Nederlandse gezondheidszorg wordt supermarkt geneeskunde

Teaser fallback community afbeelding

“Hoera de zorgverzekering van HEMA”. Deze advertentie tussen de pyjama’s en de patatten van supermarktketen HEMA illustreert mooi de snel oprukkende commercialisering van de gezondheidszorg in Nederland. “Het hele jaar 10% korting op bijna alles van HEMA”, heet zoiets niet koppelverkoop? “Kinderen gratis naar Walibi”, het is niet duidelijk of ze kunnen genieten van de Walibi-speedy pass. Let op, het gaat hier niet voor één of andere gadget of luxe-akkefietje. Het gaat hier om de basisverzekering voor het basispakket aan gezondheidszorg. “Huisartsenzorg verwordt tot supermarkt geneeskunde”, schreef een huisarts.

Voor 2006 had je in Nederland twee categorieën van verzekerde patiënten. Enerzijds de ziekenfondsverzekerden, met een inkomen onder de 33.000 euro bruto in 2005 (39.600 euro aan huidige prijzen), anderzijds de mensen met een hoger inkomen. Die laatsten moesten zich volledig privaat verzekeren. De ziekenfonds patiënten betaalden een premie van 35 euro per maand, per persoon uit eigen zak. Ze betaalden 1,5% op hun brutoloon en de werkgever betaalde ook nog eens 6,5%. Hun ziekenfondsen waren non-profit.

Vanaf 2006 werd dit alles vervangen door één markt van volledige private winstgestuurde Zorgverzekeraars. Iedereen moest zich aansluiten voor het basispakket bij één Zorgverzekeraar. Zogezegd is er acceptatieplicht voor dit basispakket. De Zorgverzekeraars zouden daardoor niemand mogen weigeren. Daarnaast kan iedereen mits hogere premies allerlei aanvullende verzekeringen nemen. De zorg zou door concurrentie tussen de Zorgverzekeraars goedkoper worden en tot meer transparantie leiden, iedereen zou weten wat de zorg waar kost. De concurrentie zou de zorg beter maken. Tenslotte zou het systeem dankzij een zorgtoeslag voor de lage inkomens sociaal blijven en door de acceptatieplicht de solidariteit gegarandeerd blijven. Zo luidde de argumentatie van de voorstanders van de Zorgverzekeringwet. Laten we acht jaar later deze voorspellingen toetsen aan feiten en cijfers.

“Huisartsenzorg verwordt tot supermarkt geneeskunde”

Goedkoper?

  • De premies zijn jaar na jaar gestegen

  • Voor 2015 stijgen de premies tot meer dan 10%

 Zie fig. 2. Premie stijgt jaar na jaar (grafiek)

In 2015 wordt de stijging nog forser. In deze Zorgwijzer krijg je een overzicht van het grote aantal Zorgverzekeraars met uiteenlopende tarieven en aanbiedingen en vooral forse premieverhogingen die  in 2015, die variëren van plus 3 procent tot plus meer dan 10 procent.

  • Vanaf 2008 wordt het eigen risico ingevoerd, dat jaar na jaar stijgt met +142 procent op zes jaar tijd

  • In 2015: eerste 375 euro uit eigen zak te betalen, bij lage basispremie is er 875 euro eigen risico

