Homans wil OCMW afschaffen, pardon, ’inkantelen’ in gemeentebestuur
De argumentatie luidt: versterken van synergie en efficiëntie. Daar kan toch niemand tegen zijn. Maar de ervaring van anderhalf jaar binnen het OCMW oppositie voeren tegen de Antwerpse asociale proeftuin o.l.v. Liesbeth Homans en een nauwkeurige lezing van haar plannen doet iets anders vermoeden.
“Van religieus-caritatieve initiatieven naar publieke dienstverlening, van 'onderstand' en armoedebestrijding naar algemeen sociale dienstverlening” … en nu dus terug
De conceptnota van Homans begint met een mooie samenvatting van de ‘voorgeschiedenis’ van het OCMW. Onder Frans bewind einde 18° eeuw werden de openbare ‘Burelen van Weldadigheid’ opgericht. Verplicht in elke gemeente en belast met hulp aan de armen. Deze bestonden naast de Commissies van Burgerlijke Godshuizen.
Dat was private liefdadigheid die zich ook bezighield met alle vormen van institutionele dienstverlening zoals weeshuizen, bejaardentehuizen en ziekenhuizen. In 1925 werden de commissies en de Burelen verenigd in één publieke dienst voor armenzorg in elke gemeente.
Die verplichte dienst heette toen de Commissie van Openbare Onderstand (COO). In 1976 werd deze vervangen door de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn (OCMW). Maar ook de opdracht werd flink en vooral structureel uitgebreid: niet enkel het verstrekken van onderstand maar het verzekeren van maatschappelijke dienstverlening aan wie verblijft in de gemeente.
Dit moet personen in staat stellen ‘een leven te leiden dat beantwoordt aan de menselijke waardigheid’ (artikel 1 van de OCMW-wet). In 2008 werd de opdracht van het OCMW nog uitgebreid met artikel 2: ‘om op lokaal niveau duurzaam bij te dragen tot het welzijn van de burgers’.
M.a.w. de OCMW’s hebben als hoofdopdracht de sociale grondrechten van alle burgers duurzaam te garanderen. De conceptnota besluit: “De hier uiterst kort geschetste geschiedenis toont onmiskenbaar de volgende evoluties: van religieus-caritatieve initiatieven naar publieke dienstverlening, van onderstand en armoedebestrijding naar algemeen sociale dienstverlening”. (p.3)
“Verzelfstandiging betekent gewoon richting privatisering gaan, met alle kwalijke gevolgen van dien“
Onder het vorige bestuur van Patrick Janssens (SP.a) en Monica De Coninck (SP.a) werd het Antwerps OCMW al serieus afgeslankt. De ziekenhuizen werden ‘verzelfstandigd’ in het Ziekenhuis Netwerk Anwerpen (ZNA), de thuiszorg, woonzorgcentra, de serviceflats en de dienstencentra in het’ Zorgbedrijf Antwerpen’. Verzelfstandiging betekent gewoon richting privatisering, met alle kwalijke gevolgen van dien.
De CEO
De CEO’s en directeurs van deze verzelfstandigde bedrijven krijgen toplonen die vergelijkbaar zijn met de privé. ‘“Exuberant” en “buiten elke proportie”, noemde provinciegouverneur Kathy Berx deze vergoedingen toen het ACV hiertegen een klacht indiende.
Deze heren verdienen namelijk ruim tweemaal de wedde van de burgemeester of van de hoogste stadsambtenaar in rang. De vergoeding van de CEO van ZNA, Bruno Holthof, is nog niet bekend. Deze manager die afkomstig is van het consultancy bureau Mc.Kinsey schijnt een toploon te krijgen vergelijkbaar met wat voor zijn positie op de Amerikaanse markt geboden zou worden.
Hopelijk horen we meer over zijn verloning op de gemeenteraad van maandag 26 januari. Ik heb hierover namelijk een interpellatie ingediend. Al twee jaar geleden had Bart De Wever beloofd dat hij volledige transparantie zou schapen in de verloning van het management van de autonome bedrijven.
