Sofie van der Voort, een jonge huisarts, bracht een hilarische getuigenis over de nefaste gevolgen van het systeem van 'eigen risico' in de Nederlandse gezondheidszorg. (Huisarts en Wetenschap, 2015, nr. 2).
Bij het 'eigen risico' moet de patiënt eerst het bedrag volledig uit eigen zak betalen en pas als de gezondheidszorguitgaven hoger gaan liggen trekt hij dat deel terug van de private zorgverzekeraar. Het is dus een soort franchise of maximumfactuur.
In Nederland wordt er door de overheid sinds 2009 een minimum bedrag aan 'eigen risico' opgelegd en dat stijgt jaar na jaar:
•2009:
€ 155
•2010:
€ 165
•2011:
€ 170
•2012:
€ 220
•2013:
€ 350
•2014:
€ 360
•2015:
€ 375
De Nederlandse patiënt moet maandelijks ongeveer 100 euro premie betalen aan de zorgverzekeraar. De eerste 375 euro aan onderzoeken of specialistenzorg moet hij volledig uit eigen zak betalen. Hij kan zijn zorgverzekeraar een lagere premie betalen, maar dan stijgt het bedrag van 'eigen risico' zoals de patiënt in het verhaal van Sofie. Die had een lage premie maar moest de eerste 860 euro per jaar uit eigen zak betalen.
De getuigenis van Sofie hieronder beschrijft hoe dit systeem leidt tot onverantwoord uitstel of niet uitvoeren van noodzakelijke onderzoeken, tot verspillende en energieopslorpende discussietijd tussen arts en patiënt, tot schuldgevoelens bij de arts en tot serieuze medische en financiële problemen van de patiënt.
In het kader van de besparingen heeft het Nederlandse Centraal Plan Bureau (CPB) voorstellen gedaan tot optrekken van dit eigen risico: "Het CPB berekende dat een toekomstige verhoging met 100 euro van het eigen risico de grootste besparing oplevert van 870 miljoen euro per jaar." (NRC 1 april 2015)
Helaas ontwikkelde zich dan steeds een tijdrovend gesprek, waarbij de patiënt de noodzaak van het onderzoek plots in twijfel begon te trekken. Mijn spreekuur liep uit en sommige patiënten wilden geen aanvullend onderzoek meer. Allebei onwenselijk.
Sofie: "Ik herinner me nog goed hoe verbaasd ik was toen ik erachter kwam hoe hoog de kosten van ontlastingsonderzoek zijn. Dat was begin vorig jaar. De aanleiding was een patiënt die boos opbelde en een verklaring vroeg voor zijn hoge zorgnota. Meneer verbruikte weinig zorg en had daarom het eigen risico bewust hoog gezet (€ 860). Hij was dat jaar slechts een paar keer in de praktijk geweest vanwege langdurige diarree. Ik had daarop zijn ontlasting op kweek laten zetten. Maanden later kreeg hij de rekening van de zorgverzekeraar met het vriendelijke verzoek een bedrag van enkele honderden euro’s over te maken. Hij verkeerde in de veronderstelling dat zijn zorgkosten door een ‘luttele kweek’ niet veel zouden zijn en was uiteraard not amused. Er was niets uit de kweek gekomen en de diarree was vanzelf verdwenen, dus hij stelde mij aansprakelijk voor de in zijn ogen onnodige kosten. ‘U had het tenminste even kunnen zeggen, dokter!’
Strikt genomen onterecht, maar een schuldgevoel bekroop me. Ik probeer zo rationeel mogelijk aanvullend onderzoek aan te vragen, rekening houdend met prevalenties, a-priorikansen, sensitiviteit en specificiteit. Wel of geen onderzoek doen laten afhangen van de kosten vind ik een kunstfout. Maar moet ik patiënten wel op die kosten voorbereiden?
Om wat beter op de hoogte te zijn, ben ik na dit voorval direct in de tarieven gedoken van aanvullend onderzoek van het regionale diagnostisch centrum (...) Dat is dus niet mis. Nu ik hiervan op de hoogte ben, voel ik de verantwoordelijkheid om patiënten hierover te informeren. Anders slaan ze aan het eind van het jaar steil achterover bij het ontvangen van de zorgrekening.
Daar ben ik eens mee gaan experimenteren. Bij een aantal patiënten gaf ik korte uitleg over de kosten van het onderzoek dat ik voor hen aanvroeg. Helaas ontwikkelde zich dan steeds een tijdrovend gesprek, waarbij de patiënt de noodzaak van het onderzoek plots in twijfel begon te trekken. Mijn spreekuur liep uit en sommige patiënten wilden geen aanvullend onderzoek meer. Allebei onwenselijk.
Dan krijg ik geen kans meer uit te leggen waarom dit onderzoek belangrijk is. Dat gaat ten koste van verantwoordelijke zorg. Ik vrees dus dat dit voorlopig een extra taak voor de huisarts is.
Zou het een idee zijn om de prijs bij het diagnostisch centrum bekend te maken? Een groot risico is dan echter dat de mensen die door de hoge kosten op het laatste moment besluiten af te zien van verder onderzoek buiten ons zicht blijven. Dan krijg ik geen kans meer uit te leggen waarom dit onderzoek belangrijk is. Dat gaat ten koste van verantwoordelijke zorg.
Ik vrees dus dat dit voorlopig een extra taak voor de huisarts is. Het zou fijn zijn als het aanvraagformulier verandert in een soort menukaart: een overzicht van alle onderzoeken met bijbehorende prijs. Zodat ik in elk geval in één oogopslag kan zien wat de patiënt te wachten staat.
En dan is het vooral een kwestie van tijd, vermoed ik. Als de transparantietrend namelijk blijft doorzetten, zullen mensen in de toekomst zeer goed op de hoogte zijn van zorgkosten. Mijn voorlichtende rol zal dan naar de achtergrond verdwijnen. Ik ben alleen bang dat discussies over wel of geen verder onderzoek juist zullen oplaaien. Terwijl patiënten nu nog regelmatig een foto van hun verzwikte enkel afdwingen, wordt er straks mogelijk juist druk op me uitgeoefend om alleen hoognodig onderzoek aan te vragen. Ik huiver voor de eerste patiënt die mij boos komt vertellen dat ik een dure foto heb laten maken, terwijl zijn enkel toch ‘maar’ gekneusd blijkt…"
Sophie van der Voort is derdejaars aios.