Aanvullend pensioen: "Werknemers dreigen tienduizenden euro's te verliezen"

Teaser fallback community afbeelding
De verzekeringskoepel Assuralia wil dat het gegarandeerd rendement op het aanvullend pensioen zakt naar 0,4 procent. Bijna drie op de vier werknemers in de privésector hebben zo'n aanvullend pensioen waarvan het rendement nu vastligt op 3,25 procent. De vakbonden reageren afwijzend.

De verzekeraars hebben 80 procent van de markt in aanvullende pensioenplannen in handen. De pensioenfondsen zijn goed voor 20 procent. Beiden sturen al lang aan op een verlaging van het gegarandeerde rendement. De grote meerderheid van de werknemers heeft nu zo'n aanvullend pensioen waarbij elk jaar een som gestort wordt.

De verzekeraars en de pensioenfondsen beheren dat geld in ruil voor een gegarandeerd rendement op het einde van de rit. Zij wijzen op de moeilijke financiële toestand. "Een staatsobligatie op tien jaar brengt maar 0,6 procent op. De 3,25 procent verder garanderen is onmogelijk. Doordat de bedrijven het tekort zelf moeten bijpassen, zouden ze de komende jaren een enorme pensioenfactuur moeten financieren. Zo neem je alle zuurstof weg om nog te investeren", aldus Assuralia in De Standaard.

Het systeem is populair, omdat de pensioenen in België laag zijn en omdat het een manier is om werknemers te belonen zonder daar veel fiscale lasten op te betalen. Zo is het een vorm van uitgesteld loon geworden. Werknemers zien af van een reële loonsverhoging en kiezen voor een verhoging van het aanvullend pensioen.

Mocht dat rendement zo hard zakken als Assuralia voorstelt, dan zouden sommige werknemers tot meer dan 100.000 euro verliezen.

Contractbreuk

De vakbonden zien een verlaging niet zitten. “Wij kunnen ons niet van de indruk ontdoen dat de verzekeraars, in navolging van de banken, hun klanten, in dit geval de werknemers, willen laten opdraaien om hun winstcijfers aan te houden of te verbeteren”, reageert de socialistische bediendenvakbond BBTK.

"In tijden dat zij meer rendement haalden dan het gegarandeerd rendement van 3,25 procent hebben wij hen niet gehoord. Wij gaan ervan uit dat zij dan voldoende reserves hebben aangelegd, want uiteindelijk is dat de garantie van een goed beheer. Begin dit jaar afficheerden de pensioenfondsen nog dat over de laatste 5, 10 en 20 jaar zij een reëel rendement na inflatie behaalden van respectievelijk +5,4 procent, +3,3 procent en +4,2 procent per jaar."

“Je kan dit alleen maar bestempelen als contractbreuk. De verzekeraars wentelen zo het risico af op de verzekerden. Ze handhaven hun premiebedragen, maar willen de garanties fundamenteel verlagen”, reageert Ferre Wyckmans van de christelijke bediendencentrale LBC-NVK.

Rendementsgarantie

De vakbonden kijken nu in de richting van de minister van Pensioenen, Daniel Bacquelaine. In het regeerakkoord staat een zinnetje over die rendementsgarantie. “De regering zal erop toezien dat een minimum rendementsgarantie blijft bestaan, waarbij er een billijke verhouding moet bestaan tussen deze rendementsgarantie en de reële rendementen.”

Helemaal geruststellend voor de vakbonden is dat niet.   

Vandaag op de hoogte van de wereld van morgen?