In 2008 werd het eigen risico ingevoerd, het bedrag dat je volledig uit eigen zak moet betalen, vooraleer je van tussenkomst van de zorgverzekeraar kunt genieten. Dat bedrag neemt jaar na jaar toe: in 2009: € 155; 2010: € 165; 2011: € 170; 2012: € 220; 2013: € 350; 2014: € 360; 2015: € 375. Een stijging van 142 procent op zes jaar tijd. Globaal betekent dit dat de patiënt vandaag hierdoor 3,2 miljard euro zorgkosten extra uit eigen zak betaalt. Het eigen risico geldt niet voor consultatie bij de huisarts en basale verloskundige zorg. Maar wel voor de geneesmiddelen die de huisarts voorschrijft of de technische onderzoeken en verwijzingen voor specialistenzorg en ziekenhuiszorg. Een rapport ‘Brede heroverwegingen Curatieve Zorg ‘ (2010) van de Inspectie der Rijksfinanciën dat adviezen moet geven tot besparingen, adviseert om het bedrag van het ‘wettelijk eigen risico’ nog op te trekken tot 775 euro. De argumenten klinken bekend: “Als consistent sturingsmodel kunnen eigen betalingen het kostenbewustzijn van burgers vergroten en hen helpen in hun keuzegedrag in de zorg en in hun leefstijl. Eigen betalingen leveren ook een financieringsbijdrage”. Daarnaast suggereert het rapport: “Een eigen bijdrage van €5 per huisartsenconsult. De gedragseffecten voorhuisartsenzorg zijn relatief groot omdat verzekerden zelf kunnen beïnvloeden of ze wel of geen zorg vragen.” Terwijl juist internationaal overal, ook bij de Belgische professoren huisartsgeneeskunde, gepleit wordt om in de eerste lijn de remgelden af te schaffen. 

De ‘basispremie vanaf 73 euro per maand’ die je op de bovenstaande advertentie van Hema (Fig.1.) kunt lezen heeft betrekking op een verzekering waarbij bovenop de 375 euro wettelijk verplichte eigen risico ook nog eens 500 euro zogenaamd vrijwillig eigen risico bijkomt. M.a.w. bij die relatief lage basispremie betaal je wel de eerste 875 euro van het jaar aan gezondheidszorg volledig uit eigen zak, voor dat je beroep kunt doen op de Zorgverzekeraar. De basispremie bij Hema met het wettelijke 375 euro eigen risico bedraagt immers 97 euro per maand.

“Het wettelijk eigen risico is gestegen van 155 euro naar 375 euro op vijf jaar tijd. Bij een lagere basispremie moet je de eerste 875 euro van het jaar volledig uit eigen zak”

Beter?

Grote verspilling door concurrentie, reclame en overstapkosten

Jaarlijks verspillen de Zorgverzekeraars een half miljard euro premiegeld aan reclame. Daarbij komen dan nog de overstapkosten. Ieder jaar moeten contracten hernieuwd worden . Er is veel overstap, zoals bij ons tussen de elektriciteit, gas en telecom providers. Bijna 1 miljoen Nederlanders stappen jaarlijks over. In 2012 bedroegen de kosten voor het overstappen alleen al 541 miljoen euro, of 571 euro per overgestapte verzekerde. (De Telegraaf dd.14/10/2014)

Het rapport ‘Brede heroverwegingen Curatieve Zorg ‘ van de Inspectie der Rijksfinanciën raamt de totale besparing op het afschaffen van concurrentie tussen zorgverzekeraars op 950 miljoen euro per jaar!

“Jaarlijks verspillen de Zorgverzekeraars een half miljard euro premiegeld aan reclame”

Artsen en zorgverstrekkers slachtoffer van een gigantische bureaucratie

In een eerdere bijdrage beschreef ik hoe in Nederland de huisarts koopman is geworden. De Zorgverzekeraars werken puur vanuit commerciële motieven op een private markt. Zowel de patiënt als de huisarts moeten zich nu als respectievelijk zorgvrager en zorgverschaffer ‘inkopen’ op die markt. De huisarts moet daarbij ten aanzien van die commerciële ondernemingen leren ‘bluffen, relaties onderhouden, invloed en macht uitoefenen’. Desnoods ‘juridische procedures starten of naar de pers stappen’. ‘Dit ingewikkeld spel’ veroorzaakt bij vele huisartsen ‘slapeloze nachten’, aldus een artikel in een huisartsentijdschrift waarbij advocaten huisartsen bijstaan in hun onderhandelingen met de Zorgverzekeraars. Artsen, therapeuten en ander zorgpersoneel worden gek van het eindeloze onderhandelen met verzekeraars over tarieven, budgetten, behandelingen en verantwoordingen. Artsen worden overruled door de Zorgverzekeraars.

Fig.3. geeft het schema van het onderhandelingsproces dat de huisarts geadviseerd wordt te doorlopen.

