Het rommelt in de Turkse regeringspartij

Drie maanden voor de parlementsverkiezingen in Turkije lijkt de eensgezindheid binnen de regerende Partij voor Gerechtigheid en Ontwikkeling (AKP) stevig onder druk te staan. Premier Davutoglu gaat zijn eigen gang en Hakan Fidan, de steun en toeverlaat van partijleider Erdogan, heeft plots ontslag genomen als hoofd van de inlichtingendienst.

donderdag 19 februari 2015 13:42
Spread the love

Toen Erdogan vorig jaar president werd, volgde Buitenlandminister
Davutoglu hem op als premier. Gezien Davutoglus trouw aan Erdogan,
zoals bij de campagne tegen de Gülenbeweging, was dat een voor de
hand liggende keuze.

De laatste tijd begint Davutoglus loyaliteit richting Erdogan
scheuren te vertonen. Hij kan dan een kleinere gestalte hebben dan de
lange Erdogan, maar het wordt steeds duidelijker dat hij qua ego niet
veel voor hem onderdoet.

Davutoglu doet nog vaak wat van hem verwacht wordt. Zo steunt hij de
door Erdogan bepleite nieuwe (en zeer controversiële)
veiligheidswet, die onder andere het gebruik van vuurwapens door de
politie bij demonstraties mogelijk maakt. In andere opzichten
manifesteert Davutoglu zich echter steeds vaker als dwarsligger.

Presidentieel systeem

Zoals bekend wil Erdogan zijn autocratisch getinte leiderschap
bekronen met een presidentieel systeem. Davutoglu speelt een
belangrijke rol in dat streven. Hij moet bij de komende verkiezingen
voor minstens 330 AKP-zetels in het parlement zorgen. Nog meer als
het even kan, want vanaf 367 zetels is er geen referendum nodig om de
nieuwe grondwet erdoor te kunnen jassen die het presidentieel systeem
mogelijk maakt.

Als Davutoglu zich van zijn taak kwijt, is zijn kans verkeken op een
serieus premierschap. Dat verklaart waarom hij erg lauw doet over
Erdogans plan om veel democratische rompslomp van zich af te
schudden. Davutoglu liet zich pas over het presidentieel systeem uit
nadat Erdogan ‘Ahmed bey’ daartoe had opgeroepen. En zelfs toen
bleef hij erg vaag, wat niet lekker zal zijn gevallen in dat immense
paleis te Ankara.

Corruptie

Er steekt meer. Toen het parlement besliste over vier (oud)ministers
die eind 2013 tegen de lamp liepen in verband met corruptie, liet
Davutoglu doorschemeren geen tegenstander te zijn van hun vervolging.

Er waren er meer binnen de AKP die het op een proces aan wilden laten
komen. Verschillende parlementariërs, en ook AKP-leden van de
onderzoekscommissie inzake corruptie. Erdogan zag zich genoodzaakt om
deze commissieleden op andere gedachten te brengen, om te voorkomen dat
die vier voor de Hoge Raad zouden worden gesleept.

Transparantiewet

Davutoglu steunde verder een voorstel tot een ‘transparantiewet’,
waardoor politici verplicht zouden worden om eens in de twee jaar
aangifte te doen van hun bezittingen. Erdogan zei – erg veelzeggend –
dat met deze wet ‘niemand gevonden kan worden om het werk te doen’. Hij greep wederom in en het wetsvoorstel ging op de plank, in ieder
geval tot na de verkiezingen.

Erdogan zette Davutoglu verder op zijn plaats door naar een clausule
in de grondwet te grijpen die de president onder noodomstandigheden
het recht geeft om de ministerraad voor te zitten. Van
noodomstandigheden was geen sprake, maar Erdogan deed het toch.
Davutoglus gezicht sprak nadien boekdelen.

Fidan

En zo werd het 6 februari, de dag waarop Hakan Fidan, de baas van de
Turkse inlichtingendienst MIT, zijn ontslag aankondigde en zich
kandidaat stelde voor de verkiezingen. Het kwam als een duveltje uit
een doosje; er ging een schok door het land.

Fidan werd in 2010 hoofd van MIT, na eerder assistent van Erdogan te
zijn geweest. Daarvoor had hij de leiding in handen over de Turkse
organisatie voor ontwikkeling en samenwerking (TIKA).

TIKA richtte zich aanvankelijk vooral op voormalige Sovjetrepublieken
in Centraal-Azië, waar ook de Gülenbeweging erg actief was.
Seculiere kranten noemden Fidan een Gülenvolgeling en daar zat veel
in. Ik kan me goed herinneren dat hij na zijn benoeming bij MIT geprezen
werd op de Amerikaanse website van Fethullah Gülen voor zijn werk
bij TIKA.

Maar goed, Erdogan en Gülen konden toen nog door één deur. Nadat de
verhoudingen verzuurd waren geraakt, koos Fidan voor Erdogan. Pijnlijk
voor Gülen, die binnen veel staatsinstanties mannetjes heeft zitten,
maar niet bij MIT.

PKK

Dat Gülen een doelwit maakte van de ‘overloper’ Fidan, werd
duidelijk op 6 februari 2012. Die dag gaf de tot de Gülenbeweging
behorende aanklager Sadrettin Sarikaya opdracht tot Fidans
aanhouding. Hij werd ervan beschuldigd onderhandeld te hebben met de
Koerdische PKK, waarmee de Gülenbeweging in Zuidoost Turkije in een
concurrentieslag was verwikkeld.

