Memento Park: de hilarische zelfvernietiging van de herdenkingsindustrie

Teaser fallback community afbeelding
Thomas Bellinck en zijn gezelschap Steigeisen brengen in samenwerking met KVS een verpletterende satire over de herdenkingsindustrie rond de Eerste Wereldoorlog. Theaterhater en eeuwige criticaster Lieven De Cauter laat voor een keer zijn enthousiasme de vrije loop: "Dit is politiek theater van de bovenste plank. Een bazooka van een voorstelling".

Wanneer ik wat dan ook zie of hoor over de herdenkingsindustrie rond – ja, ik zal het woord hier één keer schrijven – de Eerste Wereldoorlog, dan vraag ik mij al maanden radeloos af: wie zal dat allemaal voor eens en voorgoed aan de schandpaal nagelen? Ik wou er wel tien opiniestukken over schrijven, maar ach… het zou boter aan de galg zijn geweest. Een druppel op een gloeiende plaat. Nee, je maakt er gewoon een hilarisch theaterstuk over, veel beter. Het surft mee op de golf (en wie weet de subsidies), het is een deel van de hype en het gebruikt citaten uit die hype. Documentair theater! Klinkt niet erg appetijtelijk maar Thomas Bellinck en zijn bende (die Steigeisen heet) doen het swingen als de beesten.

Het begint al met de proloog, zoals dat hoort voor het gesloten doek. Een Engelse dialoog over re-enactment die de oren doet spitsen, ik dacht al meteen dit is een doordenkertje (en keek naar mijn buurman die mij had meegesleurd naar theater). Het decor: magnifiek. Marthaler, Lynch en Fellini zouden gezamenlijk likkebaarden. Iets van een oude cinemahal, een rotonde met heel veel deuren, alleen maar deuren. Een deurenkomedie in een oude cinemahal, dat is het. Prachtig. Poëtisch. Scenograaf Stef Stessels heeft om zo te zeggen Cinema Paradiso omgeturnd tot een sinister themapark: Memento Park.

De beschrijving van de musical van Studio 100 over het thema (en het huzarenstukje met het rijdende publiek, weet je wel) levert een heerlijke opener tot dit metatheater, want dat is het wel: theater over theater, één lange meditatie over onze spektakelmaatschappij en de vermarkting van alles, ook onze doden, ook ons pijnlijkste verleden. Maar in plaats van te ranten laat de regisseur gewoon in een prachtige parodie louter op basis van citaten zien wat de herdenkingsindustrie is.

Marketingclichés

Een van de vele hoogtepunten van deze voorstelling is waar Bellinck uitgebreid de marketeers over Flanders Fields aan het woord laat. Het neoliberalisme in de vorm van een kleffe clownerie, marketing van een sterk merk met het bloed van miljoenen. Een van de mooiste kritieken op de obsceniteit van de marketing van het verleden die mij ooit onder ogen kwam. Een spreekkoor van citaten die je doen lachen maar tegelijk een fataal verdict zijn dat de spektakelmaatschappij over zichzelf afroept. Vooral het spervuur van marketingclichés over meerwaarde en dies meer in het afgeratelde Double Dutch van Karlijn Sileghem en de bijna welgemeende verkooppraatjes in het West-Vlaamse Vlaams van Joris Hessels levert een duet dat tegelijk de hersenen doet knetteren en op de lachspieren inwerkt. De hele cast verdient een pluim maar Hessels en Sileghem schitteren, wellicht juist door de strakke, bijna onderkoelde regie. Het billenkletsen gebeurt in de zaal, niet op het podium.

Gemakkelijk maakt de regisseur het zich niet, want na het eerste deel volgen meer heikele thema’s, zoals de hedendaagse wapenindustrie en het feit dat alle technologische vooruitgang uit de bewapeningswedloop voortkomt. Ook een beresterke dialoog (tussen Marjan De Schutter en Mark Verstraete). De woede-uitval (van medestichter van het gezelschap Jeroen van der Ven), een citaat uit een interview, het enige moment dat Bellinck zelf aan het woord komt, is een woede-uitval over de plechtige herdenking van de onbekende soldaat met achter de dranghekkens protesterende Afghaanse vluchtelingen (Bellinck zette zich in voor asielzoekers). Allegorisch. Schrijnend. Pakkend.

Zelfvernietiging

Dus het is zeker niet allemaal louter cerebraal theater, en ook geen vrijblijvende satire. Nee, de hele voorstelling wordt aangedreven door een van de mooiste van alle politieke emoties: de woede. Misschien is dit de sleutelscène? De onderbreking, de cesuur in de vloedgolf van waanzinnige, ja immorele verkooppraatjes. Deze voorstelling laat geen spaander heel van die hele toeristische en gemediatiseerde machinerie. 

Ik stond ook duidelijk niet alleen met mijn enthousiasme. De hele zaal zat constant te gniffelen, af en toe onderbroken of aangevuurd door luide lachsalvo’s. Intelligent, relevant en intens geestig: politiek theater van de bovenste plank. (Ik zou bijna de school waar Bellinck het vak leerde, durven feliciteren…) En dat allemaal alleen op basis van citaten (het kan niet genoeg herhaald worden), citaten van toeristische diensten, marketeers, parlementaire vragen en ander bepaald prozaïsche bronnen! Niet te geloven: een wonder. Een mirakel waar ik al maanden nagelbijtend op zat te wachten: de hilarische zelfvernietiging van de herdenkingsindustrie! Gaat dat zien, gaat dat zien! Een bazooka van een voorstelling. Dit is wat theater moet zijn: aanstekelijk, geestig, betoverend, poëtisch, clownesk, kritisch, lucide, verpletterend, en broodnodig.

De trailer van Memento Park vind je hier.

Vandaag op de hoogte van de wereld van morgen?