Patiënt wordt verknipt in ziektebeelden

In Nederland heeft de huisartsgeneeskunde steeds een zeer vooruitstrevende positie gehad. De uitgangspunten van de fameuze conferentie van Woudschoten in de jaren ’50 zijn internationaal een kwaliteitslabel geworden voor goede huisartsenzorg: continue, integrale, persoonlijke zorg voor patiënten en gezinnen. Nederlandse huisartsen stonden niet alleen op vlak van multidisciplinaire zorg, integrale zorg maar ook van ‘evidence based medicine’ ver voorop, vergeleken met de meeste andere Europese landen. De privatisering en vermarkting van de zorg dreigen deze verworvenheden teniet te doen.

 In juni 2010 publiceerde SP Nederland ‘De huisarts aan het woord’, een grootschalige enquête over de gevolgen van de privatisering van de ziekenfondsen, waaraan 1903 huisartsen deelnamen. Dat betekent 22% van alle Nederlandse huisartsen, een behoorlijk grote respons. De belangrijkste conclusies luiden (de citaten tussen aanhalingstekens zijn letterlijke uitspraken van deelnemende huisartsen)

  • “Geld en cijfers worden de drijfveer in plaats van de zorg en de patiënten”
  • ·87 procent van de artsen vindt de werkdruk de afgelopen jaren toegenomen (…) door toename van administratiedruk en taken. De ingevoerde marktwerking en keten-DBC’s (Diagnose Behandeling Combinatie) leiden tot bovenmatige bureaucratie. Evenals het hybride financieringssysteem (deels abonnement, deels verrichtingen) met regels en tarieven die verschillen per zorgverzekeraar. Meer dan de helft van de artsen is ruim een dag per week kwijt aan administratie
  • ·        Marktwerking leidt tot hogere uitgaven, meer bureaucratie, minder solidariteit, tweedeling en een zorg die vooral gericht is op productie
  • ·        Patiënten worden opgeknipt in ziektebeelden … dat leidt dat steeds verder afdwalen van de uitgangspunten van de conferentie van Woudschoten: continue, integrale, persoonlijke zorg voor patiënten en gezinnen. Huisartsen vrezen het einde van de unieke huisartsenzorg in Nederland. (…) “Huisartsenzorg verwordt tot supermarkt geneeskunde”
  • ·        “Doorsterke nadruk op verrichtingen is de dokter meer bezig met het handhaven of vergroten van omzet en het indienen/controleren van betalingen dan met patiënten zorg. “ 
  • ·        Twee derde van de huisartsen vindt het sturen van de zorg via financiële prikkels (bonus) op principiële gronden onwenselijk
  • ·        De marktwerking en concurrentie leiden tot het tegenovergestelde van goede samenwerking. Bestaande samenwerkingsverbanden worden uit elkaar getrokken
  • ·        Eén huisarts oppert het volgende idee: “Door de overheid gefinancierde centra, inclusief personeel, voor 10-20.000 patiënten zoals dat in Noorwegen e.a. bestaat. Artsen zijn in loondienst en worden betaald naar ervaring, eventuele bijzonder kwalificaties en patiëntenaantal. Zij hebben geen enkele administratieve last meer.”

De SP strijdt voor één landelijke publieke zorgvoorziening. Waar meer zorg en minder markt wordt geleverd tegen lagere premies en hogere kwaliteit.

“Geld en cijfers worden de drijfveer in plaats van de zorg en de patiënten”

 Meer en meer diensten worden uit het verplichte basispakket gehaald

Grote delen van fysiotherapie, tandzorg, vele soorten psychische zorg en de terugbetaling van geneesmiddelen zoals maagzuurremmers (type omeprazole e.d.) zijn reeds uit het verplichte basispakket gehaald. Dus die diensten en producten worden niet meer terugbetaald. Het rapport ‘Brede heroverwegingen Curatieve Zorg ‘ van de Inspectie der Rijksfinanciën suggereert nog een verdere ‘pakketbeperking’. D.w.z. nog meer medische, paramedische en geneesmiddelenkosten uit het basispakket halen. Deze worden dan niet meer vergoed door de Zorgverzekeraars, maar moeten via een aanvullende verzekering gedekt worden, ofwel door de patiënt uit eigen zak betaald worden.