Opvallend genoeg kondigde Fidan op de dag af precies drie jaar later
zijn ontslag bij MIT aan. Het zal niet verbazen dat de pagina op
Gülens Amerikaanse website waarop Fidan geprezen werd, ondertussen
van het internet is verdwenen. Zo past de Gülenbeweging de geschiedenis
aan. Het was niet de eerste keer, en het zal evenmin de laatste zijn.

Israël

Gülens volgelingen namen Fidan ook onder vuur over zijn rol bij het
Internationaal Atoomenergieagentschap (IAEA), omdat hij zich daar
pro-Iran en anti-Israël opstelde. Die beschuldiging sloot aan bij
zowel de goede banden van de Gülenbeweging met de staat Israël, als bij de forse kritiek die Fidans baas Erdogan op dat land heeft.

Des te saillanter is het dat Fidan sinds zijn benoeming tot hoofd van
MIT minstens twee ontmoetingen had met de chef van de Israëlische
Mossad, waarvan een tijdens het Geziparkprotest in Istanbul.

Een enigmatisch heerschap, die Fidan, al staat vast dat hij Erdogans
steun en toeverlaat werd, ook in de campagne tegen Gülen. Zo kreeg
hij de reputatie de op één na machtigste man in Turkije te zijn.

Reacties

Davutoglu reageerde niet afwijzend op Fidans vertrek bij MIT. Hij zei
dat Fidan zich op verschillende manieren dienstbaar kan maken voor
Turkije. Volgens sommige waarnemers ging het verder en werd Fidan
door Davutoglu uitgenodigd om de politiek te betreden.

Erdogan reageerde erg afwijzend. Hij zei het een groot verlies te
vinden om zijn vertrouweling en ‘geheimenbewaarder’ te moeten
missen. Maar verder was het volgens Erdogan aan Davutoglu, omdat hij
niet bij machte was in te grijpen. Opmerkelijk, want Erdogan laat er
doorgaans geen twijfel over bestaan de absolute leider te zijn, ook
sinds hij president is. Dat benadrukte hij recentelijk nog met de
hierboven beschreven interventies in het parlement.

Dat Erdogan nu opeens zegt niet alle macht te hebben, kan
geïnterpreteerd worden als een manoeuvre om verantwoordelijkheid van
zich af te kunnen schuiven. Voor wanneer de berg nationale en
internationale problemen waar Turkije zich mee geconfronteerd weet
oncontroleerbaar wordt.

Öcalan

Ook bij het Koerdische vredesproces kon Erdogan op Fidan bouwen.
PKK-leider Öcalan zou het meeste vertrouwen hebben in Fidan tijdens
onderhandelingen. Als Fidan niet meer direct bij het vredesproces
betrokken is kan dat dan ook gevolgen hebben voor de voortgang
daarvan.

Er wordt gefluisterd dat Fidan en Erdogan ten aanzien van Syrië
meningsverschillen hebben. Zo stond Fidan naar verluidt samen met
Davutoglu achter het door de VS gesteunde plan om Koerdische
strijders uit Irak in het Syrische Kobane tegen IS te laten vechten.
Dit in tegenstelling tot Erdogan, die tegen de komst was van de
‘peshmarga’ naar Kobane en daarbij steun vond bij de
strijdkrachten, met wie hij het beter kan vinden sinds hij tegen
Gülen ten strijde trekt.

Ministerspost

Iedereen is het erover eens dat Fidan zich niet verkiesbaar stelt om
stilletjes in het parlement te zitten. Een ministerspost ligt voor de
hand. Buitenlandse Zaken, of misschien zelfs wel het premierschap.
Over wat er precies speelt, lopen de meningen echter sterk uiteen.

Er wordt gezegd dat Fidan zich van Erdogans plannen in Syrië wil
distantiëren, omdat hij daar een risico in herkent. Anderen houden
het op een stukje theater waarbij Erdogan er juist op uit is om Fidan
premier te laten worden nu Davutoglu dwarsligt. Erdogans geklaag over
Fidans vertrek is dan niet meer dan een onderneming om voorafgaand
aan de verkiezingen geruchten te ontzenuwen over een conflict in de
partijtop.

AKP-gezinde columnisten spreken een conflict tussen Erdogan en
Davutoglu tegen, maar toen de eerste tekenen van de ruzie tussen
Erdogan en Gülen zichtbaar werden schoten ze in dezelfde ontkenningsmodus.

Fidans opvolging bij MIT is ook al in nevelen gehuld. Een van de
namen die valt, is die van Serdar Kilic, de huidige Turkse ambassadeur in
de VS. Erdogan sprak kort nadat Fidan zijn ontslag bij MIT had
aangekondigd met Kilic, toen hij na een voortijdig afgebroken bezoek
aan Mexico een onverwachte tussenstop in de VS maakte.

Antwoorden zullen in ieder geval niet voor de verkiezingen komen. Pas
daarna zal meer duidelijk worden over de politieke toekomst van
Turkije. Alles wijst er echter op dat het in de tussenliggende
maanden spannend zal blijven.

Peter Edel is schrijver van De diepte van de Bosporus, een
politieke biografie van Turkije (2012, Uitgeverij EPO, Antwerpen)

take down
the paywall
steun ons nu!