Omgeving dorpje Algora waar Akkerman sneuvelde
Sven Tuytens

Een Antwerpse vakbondsleider in Spaanse aarde

Op 21 maart wordt in Torija, een dorpje ten oosten van Madrid, een herdenkingsplechtigheid gehouden voor een Antwerpse Spanjestrijder die er 78 jaar geleden sneuvelde. In de herfst van 1936 vertrok Piet Akkerman samen met zijn broer Emiel naar Spanje om er de oorlog der oorlogen uit te vechten en het fascisme de pas af te snijden. Zowel Piet als Emiel bekochten dit met hun leven. En de republiek moest plaatsruimen voor de Franco-dictatuur, tot 1975.

donderdag 19 maart 2015 12:58
Spread the love

Spanje is nog steeds niet hersteld van
haar gewelddadig verleden. Een
herdenking organiseren voor een buitenlandse vrijwilliger ligt gevoelig. Het
idee om een herdenkingsbordje plaatsen, dicht bij de plaats waar Piet Akkerman
sneuvelde, werd snel vergeten. Want het
eren van slachtoffers van de Spaanse burgeroorlog kan vandaag nog steeds tot
hevige reacties leiden.

Voor het
vierde jaar op rij, organiseert de plaatselijke vereniging van het historisch geheugen
(Foro de la Memoria) een mars ter herdenking van de Slag van Guadalajara. In januari 1937 lanceerde de Spaanse republiek
er een offensief om terrein terug te winnen dat door de troepen van generaal
Franco veroverd werd.

Piet,
die het in Spanje op enkele maanden tijd tot politiek commissaris van het
Frans-Belgisch bataljon van de XIIde internationale brigade had geschopt,
stierf in de eerste uren van de aanval, op 1 januari 1937. Hij was toen 23 jaar.

Antwerpse
volksheld

Akkerman had in zijn korte leven niet alleen in Spanje naam gemaakt. In 1991 schreef historicus Rudi Van Doorslaer
een boeiend artikel[1] over
Piet Akkerman. Volgens Van Doorslaer was
Piet iemand die de kwaliteiten bezat om één van die arbeidersleiders te worden,
zoals België er enkele heeft voortgebracht in de negentiende en twintigste
eeuw.



Piet Akkerman als pionier; foto Cegesoma

Piet
stamde uit een Joods-Poolse familie uit Antwerpen. Zijn werkelijke voornaam ‘Israel’ veranderde
hij in ‘Piet’. Hij was amper zestien
toen hij de secretaris van de communistische jeugd van Antwerpen werd. In 1924 was hij één van de stichters van de
Internationale Rode Hulp (IRH) en in 1935 en 1936 leidde hij de succesvolle
stakingen van de Algemene Diamantwerkersbond van België-A.D.B. in Antwerpen. Zijn broer Emiel had in 1931 in Wervik, de gewelddadige
staking en de barricaden van de Vlaamse seizoenarbeiders in Frankrijk
georganiseerd.

 

Diamantwerkersbond

Omdat er
geen rechtstreekse familie van Piet Akkerman is, was het voor de organisatoren
van de herdenking belangrijk om iemand uit zijn geboorteland te vinden die een
band heeft met Piet. De Vlaamse partner
tijdens de plechtigheid is Bruno Verlaeckt, de voorzitter van de afdeling
Antwerpen-Waasland van de Algemene Centrale van het ABVV, de erfgenaam van de
Algemene Diamantwerkersbond van België, waar Piet lid van was. Het A.D.B. ging in 1993 op in de ABVV
Textiel, Kleding en Diamant (TKD) om vervolgens in 2014 op te gaan in de
Algemene Centrale.




Voor het Foro de la Memoria
brengt de aanwezigheid van een Vlaamse vakbond, de sfeer van internationale
solidariteit van de jaren ‘30 terug. Eén
van de bedoelingen van de jaarlijkse mars van de Slag van Guadalajara is het
herdenken van de enorme blijk van solidariteit en inzet van de duizenden
vrijwilligers die tijdens de Spaanse burgeroorlog aan de zijde van de republiek
vochten. De steun vanuit België was
enorm: naast de materiële hulp aan de republiek, vertrokken bijna 2 400 mannen
en vrouwen vanuit België naar Spanje. Honderden kwamen nooit meer terug en liggen nog steeds in massagraven over
heel Spanje verspreid.

Innerlijke strijd

Piet wist dat de Spaanse burgeroorlog een voorbode was
van een veel groter conflict. In
november 1936 richtte hij een brief aan zijn moeder, waarin hij haar uitlegt
dat er voor hem niets anders opzit dan naar Spanje te vertrekken.

Wanneer de eerste internationale brigades gevormd werden,
was er nood aan natuurlijk leiderstalent. Heel snel werd Piet aangeduid als politiek commissaris van het bataljon André
Marty van de XIIde
internationale brigade, een bataljon dat vooral uit Belgen en Fransen bestond. Als politiek commissaris speelde Piet
Akkerman een cruciale rol in de motivering van de vrijwilligers. Volgens Akkerman lag de kracht van de brigades
bij de soldaat die moest “begrijpen”
waarvoor hij vocht; dat bewerkstelligen was de taak van de politiek
commissaris. De klemtoon op de politieke
motivatie van de brigade-vrijwilligers, vormde volgens Van Doorslaer ook een
aanwijzing voor de innerlijke strijd die zich bij Akkerman had afgespeeld. 