Zorgverzekeraars monopoliseren gezondheidsgegevens

De zorgverzekeraars bezitten over schatten aan informatie over de zorg. Het is private informatie geworden. Uit concurrentieoverwegingen geven zij deze zo belangrijke gegevens niet prijs. Voor marktprospectie en allerlei vormen van risicoselectie al of niet ‘op het randje van de wettelijkheid af’ kunnen zij deze gegevens naar hartenlust gebruiken. Maar voor het publieke belang van studies over de volksgezondheid blijft deze zo belangrijke informatie verstoken.

Sociaal?

  • Middelentoets vooraleer recht op zorgtoeslag

  • De inkomensgrens voor recht op zorgtoeslag daalt sinds 2012 jaar na jaar

  • Aantal huishoudens met recht op zorgtoeslag gedaald van 6,1 miljoen naar 4,2 miljoen in drie jaar tijd ondanks stijgende armoede

Als sociale correctie bij het invoeren van de Zorgverzekeraarswet in 2006 werd de zorgtoeslag ingevoerd. Vanaf 2006 moet iedere Nederlander, ongeacht zijn inkomen, bij de Zorgverzekeraars naargelang het verzekerd pakket en de prijssetting eenzelfde premie betalen. Voor de mensen met een laag en midden inkomen is er een inkomensgrens vastgelegd waarbij de persoon of zijn gezin een forfaitaire zorgtoeslag krijgt als een soort rugzakje, enveloppe of subsidie om daarmee een deel van de premie aan de private verzekeraars te kunnen betalen. De hoogte van de zorgtoeslag hangt af van de hoogte van het bruto-jaarinkomen. Maar sinds 2012 daalt deze inkomensgrens jaar na jaar.

Tabel. Bruto-inkomen voor belastingen als inkomensgrens voor recht op zorgtoeslag voor alleenstaande en voor samenwonenden

alleenstaande

samenwonenden

2012

€ 35.059

€ 51.691

2013

€ 30.939

€ 42.438

2014

€ 28.482

€ 37.145

2015

€ 26.316

€ 32.655

Voor de invoering van de Zorgverzekeringwet in 2006 had je recht op ziekenfondspremie bij een inkomen tot 33.000 euro, dat is 39.600 euro in prijzen van 2015. Hierdoor ligt het aantal mensen dat destijds beroep mocht doen op de ziekenfondsverzekering veel hoger, dan het aantal mensen dat vandaag kan genieten van de zorgtoeslag.

Ieder jaar zijn er dus telkens honderdduizenden Nederlanders die ondanks de stijgende armoede hun zorgtoeslag kwijt geraken. De Zorgwijzer meldt: “In 2015 raken gemiddeld een half miljoen Nederlanders hun recht op zorgtoeslag kwijt. Het kabinet gaat een nieuw beleid voeren, waarbij gestreefd wordt om minder toeslagen uit te keren. In het geval van de compensatie op de zorgpremie gaan huishoudens met een brutosalaris van rond de 2450 euro per maand er op achteruit. Dit jaar ontvangen zij nog een zorgtoeslag van 450 euro, maar volgend jaar zal dat bedrag worden teruggebracht naar nul euro.(…) Het kabinet vermindert in 2015 het aantal ontvangers van de zorgtoeslag opnieuw naar in totaal 4,2 miljoen huishoudens. Ter vergelijking, in 2012 ontvingen nog 6,1 miljoen huishoudens een toeslag op de zorgverzekering.(…) Volgens minister Schippers van Volksgezondheid wordt er door deze maatregel in 2015 125 miljoen euro bespaard en nog eens 400 miljoen euro in 2016.”

Bovendien wordt er een middelentoets gedaan. Je moet al je bezittingen en spaargelden bloot geven. Tot uw vermogen hoort onder meer spaargeld, schenkingen, beleggingen en een vakantiehuis. Ook vermogen dat u hebt in het buitenland telt mee. De waarde van uw eigen woning telt niet mee.  Voor 2015 mag je niet meer vermogen hebben dan € 103.423 (voor alleenstaanden) of € 124.753 gezamenlijk (voor partners).

