De winnaars en de verliezers van het akkoord met Griekenland

Teaser fallback community afbeelding
Vrijdag zetten de Griekse regering en de leiders van de eurozone hun handtekening onder een akkoord. Wie won en wie verloor? Dat is minder duidelijk dan op het eerste zicht lijkt. Maar één ding is wel zeker: als de Grieken verliezen, verliezen we allemaal.

Zoals na elke moeizame bereikte deal wordt een oorlog uitgevochten over de interpretatie. Elke partij probeert zich als winnaar te profileren. De Duitse regering gaat daar het verst in. Voor minister van Financiën Wolfgang Schäuble is een overwinning slechts totaal als de nieuwe Griekse regering plat op de buik gaat. “De Grieken gaan het zeker moeilijk hebben om deze deal uit te leggen aan hun kiezers”, zo probeerde hij de vernedering van zijn tegenstander totaal te maken.

Daarom is het nuttig om het stof even te laten neerdalen en het slagveld te overzien. Dan pas kan je zien wat er overblijft van de twee strijdvoerende partijen en welke verliezen zij geleden hebben.

Voor het begin van de onderhandelingen was de sitatie vrij duidelijk. Zeven jaar van genadeloze besparingen opgelegd door de troika (de Europese Commissie, de Europese Centrale Bank en het IMF) hebben Griekenland tot over de afgrond geduwd.

Een kwart van de bevolking is werkloos. Driekwart van die werklozen zoekt al meer dan een jaar vruchteloos naar werk. Dertig procent van de bedrijven moest de deuren sluiten. Aan de loonkost ligt het niet. De Griekse lonen daalden met liefst 40 procent. Bijna één op drie Grieken leeft in armoederisico. Het aantal Griekse gezinnen dat geen elektriciteit heeft, steeg met 250 procent.

'Stop dit beleid'

Na die jaren van ontbering en uitzichtloze ellende durfde de Griekse bevolking eindelijk te stemmen op een partij die zei dat er een einde moest komen aan dat absurde beleid dat de toestand alleen maar erger maakt. Puur economisch leverden al die inspanning niets op. De besparingen deden de economie krimpen met meer dan 20 procent. Daardoor bleef de schuldgraad stijgen.

Voor het uitbreken van de bankencrisis (lees: de diepste economisch crisis sinds 1929 die veroorzaakt werd door een totaal losgeslagen financieel systeem) had Griekenland een schuldgraad van iets meer dan 100 procent. Vandaag is dat 175 procent.

Syriza beloofde het roer om te gooien. De ergste noden van de bevolking moesten gelenigd worden. Het minimumloon moest terug omhoog. Zelfs de armste gezinnen moesten opnieuw toegang krijgen tot elektriciteit. De Griekse economie moest dringend terug groeien en dat kon alleen door te stoppen met de besparingen.

De partij van Tsipras werd beloond voor die beloftes. De oude politieke klasse die verantwoordelijk gehouden werd voor de totale ineenstorting van het land werd weggeblazen. Zelfs de opgang van het neonazistische Gouden Dageraad werd gestuit.

Maar door die beloftes kwam de nieuwe Griekse regering wel lijnrecht tegenover de trojka te staan. De Griekse bevolking heeft gekozen voor Europa. Of tenminste, in de campagne verzekerde Syriza er alles aan te doen om de euro niet op te geven. Uit peilingen blijkt ook dat de Grieken ondanks alles de euro willen behouden.

Een Griekse uitstap uit de euro zou zeker tijdelijk voor chaos zorgen. Griekse banken zouden instorten doordat mensen massaal geld van de rekening halen (wat de afgelopen dagen al gebeurde). De nieuwe Griekse munt zou meteen heel hard in waarde verminderen. Daardoor zou import onbetaalbaar worden. Er zouden grote noden ontstaan, aangezien de Griekse economie alleen niet sterk genoeg is om iedereen te voeden en degelijk onderdak te verlenen.

Hoelang die situatie zou duren, is onduidelijk. Het voorbeeld van Argentinië bewijst dat het land er daarna misschien weer snel bovenop zou kunnen komen. Maar dat blijft gissen en feit is dat de Grieken nu nog niet bereid waren die gok te wagen.

Hardliners

Dat was het uitgangspunt van de onderhandelingen met de eurozone. Als Griekenland de euro behoudt, heeft het nieuwe hulp nodig om de schulden af te betalen. De eurozone, onder leiding van de Duitse hardliners, wil die hulp enkel geven als de Grieken zwaar blijven besparen.

