de legaliteit
hiervan ter discussie, toch worden sommigen hiermee geconfronteerd.
Zie La
Relation de travail, cycle I: L’embauche,
Terra Laboris asbl, 2010.
4
76,43% – Bron : « Statistisch
Overzicht 2014 », RVA
5
De laatste aanpassing die van kracht werd op 1 januari 2015 heeft de
uitkeringen van samenwonenden en alleenstaanden verminderd.