Per persoon bedraagt de eigen bijdrage voor de normale basispremie aan de Zorgverzekeraar tussen de 98 en 120 euro per maand. Voor een alleenstaande bedraagt de zorgtoeslag echter maximaal € 72 per maand en voor twee samenwonenden maximaal € 138. Maar dat is pas als het gezamenlijke toetsingsinkomen lager is dan € 19.253. Voor de meeste personen die in aanmerking komen voor de zorgtoeslag is het bedrag echter niet hoog.

Zorgtoeslag per maand in 2014 bij bruto-jaarinkomen voor alleenstaande:

·        28000 euro = 5 euro per maand

·        26000 euro = 5 euro

·        25000 euro = 16 euro

·        24000 euro = 27 euro

·        23000 euro = 39 euro

·        22000 euro = 50 euro per maand

·        < 19000 euro = 72 euro

“Dit jaar ontvangen honderdduizenden huishoudens met een brutosalaris van rond de 2450 euro per maand nog een zorgtoeslag van 450 euro, maar volgend jaar zal dat bedrag worden teruggebracht naar nul euro”

Lessen voor België

De Milton Friedman vouchers van Annemie Turtelboom, de rugzakjes van Jo Van Deurzen en het gezaag van Maggie De Block

Sociale correcties van de markt willen toepassen door het geven van een ‘rugzakje’ of een ‘persoonsgebonden budget’ of een ‘zorgtoeslag’ of één of andere vorm van subsidie waarmee de patiënt als klant zijn zorg of andere dienstverlening kan gaan inkopen op de markt is een idee van Milton Friedman. Dat heb ik geleerd op de Antwerpse gemeenteraad van 24 november 2014 van minister Annemie Turtelboom. Zij was bijzonder fier op de maatregel om 2,2 miljoen euro te besparen op de bos- en zeeklassen en deze te vervangen door zogenaamde vouchers. Bonnen voor een overnachting tijdens een schooluitstap. Dus zei Turtelboom: ‘Milton Friedman had gelijk wanneer hij in 1955 schreef dat de subsidies van de overheid moeten verschoven worden van de producenten van publieke diensten naar de consumenten. Die gaan dan veel efficiënter om met de schaarse middelen. Dat hebben deze vouchers nu bewezen’.

Minister van welzijn Jo Van Deurzen wil nu hetzelfde systeem toepassen voor de gehandicaptenzorg en voor de ouderenzorg. De zwaarst gehandicapten of meest zorgbehoeftigen met de laagste inkomens krijgen een ‘rugzakje’ waarmee ze hun zorg op de markt zelf mogen inkopen. Gelukkig is de Vlaamse markt nog hoofdzakelijk non-profit, maar dat kan snel veranderen. Dat is al volop bezig in de ouderenzorg. ’Persoonsgerichte financiering van ouderenzorg zodat de oudere zelf aan het roer komt’, heet dat in het jargon van het VOKA. Deze Vlaamse patroonsorganisatie, ‘de baas’ van mijnheer De Wever volgens de woorden van de burgemeester van Antwerpen zelve, gaat samenwerken met het Vlaams Onafhankelijk Zorgnetwerk. ‘Beide organisaties bundelen de krachten in het belang van de onafhankelijke (lees commerciële) ouderenzorg in Vlaanderen’, zeggen ze in een gemeenschappelijke verklaring onder de titel: “Ondernemerschap in Vlaamse ouderenzorg alle kansen geven”. Tegelijkertijd heeft bevoegd minister Van Deurzen in navolging van de gehandicaptenzorg ook in de ouderenzorg het concept van ‘persoonsvolgende financiering’ aangekondigd.