In die onderhandelingen komen de Grieken verzwakt aan de start. Mocht de Griekse regering met een mandaat van de bevolking kunnen dreigen met een zogeheten Grexit zou de situatie helemaal anders zijn. Zo'n uittreding van Griekenland uit de eurozone zou namelijk ook de stabiliteit van de euro in gevaar brengen. Het is onzeker wat er dan allemaal zou gebeuren. Waarschijnlijk zouden andere landen in het zuiden van Europa dan ook opnieuw zwaar in de problemen komen.

Zodra hardliner Schäuble wist dat de Griekse regering geen stok achter de deur heeft, kon hij zijn positie verharden. Griekenland kon alleen nieuwe steun krijgen als het besparingsprogramma intact bleef.

De situatie werd bemoeilijkt door het feit dat de nieuwe Griekse regering nog geen duidelijk en uitgewerkt programma heeft om de economie uit het slop te halen. Er zijn wel pistes: de corruptie aanpakken, eindelijk ook eens de fortuinen van de rijkste 1 procent viseren, het minimumloon verhogen, opnieuw investeren in infrastructuur, etc. Maar dat moet nog allemaal in concrete, haalbare plannen worden gegoten.

Primair overschot

De Griekse minister van Financiën Yanis Varoufakis begon daarom al snel op één symbool te mikken. In de oorspronkelijke plannen van de trojka staat dat de Griekse overheid een primair overschot moet bereiken van 4,5 procent. Dat is het verschil tussen uitgaven en inkomsten zonder de interestlasten.

Nu heeft de Griekse regering door een onmenselijke inspanning een overschot van 1,5 procent bereikt. Varoufakis en Tsipras vinden dat dat genoeg is. Als we nu de tekst van het akkoord lezen, zien we dat die 4,5 procent-doelstelling niet herhaald wordt.

“The institutions will, for the 2015 primary surplus target, take the economic circumstances in 2015 into account.”

De 'instellingen' – het woord 'trojka' moest plaats maken voor dat eufemisme – gaan dus rekening houden met de economische omstandigheden. De Griekse regering hebben op dat punt dus gewonnen. Gedurende zeven jaar weigerde de trojka rekening te houden met de economische realiteit.

Op andere vlakken lijken de Grieken verloren te hebben. In het akkoord staat dat de Grieken voorbije hervormingen niet mogen terugschroeven.

“The Greek authorities commit to refrain from any rollback of measures and unilateral changes to the policies and structural reforms that would negatively impact fiscal targets, economic recovery or financial stability, as assessed by the institutions.”

Maar ook hier moet je elk woord lezen. Het tweede deel van die paragraaf is ook belangrijk. De Griekse regering krijgt tot maandag de tijd om al enkele maatregelen voor te stellen. Varoufakis maakte al duidelijk dat het akkoord dood en begraven is als de eurozone die voorstellen afwijst.

Het akkoord bevat nog andere deadlines. In april moet er een uitgewerkt akkoord zijn over de hervormingen die Griekenland wil en binnen vier maanden moet er zicht zijn op een nieuw hulpprogramma.

De Grieken hebben dus tijd gewonnen. In deze moeilijke en historische omstandigheden zonder precedent is dat niet oneerbaar.

Ravages

Wie na de afgelopen onderhandelingen toch iemand met de vinger wil wijzen, kan niet voorbijgaan aan de houding van de leiders van de Europese Unie. Een economisch beleid dat heel duidelijk gefaald heeft, wordt door de kiezers afgestraft. Toch krijgt de nieuwe regering het mes op de keel gezet om dat beleid gewoon verder te zetten.

Objectief gezien is Duitsland pro-Grexit en pro-Gouden Dageraad, schrijft de Amerikaanse econoom en Nobelprijswinnaar Paul Krugman. Europa wordt geregeerd door mensen die nog liever neonazi's aan de macht brengen dan de enge belangen van hun eigen banken te schaden door de ergste nood van een heel volk én hun eigen bevolking te lenigen.

Deze week raakte bekend dat de armoedecijfers in Duitsland nooit zo hoog zijn geweest sinds de hereniging. 12,5 miljoen Duitsers zijn arm. Hetzelfde beleid dat de Duitse regering aan Griekenland oplegt, richt ook in eigen land ravages aan.

De nieuwe Griekse regering heeft een eerste dreun gekregen, maar staat nog recht. Zij moet nu de bevolking klaarstomen voor de tweede ronde. Wie meeleeft met de Grieken, heeft een grote verantwoordelijkheid. Ook in België, want binnen de eurozone schaarde onze regering zich bij monde van minister van Financiën Johan Van Overtveldt bij de hardliners.

Kritiek geven op de zwakte van de Griekse regering is makkelijk als we onze eigen politici niet eens in toom weten te houden.  

Vandaag op de hoogte van de wereld van morgen?