Het personeel
“De werkdruk voor het personeel is al zeer hoog. Vele overuren kunnen niet opgenomen worden”
Voor het gewone personeel gaat het de andere kant op. Het personeel verliest haar vast statuut. Zij verdienen heel wat minder dan aan het OCMW, verliezen hun werkzekerheid en moeten veel flexibeler werken. Alleen de gedetacheerden blijven nog statutair.
In de boekhouding van het Zorgbedrijf noemt CEO Johan De Muynck die meerkost voor de statutairen veelzeggend en letterlijk ‘kosten voor de sociale vrede’. Poetswerk en logistieke functies worden in beide bedrijven meer en meer uitbesteed aan onder-aannemingen. De werkdruk voor het personeel is al zeer hoog. Vele overuren kunnen niet opgenomen worden.
De laatste vier jaar werden op ZNA al 340 jobs geschrapt. In deze legislatuur moeten er nog 105 bijkomende FTE sneuvelen. Onlangs werd de zondagpoets in de ZNA- ziekenhuizen afgeschaft. Dat stelt problemen voor de hygiëne. Onthaalpersoneel wordt vervangen door geïnformatiseerde kiosken, medische secretariaatspersoneel moet vertrekken.
Dienstverlening wordt 'ontmenselijkt'
Onder het alibi van ‘responsabilisering’ moet iedere specialist binnen ZNA instaan voor zijn eigen kosten voor logistiek en personeel. . M.a.w. ZNA financiert zijn eigen medische diensten niet meer naar behoeften, maar marktconform. Dat brengt de kwaliteit van de medische behandelingen in gevaar.
Chirurgen hebben ineens geen instrumentisten meer nodig. Anesthesisten doen epidurale infiltraties op hun eentje, zonder hulp van verpleegkundigen om de zaken aan te geven. Op de polyklinieken is er geen verpleegkundige ondersteuning meer. In een artikelenserie in het dagblad De Tijd uitten ZNA-artsen hun twijfels bij dit systeem van zogenaamde kostendeling: “ Ze zien patiënten, die te snel naar huis gestuurd werden, terugkomen met complicaties.
Velen geven toe dat het bang afwachten is tot er fouten gemaakt worden. 'We worden gedwongen alles in rekening te brengen', zegt een chirurg van het ZNA. 'Hebben we die technicus nog nodig tijdens de operatie? Of die psycholoog om onze patiënten te begeleiden? Als de specialisten dat van hun eigen honorarium moeten betalen, is het soms snel beslist. Of ontstaat er ruzie. De ene wil de psycholoog wel, de andere niet.
Het voert de druk binnen de artsenassociaties in de ziekenhuizen op.' 'Die centenstrijd', zegt de chirurg, 'wordt uitgevochten op de rug van de patiënt'. 'Je riskeert dat ziekenhuizen vooral nog geïnteresseerd zijn in de quick wins en de moeilijkere gevallen afstoten. Heupen brengen meer op dan handen. Ruggen meer dan hersenen. Dat soort afwegingen begint te spelen. Snel werken, met zo weinig mogelijk omkadering. Het wordt bandwerk. Sorry, maar daarvoor ben ik geen arts geworden.'” (De Tijd, 19/10/2013)
“Voor de patiënten zijn deze ex-OCMW ziekenhuizen nu de duurste van Antwerpen geworden”
Voor de patiënten zijn deze ex-OCMW ziekenhuizen nu de duurste van Antwerpen geworden. Dat blijkt uit de publicatie van de CM-ziekenhuisbarometer op 9 november 2013. Gemiddeld betaalt de patiënt in ZNA voor een eenpersoonskamer 1891 euro uit eigen zak, waarvan 1271 euro honorariumsupplementen. Dat is zelfs duurder dan het private ziekenhuis Monica, waar de patiënt gemiddeld 1554 euro uit eigen zak betaalt, waarvan 945 euro honorariumsupplement.
Met de kostendeling mochten de ZNA specialisten de ereloonsupplementen op een eenpersoonskamer en bij daghospitalisatie eensklaps verdubbelen van 100 naar 200%. Sinds de verzelfstandiging zijn zo goed als alle specialisten overgestapt naar een BVBA systeem binnen ZNA. Ze werken als een private praktijk binnen ZNA of passen een speedy pass formule toe.