In Antwerpen stond Piet bekend voor zijn
antimilitaristische overtuiging. Door de
nieuwe situatie die door de strijd tegen het fascisme was ontstaan, moest hij
zijn antimilitaristische houding opzij schuiven. Die innerlijke strijd bestond ook bij veel
Spanjaarden die aan de zijde van de republiek vochten. Velen beschouwden het leger als één van de
repressieve pijlers van het oude regime. De noodgedwongen militarisering van de
volksmilities en de discipline van het leger werden argwanend bekeken.

Het graf
van Piet



Piet Akkerman uit bataljonskrant van Andre Marty bataljon

Tijdens het offensief in de streek van Guadalajara werd Piet, voor het dorpje Algora, door een
kogel geraakt en kreeg vervolgens een bajonetsteek in de buik. Die laatste wonde zou hem fataal worden. Volgens oud-commissaris van de XIIde
internationale brigade, de Duitse schrijver Gustav Regler, waren Piets laatste
woorden: “Mij hebben ze beet, maar ons
zullen ze niet hebben.”
De laatste
zin in zijn nagelaten notaboek luidde: “zich
laten doodschieten is geen kunst.”

Piet
werd aan het front begraven, dicht bij de vijand. Om te beletten dat zijn graf geschonden zou
worden, bij een mogelijk vooruitdringen van de vijand, werd de plaats niet
gemerkt met een steen of een ander geïmproviseerd gedenkteken. Het lichaam van Piet werd door zijn kameraden
samen met een fles begraven, met daarin een papier met zijn naam erop. Dat gebruik kwam meer voor bij snelle begrafenissen
aan het front.

Het dorre
landschap ziet er vandaag nog steeds uit zoals Piet het in 1937 zag. De plechtigheid van zaterdag wordt afgesloten
met een wandeling naar de plaats waar hij begraven werd.

Eerdere
herdenking

Twee
jaar geleden werd tijdens een soortgelijke mars, in het dorpje Mirabueno, een
herdenkingsplechtigheid gehouden ter ere van de Italiaan Guido Picelli, de
commandant van de Italiaanse vrijwilligers van de XIIde
internationale brigade. Picelli sneuvelde
enkele dagen na Piet .

Het
herdenkingsbordje dat op de gevel van het plaatselijke cultureel centrum werd
bevestigd, hield maar enkele dagen stand, tot het op een nacht door een
woedende dorpsbewoner van de muur werd gerukt. Heel snel wist iedereen wie de dader was. Toen leden van het Foro de la Memoria klacht
neerlegden bij de Guardia Civil van Siguënza, werd hun daar gevraagd of ze niet
beter te doen hadden dan te komen klagen over een verdwenen bordje.

Zoektocht
naar geschikte plek

Om
Akkerman te eren zou een herdenkingsbord op de muur van het kleine gemeentehuis
van Algora uitstekend zijn, maar dat was onmogelijk. De Partido Popular-burgemeester is zeer
conservatief en is de zaak van het historisch geheugen helemaal niet goed
gezind. Een
andere mogelijkheid was het dorpje Trijueque, waar de socialistische burgemeester
aanvankelijk enthousiast was. Maar na
enkele dagen vond die het toch beter dat er geen plechtigheid in zijn dorp
kwam.

Het plaatsen van herdenkingsborden voor
brigadisten wordt door conservatieve Spanjaarden gezien als provocaties. Tegelijk bestaan er in heel Spanje nog
steeds tientallen straatnamen die verwijzen naar de generaals van Franco en
andere personen uit de periode van de dictatuur.

Vandaag heerst nog steeds een
‘zwijgovereenkomst’ die stamt uit de overgangsperiode van dictatuur naar
democratie. De dominante interpretatie
van de Spaanse burgeroorlog was dat het om een ‘broedertwist’ ging, waarbij
beide partijen gelijkaardige wreedheden begingen. De politici van de overgangsperiode hielden
bij het nemen van hun beslissingen steeds angstvallig rekening met de mogelijke
dreiging van een nieuwe burgeroorlog.



Italiaanse krijgsgevangenen op dorpsplein van Torija

Sinds de
dood van generaal Franco in 1975, werden in de streek van Guadalajara ongeveer
25 herdenkingsborden geplaatst. Daar
zouden er nu amper vijf van overblijven. Om
mogelijke spanningen te vermijden werd uiteindelijk gekozen voor een
symbolische herdenking in het dorpje Torija, waar het Foro de la Memoria wel
welkom is.

[1] Rudi Van Doorslaer: Israël
“Piet” Akkerman, de diamantzager (1913-1937). BTNG-RBHC, XXII, 1991

take down
the paywall
steun ons nu!