Het was één van de meest schrijnende details van de afgelopen week. De Nigeriaanse president Goodluck Jonathan bood zijn condoléances aan na de aanslagen in Parijs maar bleef stil over de slachtoffers in zijn eigen land.
Volgens Amnesty International kwamen er mogelijk 2000 mensen om het leven bij een aanval begin januari door de terreurbeweging Boko Haram op enkele woongebieden in het noordoosten van Nigeria in en rond de stad Baga. De mensenrechtenorganisatie ondersteunt die bewering donderdag met satellietbeelden van het gebied. Volgens die beelden werden 3700 gebouwen vernietigd.
Het Nigeriaanse leger houdt het op 150 doden, onder wie veel strijders van Boko Haram. Om de waarde van die bewering in te schatten, is het belangrijk te weten dat de Nigeriaanse autoriteiten de slagkracht van Boko Haram altijd geminimaliseerd hebben. De overheid wil niet de indruk wekken dat ze de situatie niet onder controle hebben. Zeker niet nu Nigeria afstevent op woelige presidentsverkiezingen. Op 14 februari hoopt Goodluck Jonathan herverkozen te worden.
De slachtoffers vielen nadat militanten van Boko Haram een legerpost veroverd hadden in Baga. De stad en het gebied errond werd grotendeels vernield. Opmerkelijk is dat die legerpost als uitvalbasis moest dienen om de stellingen van Boko Haram in de regio aan te vallen. Het was meteen ook één van de laatste legerbasissen in het noordoosten van het land.
Het ziet er dus niet naar uit dat het leger de opmars van Boko Haram snel onder controle zal krijgen. Nochtans slorpt het jaarlijks een vijfde van de begroting van het land op.
Opgestaan uit de doden
Vijf jaar geleden kondigde dat leger triomfantelijk maar voorbarig het einde aan van Boko Haram. Die beweging zelf bestond toen zeven jaar.
Boko Haram werd in 2002 opgericht door Mohammed Yusuf. Het begon als een religieus complex met een school en een moskee. Arme gezinnen stuurden hun kinderen naar de school. Boko Haram is trouwens een bijnaam en betekent 'Westers onderwijs is verboden'.
De ambitie van Yusuf was groot. Op termijn wou hij een islamitische staat oprichten. Zijn aanhangers rekruteerde hij door scherp uit te halen naar de corruptie van de overheid. Aanvankelijk ging de beweging vreedzaam te werk.
In 2009 liep het mis. Boko Haram nam toen wraak voor de arrestatie van enkele leden en voor een aanvaring met de politie tijdens een begrafenisplechtigheid. Enkele politiekantoren werden aangevallen.
Het leger en de politie sloegen terug en meer dan 700 mensen, onder wie veel aanhangers van Boko Haram, kwamen om het leven. Ook Yusuf werd gearresteerd en gedood in de gevangenis. Zijn lijk werd getoond op tv.
De beweging was echter snel terug op de been en ging deze keer voluit voor de gewapende strijd. In 2010 slaagde Boko Haram er al in om 105 gevangen leden te bevrijden tijdens een raid op een gevangenis. De groep begon haar veroveringstocht met zelfgemaakte wapens. Door de overvallen op politiekantoren en legerbasissen beschikt Boko Haram inmiddels over modern oorlogstuig.
Baga was eerder al het toneel van gruweldaden. In april 2013 hadden militanten van Boko Haram enkele soldaten in een hinderlaag gelokt in de buitenwijken van Baga. Als wraak heeft het leger een groot deel van de stad in vuur en vlam gezet. Volgens Human Rights Watch kwamen daarbij 200 mensen om het leven.
Escalatie
Het conflict escaleert en eist alsmaar meer doden. Van de 16.000 mensen die sinds 2011 om het leven kwamen in het conflict tussen Boko Haram en het Nigeriaanse leger, stierven er meer dan 11.000 in 2014 alleen. Vorig jaar ontvoerde Boko Haram ook 276 schoolmeisjes. Van hen zijn er nog altijd 219 vermist.
In 2014 ging Frankrijk zich ermee moeien. President Hollande nodigde Jonathan uit op een top met staatshoofden van voormalige Franse kolonies zoals Tsjaad en Kameroen, tevens buurlanden van Nigeria. De landen beslisten om Baga te gebruiken als coördinatiecentrum van de oorlog tegen Boko Haram. Er is dus meer dan alleen het tijdstip dat de aanslagen in Parijs verbindt met de terreur in Nigeria.
De terreurgolf in Baga toont het failliet van de strategie van Hollande om Boko Haram militair te verslaan.
Nigeria is sinds vorig jaar de sterkste economie van Afrika. De overheid is voor 80 procent van haar inkomsten afhankelijk van olie. Door de lage olieprijzen staan die inkomsten wel onder zware druk. Maar niet iedereen in het land geniet van die economische groei van de voorbije jaren.
Meer dan 60 procent van de bevolking leeft in absolute armoede. Dat betekent dat meer dan 100 miljoen Nigerianen moeten rondkomen van minder dan 1 dollar per dag. In het noorden loopt het aantal mensen dat in absolute armoede leeft op tot 80 procent.
Het noordoosten van Nigeria waar Boko Haram actief is, is een achtergestelde regio. Boko Haram weet de onvrede over het christelijke zuiden van het land waar een verwesterde elite alle rijkdom naar zich toetrekt goed uit te spelen.
De beweging surft ook op de onvrede over de corruptie in het land. Hoewel Nigeria een belangrijke olie-exporteur is, moet het land brandstof invoeren. De eigen olieraffinaderijen staan na jaren van wanbeheer en corruptie op instorten.
Dankzij de overheidsubsidies bleef de brandstofprijs lange tijd laag, maar daar kwam een einde aan in 2012 toen die subsidies werden afgeschaft onder druk van het IMF. In heel het land werd toen betoogd en gestaakt.
Het geweld van Boko Haram kwam niet uit het niets. Tussen 1999 en 2003 – voor het ontstaan van Boko Haram – vielen er 10.000 doden bij gewelddadige clashes tussen moslims en christenen. In 2000 vielen er 2000 doden bij zware rellen in het noorden van het land.