Minister Maggie De Block in de regeringsverklaring: “Na het overgangsjaar 2015 een aantal grote structurele maatregelen”. Het aantal ziekenhuisbedden moet drastisch afgebouwd worden. Maar de diensten die dat moeten opvangen zoals de thuiszorg, mantelzorg voor bejaarden, de ondersteuning van de RVT’s, de revalidatie e.a. zijn allemaal met de zesde staatshervorming overgeheveld naar de gewesten, maar zonder de noodzakelijke financiële middelen. De besparing op gewestelijk niveau maakt dat er geen ruimte is om die zorg op te nemen. Uit buitenlandse ervaringen, bijzonder bij de crisisplannen in de Zuid-Europese landen en hier de situatie in Nederland, weten we wat de gevolgen zullen zijn van die onderfinanciering op gewestelijk of lokaal niveau. Wachtlijsten, slechte zorg, maar vooral privatisering van de zorg met torenhoge eigen bijdragen voor de patiënten.  De patiënten in financiële moeilijkheden worden al of niet met ‘een rugzakje’ de private markt opgestuurd waar ze zelf hun zorg zullen moeten inkopen. ‘De discussie is veel meer: wat doe je op welk niveau? Dat is precies waar de hervorming van de ziekenhuisfinanciering voor moet zorgen, zegt Maggie De Block in een interview in De Morgen, in vergelijking met het buitenland bijvoorbeeld blijven we veel te lang in de kraamkliniek. Het lijkt me dus evident dat, als je die ligduur inkort, er een ander omkadering is. Dus moet je de rol van de vroedvrouw, de huisarts, het ziekenhuis en de materniteit herbekijken.’ Waarop de journaliste repliceert: ‘Maar die omkadering staat nog niet op punt. Terwijl de ligdagen wel al dalen’. Waarop de minister wederantwoordt: ‘Het staat wel al in de steigers. Aanvullende kraamhulp is bovendien de bevoegdheid van de regio’s. Er is nu eenmaal een versnippering in bevoegdheden. Er zal veel overleg nodig zijn met de regio’s. Het is wat het is. Het heeft geen zin om daarover te zagen’.  Dit is een belangrijke voorproef van wat ons te verwachten staat.

Zorgtoelage, huurtoelage, kinderopvangtoelage...

In Nederland wordt dit systeem van zogenaamde sociale correctie waarbij men de publieke diensten afbouwt en mensen met laag inkomen al of niet met een subsidie de private markt op stuurt om dezelfde diensten in te kopen, sterk uitgebouwd. Niet alleen in de zorgsector met de zorgtoelage, maar ook in de huursector met de huurtoelage of in de kinderopvang met de kinderopvangtoelage. Het Antwerps Stadsbestuur en de Vlaamse regering voeren exact dezelfde politiek. De Vlaamse regering investeert weinig in gehandicaptenzorg of ouderlingenzorg om de ellenlange wachtlijsten op te vangen. Ze wil nu wel ‘rugzakjes’ geven waarmee deze mensen hun zorg zouden kunnen inkopen op de markt. In Antwerpen bouwt men de stadscrèches af en geeft men kindjes een toelage om gebruik te maken van private kinderopvang die zonder inkomensgebonden tarieven werkt. In Nederland is reeds de eerste kinderopvangorganisatie De Estro Groep in juli van 2014 failliet verklaard. Het gaat om een bedrijf, met 340 crèches en opvanglocaties. In handen gevallen van zogenaamd ‘durfkapitaal’ zoals de Nederlanders dat zo eufemistisch benoemen.

Solidariteit gegarandeerd?

Nederlandse Zorgverzekeringwet van 2006 schaft solidariteit aan inkomstenzijde af

Waar dat met de indeling van ziekenfondspatiënten en privaat verzekerde patiënten er nog enige solidariteit was georganiseerd aan de inkomstenzijde, wordt die door de Zorgverzekeraars volledig teniet gedaan. Voor 2006 betaalden ziekenfondspatiënten een forfaitaire bijdrage van 35 euro per maand en verder een percentage op hun loon. Wie meer verdiende droeg meer bij. De bijpassingen vanuit belastingsgelden om hun ziektekosten te dekken hadden gezien de progressiviteit van de inkomstenbelasting ook een solidair karakter. Met de Zorgverzekeringswet betaalt iedereen evenveel, ondanks de inkomsten. Het is volkomen gelijkaardig met de zorgverzekering in Vlaanderen. Daarvoor betaalde iedere inwoner van het Vlaams gewest van 26 jaar of ouder 25 euro per jaar, ongeacht zijn inkomen. Deze Vlaamse regering heeft die premie eensklaps verdubbeld: van 25 naar 50 euro voor. Deze zorgverzekering is asociaal, de toegang ertoe kafkaiaans en erop beroep doen wordt alsmaar moeilijker. Oorspronkelijk was ze bedoeld om ook private verzekeringsmaatschappijen zoals DKV hieraan te laten deelnemen. Er werd een belangrijk precedent geschapen omdat voor het eerst commerciële verzekeringen zouden kunnen beroep doen op verplichte universele verzekeringsgelden. Omdat toen de zorgverzekering te weinig rendabel was hebben die private maatschappijen toen wel afgehaakt, maar het precedent op zijn Hollands was geschapen.