Weken tot maanden wachten voor een afspraak op raadpleging in de polykliniek van het ziekenhuis of dezelfde avond terecht kunnen op de private praktijk, mits een supplement van 30 euro of meer.: Alle radiologen zijn 'gedeconventioneerd'. D.w.z. zij houden zich niet aan de tarieven en kunnen vrij ereloonsupplementen vragen.
Daardoor is ook beeldvorming in ZNA het duurste van alle Antwerpse ziekenhuizen. Bij een routine rugscan betaalt de patiënt op ZNA 30 euro uit eigen zak, tegenover 18 euro in het private Monica en 9 euro op het Universitair Ziekenhuis.
Tot voor kort hadden wij als huisartsen nog de zekerheid dat de specialisten van de ZNA ziekenhuizen geconventioneerd waren, zodat de patiënten daar terecht konden tegen betaalbare prijzen. Dat was een benchmark voor dit openbaar ziekenhuis. Ondertussen boekte ZNA vorig jaar een record winst van 18 miljoen euro en plant ze de bouw van een prestigeziekenhuis op Spoor Noord in een formule van Privaat-Publieke Samenwerking (PPS)..
De senioren in het Zorgbedrijf
“De huurprijs schommelt tussen de 820 euro (kleinste flat) tot 1.240 euro (grotere flat). Gewone Antwerpse senioren kunnen de prijzen voor deze nieuwe serviceflats niet betalen.”
Het OCMW-Antwerpen was gekend voor haar democratische en kwaliteitsvolle dienstverlening aan bejaarden, via thuiszorg, dienstencentra, serviceflats en woonzorgcentra. Ook dat kenmerk erodeert snel sinds de verzelfstandiging. Neem het voorbeeld van de serviceflats.
Voor 350 à 450 euro huur per maand had je een fatsoenlijk serviceflatje. Maar die zijn nu allemaal volzet en met de vergrijzing is de wachtlijst opgelopen tot 6000 senioren. Wat doet het Zorgbedrijf? Het bouwt honderden serviceflats bij in PPS. Met de hulp van Dexia en van projectontwikkelaar Kaïros.
Het woonrechtencertificaat voor één serviceflat kost tussen de 130.000 euro (flatje met één slaapkamer en zonder terras, 54 m2) tot 225.000 euro (flatje met twee slaapkamers en terras, 74 m2). De kopers betalen daarbovenop per maand nog eens 100 euro vaste kosten voor onderhoud en verlichting van de gemeenschappelijke delen en een belasting (roerende voorheffing die ondertussen ook is opgeslagen van 15% tot 21%) die varieert tussen 1.414 euro tot 1.882 euro per jaar, of 118 tot 157 euro per maand. De huurprijs (met vaste kosten) schommelt tussen de 820 euro (kleinste flat) tot 1.240 euro (grotere flat). Hierin zijn de kosten voor nutsvoorzieningen (gas, elektriciteit, water …) nog NIET inbegrepen. Gewone Antwerpse senioren kunnen de prijzen voor deze nieuwe serviceflats niet betalen.
Terug naar commissies van openbare onderstand?
“Het zullen nu de gemeenteraadsleden zijn die rechter moeten spelen over de behoeftigheid van mensen wiens leefwereld meestal mijlen ver staat van deze van de zetelende politici”
Uiteraard dat Liesbeth Homans aan deze schuifaf naar privatisering niets wil doen, integendeel. De conceptnota moedigt verder aan om “de uitvoering van bepaalde sociale taken/opdrachten van het sociale beleid (bijzondere diensten, woonzorgcentra, ziekenhuizen) onder te brengen in verzelfstandigde entiteiten, al dan niet in samenwerking met andere actoren uit de private sector.” (p.15)
“De politieke aansturing gebeurt door de gemeenteraad (…) hierbij gelet op het feit dat veel dienstverlening op het terrein door private actoren wordt geleverd (…) en samenwerking tussen besturen en private actoren een plaats krijgen in het nieuwe model.” En verder: “De private sector speelt en volwaardige en noodzakelijke rol in het lokaal sociaal beleid”.(p.17)
Mie Branders, huisarts bij Geneeskunde voor het Volk en PVDA-gemeenteraadslid in Antwerpen kan meespreken over deze “samenwerking met private actoren op het terrein”. Mie: “Hier krijgen de private Woonzorgcentra ongeveer 50% van hun inkomsten uit overheidssubsidies. Er valt nog heel wat mee te verdienen.
