Solidariteit met Charlie Hebdo
Gewelddadige intolerantie kent geen kleur. In 2011 vermoordde de extreemrechtse Anders Breivik in zijn eentje 77 jonge mensen tijdens een aanslag in Noorwegen. Timothy McVeigh pleegde de aanslag in Oklahoma City (1995) waarbij 168 mensen omkwamen. Zijn motief was gebaseerd op een bijna religieuze haat voor het overheidsapparaat. Maar wellicht was deze fanatieke pleitbezorger van de wapendracht ook psychologisch geraakt als veteraan van de Golfoorlog van 1991. Het gaat om bekende voorbeelden.
In rechtse middens bestaat de neiging om het terrorisme als synoniem te zien van de islam. De islam zou inherent gewelddadig zijn. Het geheugen is kort. Van de kruistochten over de inquisitie, de gewelddadige koloniale missioneringsdrang en president Bush die zich door god liet inspireren voor zijn oorlogen in Afghanistan en Irak: niet religie is het probleem, wel het misbruik ervan door zeloten.
Laat ons ook niet vergeten dat moslims het belangrijkste slachtoffer zijn van gewelddadig religieus fanatisme in landen als Irak en Syrië. In Irak werden honderden academici vermoord, een massamoord op intellectuelen die ver buiten onze media-aandacht plaatsvond. Ook zij werden vermoord omdat ze de vijand waren van blinde fanatici. Wat Charlie Hebdo is overkomen is niet alleen een Franse of Europese zorg, maar een van alle samenlevingen in noord, zuid, oost en west, ongeacht afkomst, filosofische of religieuze overtuiging.
Op de gruwelijke moord op medewerkers van Charlie Hebdo is er maar één antwoord: de pen. De kritische stem is het krachtigste wapen tegen totalitaire ideeën, tegen discriminatie en intolerantie. Journalisten, schrijvers, kunstenaars, politici, activisten mogen zich niet laten meeslepen in het net dat extremisten hebben gespannen om de samenleving te polariseren. Ze willen haat zaaien om haat op te roepen in de hoop zichzelf zo belangrijker en sterker te maken. Het antwoord is dus niet Wilders, De Winter of Le Pen. Zij tappen tenslotte uit hetzelfde extremistische vat en zijn maar al te graag bereid om de uitnodiging tot polarisatie en onverdraagzaamheid te aanvaarden.
Het antwoord is respect, tolerantie, begrip en luisterbereidheid. Daarbij mogen harde woorden vallen, scherpe beelden worden gebruikt. Dat hoort bij een volwassen debat in een rijpe democratie. Charlie Hebdo werd niet altijd goed begrepen. De redactie behoorde tot de felste criticasters van zowel religieuze fanatici als extreemrechts, maar zonder te vervallen in platte beledigingen. Probleem is dat niet iedereen met een open geest is uitgerust om de boodschap achter de cartoons te snappen.
Als het blinde geweld erin slaagt om de vrije mening aan banden te
leggen, dan is het gedaan met onze democratie die al broos en wankel genoeg is. De
vrije mening moeten we koesteren, we moeten ervoor strijden, op straat
komen. En juist omdat de vrije mening zo belangrijk is, moeten we ze ook
behoeden voor misbruik. Vrije mening is er maar als ze gevrijwaard
blijft van racisme en het propageren van haat en geweld.