Na
een paar spannende maanden heeft de meerderheid van de Nigerianen
Buhari gekozen als nieuwe president. Het land vertrouwde Goodluck
Jonathan, de zittende president, niet meer om het terrorisme in het
noorden in te dammen. Toch was zijn nederlaag een verrassing, want
All Progressives Congress, de partij van tegenkandidaat Buhari,
bestaat nog maar twee jaar.
Besmet blazoen
Generaal
Buhari was al eens kortstondig president, na een militaire
coup in januari 1984. Anderhalf jaar later werd hij zelf afgezet.
Zijn blazoen is niet erg netjes wat betreft respect voor de
mensenrechten. Zijn huidig mandaat is niettemin sterk, zegt Carl
LeVan, een Nigeria-expert aan de American University in Washington.
Hij heeft zelfs steun gekregen van de Yoruba-bevoking in het zuiden,
terwijl hij toch zelf een moslim uit het noorden is. Hij moet die
politieke steun nu gebruiken om te tonen waar hij echt voor staat.
LeVan
nam deel aan een Amerikaanse waarnemingsmissie tijdens de
verkiezingen. Die verkiezingen liepen niet overal even soepel. Er
waren demonstraties tegen intimidatie, gestolen stemmen en valse
stemmen, en sommige militante groepen begonnen zich te bewapenen.
Mandaat goed gebruiken
Desondanks
is Buhari verkozen en heeft Jonathan zijn verlies geaccepteerd. “Zijn
grootste uitdaging is nu”, zegt LeVan, “om zijn mandaat
goed te gebruiken. Hij mag dit niet verkeerd interpreteren. Volgens
een peiling van Afrobarometer vindt 40 procent van de Nigerianen dat
de president vrij moet kunnen regeren zonder zijn tijd te verkwisten
aan het in toom houden van de uitgaven van de overheid. Vijfentwintig
procent van de bevolking vindt zelfs dat de president wetten moet
kunnen maken zonder zich druk te maken om het parlement.”
Nigeria
is sterk verdeeld langs etnische en religieuze lijnen. De president
moet dus noodgedwongen “zuidwaarts gaan”, vindt LeVan. Dat
zou ook de “noorderlingen de boodschap geven dat hij de
president is van iedereen”. Daarbij hoort een plan om verder
te gaan met de amnestiewetgeving voor de militanten in de
Niger-Delta.
“Die
moeten weten dat ze niet, zoals bij Jonathan, een president met eenzelfde
etnische achtergrond nodig hebben om hun problemen met grondstoffen
en vervuiling aan te pakken. Hoe sneller hij dat doet, hoe minder
kans er is dat de rebellie weer oplaait. Ook andere minderheden
moeten ervaren dat ze Buhari kunnen vertrouwen. Hij heeft hun
samenwerking immers nodig om te kunnen regeren.”
Economisch
gezien zal hij werk moeten maken van diversificatie, aldus nog LeVan.
“Begin 2014 zei de regering, samen met de Wereldbank en anderen,
dat dat al bezig was. Toen de olieprijzen in elkaar zakten brak er
echter bijna crisis uit.” Blijkbaar verloopt de economische
diversificatie dus toch niet volgens plan. “Buhari zal de
olie-industrie moeten hervormen, alle financiële transacties van de
overheid openbaar maken en academische, economische en
administratieve experts aanstellen om de economie weer op de rails te
krijgen.”
Nog steeds ontvoerde
meisjes
Ook
het team van veiligheidsadviseurs van de overheid moet grondig
vernieuwd worden, aldus de expert. “De zaak van de ontvoerde
meisjes uit Chibok is zo verkeerd aangepakt dat er nog weinig
vertrouwen meer is in de overheid. Het idee leeft bovendien dat heel
wat soldaten en adviseurs niet onpartijdig zijn in het conflict.”
Boko
Haram is niet verslagen, zegt LeVan, en daarom is een geloofwaardige
strategie nodig. Dat omvat ook een andere relatie met westerse
bondgenoten, aldus LeVan. “De leiders van het Amerikaanse
Congres zien het conflict met Boko Haram slechts als strijd tussen
moslims en christenen, in plaats van wat het echt is: een complexe
opstand met verschillende slachtoffers.”