Onafhankelijk Zorgnet Vlaanderen (= de private sector) werkt zelfs sinds een weekje samen met VOKA (= de private sector) om de zorg verder uit te bouwen, lees : winst te maximaliseren op ouderen. In Nederland staan de gebouwen nu leeg. Het is zelfs te duur om ze te verhuren voor woningen. Want de gemeenschappelijke leefruimtes en de kamers zijn te groot om er genoeg winst uit te slepen.
De nadruk ligt er nu op de extra-murale zorg, dat is veel beter. Jammer dat daarvoor de budgetten ook verminderd zijn.... In België brachten wij onlangs uit dat de Raad van Bestuur van het netwerk Armonea (een cluster van een 80-tal woonzorgcentra) bemand wordt door ... Fréderic De Mébius (hoofdinvestereerder bij AB Inbev), Olivier Davignon (neefje van) en Rudi Thomaes (hemzelf van't VBO). Ze maakten 23 miljoen euro winst en betaalden 8000 euro belastingen.
Omdat ze toch zo goed investeren in nieuwe zorgcentra en onze economie zo goed doen draaien. Dankuwel ! Ondertussen moeten mijn patiënten in Heydehof (Armonea Hoboken) besparen op boter en suiker bij de boterham. Die wordt er sinds vorig jaar gerantsoeneerd. En onze top-kapitalisten kwamen bij het district aankloppen voor een subsidie van 600 euro om met de ouderen naar Plankendael te kunnen gaan ! Hoe durven ze?”.
Wat er nog van het OCMW overblijft, voornamelijk activering en individuele bijstand, wordt als zogenaamde kerntaak in gekanteld in het gemeentebestuur. Dat heeft een aantal kwalijke gevolgen.
Vroeger was de logica: het OCMW zorgt voor bijstand en maatschappelijke dienstverlening voor alle bewoners. Hiervoor werd het instituut gefinancierd volgens de noden. Als het OCMW tekorten had, dan paste de Stad bij. Dat is nu gedaan. Het OCMW wordt met zijn begroting mee opgenomen in het keurslijf van de stedelijke begroting.
Tenslotte moeten de gemeenten “bijzondere bijstandscomités in het leven roepen om de toekenning van individuele steun via neutrale dossierbehandeling mogelijk te maken” (p.11) Homans schrijft: “Uiteraard zal ik erover waken dat in al de integratievoorstellen (…) niet-gepolitiseerde individuele dienstverlening zoals die vandaag de dag gevrijwaard wordt in het OCMW-decreet behouden blijft.” (p.8) .
De huidige bijstandscomités die beslissen over individuele hulpverlening bestaan uit 8 politici OCMW-raadsleden. Dit vond ik één van de meest mensonterende ervaringen tijdens mijn OCMW-werk. Politici die rechter moeten spelen om iemands behoeftigheid, iemands goede wil, iemands bereidheid tot arbeid, iemands bereidheid tot het leren van het Nederlands… te beoordelen?
Soms gingen die deliberaties gepaard met een degoutante, arrogante houding en opmerkingen. Gespekt met vooroordelen, insinuaties en subjectivisme. ‘Mijn intuïtie zegt …, mijn buikgevoel zegt…, dat waren nu eens krokodillentranen… ’ waren veel gehoorde opmerkingen.
Het hangt er dus vanaf bij welke politici in welke bijstandscomité je dossier terecht komt welke kans je maakt op leefloon of andere bijstand. Aan deze willekeur en aberratie verandert de in kanteling van Homans niets, integendeel. Het zullen nu de gemeenteraadsleden zijn die rechter moeten spelen over de behoeftigheid van mensen wiens leefwereld meestal mijlen ver staat van deze van de zetelende politici.