Opinie

Red de democratie van De Wever

Teaser fallback community afbeelding
Bart De Wever gebruikt het dreigingsniveau steeds meer als een instrument om politieke concurrentie te neutraliseren. Het is een erg gevaarlijke tendens die ons zorgen moet baren.

Het was een voorspelbaar scenario. Vandaar ook dat de voltallige nationale pers had postgevat op het Antwerpse Conscienceplein. De paar honderd Pegida-aanhangers werden manu militaru teruggedreven door de politie, ingesloten op een hoek van het plein en mogen zich aan een GAS-boete verwachten.

Reden voor al dat machtsvertoon? De Pegida-betoging van gisteren en de aangekondigde tegenactie van Hart boven Hard waren verboden door het Antwerpse stadsbestuur. Wie zich toch op straat vertoonde met de intentie om aan één van beide betogingen deel te nemen, maakte zich dus schuldig aan een illegale activiteit. De Wever had vooraf aangekondigd dat de politie 'op gepaste wijze' zou reageren.

Dat Pegida uiteindelijk besloot om ondanks het verbod op straat te komen, had zo zijn redenen. Pegida had reeds meerdere keren aangekondigd op straat te komen. Maar steeds opnieuw botste dit op een njet vanuit het Schoon Verdiep. Vermoedelijk was het geduld van de organisatoren op en vreesden ze het momentum te verliezen.

Bescherming

De officiële reden voor het betogingsverbod is het dreigingsniveau drie dat nog steeds van kracht is. Volgens de Antwerpse burgemeester zou de veiligheid van betogers en tegenbetogers niet gegarandeerd zijn. In een reactie aan de VRT liet Bart De Wever weten hoezeer hij het betreurde dat betogingen moesten verboden worden, maar dat hij geen andere keuze had. Het dreigingsniveau was het was. Het is datzelfde dreigingsniveau dat verklaart waarom er nog steeds militairen door Antwerpen lopen.

Dat De Wever zich beroept op het door het OCAD vastgelegde dreigingsniveau om betogingen in zijn stad te verbieden, is eigenlijk merkwaardig. De beslissing om een publieke bijeenkomst te verbieden ligt geheel in handen van de burgemeester. Het lijkt er dan ook sterk op dat De Wever het dreigingsniveau als excuus gebruikt om manifestaties die hem niet zinnen te verbieden. Dezelfde politiemacht die gisteren ingezet werd om de Pegidamanifestatie onmogelijk te maken, kon evengoed ingezet worden om ze te beschermen.

Brief

De aanhangers van Pegida zijn geen lieverdjes. Op de beelden van de manifestatie zijn geen brave Vlaamse burgers te zien, maar een kransje van extreem-rechtse militanten. Bomberjackets, kale koppen en De Winter die even gedag komt zeggen. Pegida lijkt in praktijk een mantelorganisatie van het Vlaams Belang.

Maar dat is hier niet het punt. Veel problematischer dan de Pegidamanifestatie, is het feit dat de Antwerpse burgemeester en de facto de machtigste man van Vlaanderen de terreurdreiging aangrijpt om politieke opponenten het recht op manifesteren te ontnemen. Dat is niet verwonderlijk. De N-VA is niet gerust in Pegida. Pegida betekent concurrentie op de rechterflank en mogelijks nieuwe terreinwinst voor het Vlaams Belang.

Dat N-VA bijzonder zenuwachtig is omtrent Pegida bewijst de brief die de partijleiding eind januari verstuurde naar haar mandatarissen en afdelingsvoorzitters. Daarin werd gevraagd om een 'kritische afstand' te bewaren ten aanzien van Pegida.

Ook burgerbeweging Hart boven Hard wordt met argusogen bekeken. Tijdens de sociale protesten van de afgelopen maanden bleek Hart boven Hard één van de meest mobiliserende krachten te zijn. De door Hart boven Hard aangekondigde acties tegen Pegida wisten eveneens veel mensen te bekoren via sociale media.

Met andere woorden: het protest tegen Pegida kon Hart boven Hard mogelijks verder laten groeien, en ook dat past niet meteen in de agenda van De Wever. Politiek gezien kwam het De Wever dus erg goed uit om zowel de manifestaties van Pegida als Hart boven Hard te verbieden. En het dreigingsniveau vormde het perfecte excuus. Dat is een erg zorgwekkende tendens.

Politiek instrument

Het verbieden van beide manifestaties is het gevolg van een evolutie die reeds langer gaande is. Als het op betogingen aankomt, voert Antwerpen al een tijdje een beleid dat door willekeur en repressie gekenmerkt wordt. Iedere betoging die niet via de nauwkeurig geijkte weg is aangevraagd, wordt bijzonder sterk gecriminaliseerd. Herinner u bijvoorbeeld de massale arrestaties op de betoging tegen Monsanto of de GAS-boetes voor PVDA- en Occupy-activisten.

De antiterreurmaatregelen op het federale niveau dreigen die repressie verder in de hand te werken. Na de acties in Verviers kwam de federale regering heel snel op de proppen met twaalf antiterreurmaatregelen.

Eén van de maatregelen die nog steeds op tafel ligt, en waarvan vooral N-VA zich voorstander toont, is de politisering van het OCAD. Dit is het orgaan dat het dreigingsniveau in het land bepaalt. Het OCAD is onafhankelijk en probeert op basis van objectieve criteria het dreigingsniveau te bepalen. De partij van De Wever is er echter sterke voorstander van om de Nationale Veiligheidsraad de finale macht te geven om het dreigingsniveau te verhogen. Concreet betekent dit dat verkozen politici kunnen meebepalen wanneer het dreigingsniveau verhoogt. Of nog: dat het dreigingsniveau zelf een politiek instrument wordt.

Uitzonderingsmaatregelen

Voor alle duidelijkheid: CD&V en Open-VLD verzetten zich tegen dit voorstel. Maar het maakt wel duidelijk welke kant N-VA wil uitgaan. Het voorstel van N-VA ligt ook geheel in de lijn van wat in het regeerakkoord is opgenomen omtrent het inzetten van het leger. In Antwerpen zien we op microschaal gebeuren waar de N-VA naartoe wil: een politiek van de angst die uitzonderingsmaatregelen vergoeilijkt en zo democratische rechten afgebouwt.

Het is een evolutie die zorgen dient te baren. Gisteren waren het Pegida en Hart boven Hard, maar morgen kan het de beurt zijn aan anderen. Links of rechts, het doet er niet zoveel toe. Wanneer morgen niemand nog de straat op mag vanwege één of andere vage dreiging, zal er sowieso geen sprake meer zijn links of rechts. Enkel nog van De Wever.

Vandaag op de hoogte van de wereld van morgen?