Solidariteit langs de uitgavenzijde: de acceptatieplicht, wordt meer en meer omzeild

Zoals overal zijn private verzekeringsmaatschappijen geïnteresseerd in wie jong is, gezond is, rijk is en actief is. Als je niet aan één van die voorwaarden voldoet ben je minder interessant en proberen ze je te mijden. Het Nederlandse dagblad de Volkskrant op 5 december 2014 schrijft: “Voorzitter André Rouvoet van branchevereniging Zorgverzekeraars Nederland waarschuwt zijn leden niet langer de randen van de Zorgverzekeringswet op te zoeken. Door vooral jonge en gezonde klanten te werven, ondermijnen de verzekeraars de solidariteit in de gezondheidszorg.(…) Het selecteren op risico's is verboden voor zorgpolissen, maar verzekeraars hebben talloze trucs gevonden om het verbod te omzeilen zonder de wet te overtreden. Zo kunnen ouderen sommige goedkope polissen alleen schriftelijk afsluiten terwijl jongeren dezelfde polis met een paar muisklikken kunnen aanschaffen. Jongeren en hoger opgeleiden - twee relatief gezonde doelgroepen - kunnen exact dezelfde polissen vaak goedkoper krijgen dan ouderen en laag opgeleiden. Gezonde polishouders die bereid zijn hun eigen risico te verhogen worden verwend met hoge kortingen op hun premie. En via de aanvullende pakketten worden goedkope basisverzekeringen onaantrekkelijk gemaakt voor kostbare polishouders als chronisch zieken of vrouwen met een kinderwens.”

En wat doet de overheid? “De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) bestempelde deze praktijken eerder al als 'onwenselijk', maar staat machteloos (…). Als spreekbuis van de verzekeraars kan Rouvoet slechts een moreel appèl op zijn leden doen om hun gedrag te verbeteren.”

Voor de aanvullende verzekering, die meer en meer taken binnenhaalt gezien de voortdurende beperking van het basispakket, is er geen acceptatieplicht. Daar kunnen de verzekeringsmaatschappijen naar harte lust selecteren, uitsluiten, discrimineren of torenhoge premies binnenrijven.

 “De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) bestempelde deze praktijken eerder al als 'onwenselijk', maar staat machteloos… en de spreekbuis van de verzekeraars zal een moreel appèl doen op zijn leden om hun gedrag te verbeteren”

Gezondheidszorg speelbal van casinokapitalisme

Monopolievorming door vier grote spelers op een chaotische markt van meer dan 50 verschillende zorgverzekeraars

De wilde concurrentie op de markt heeft als gevolg dat vandaag de vier grootste verzekeraars één achtste tot één derde van de markt in handen hebben en daardoor ‘too big to fail’ zijn geworden. (Zie fig.3.) Zij kunnen zich meer en meer permitteren en zetten de toon. Zij zetten zich op de stoel van de artsen en andere zorgverstrekkers. Zij kunnen bikkelhard onderhandelen met artsen en zorgverstrekkers om de laagste inkoopprijzen te bedingen. Zij kunnen ziekenhuizen buiten spel zetten en in faling brengen. Zij hebben via hun lobbykracht enorme invloed op de traditionele politieke partijen. Half december viel de Nederlandse regering bijna over een zorgwet die de vrije artsenkeuze van de patiënt sterk beperkte. De wet was volledig geschreven op maat van de Zorgverzekeraars. (Zorgwijzer)

Fig. 4. Vier verzekeraars hebben grootste deel van de markt in handen

Gezamenlijk hebben de verzekeraars al ruim 9,3 miljard euro aan reserves opgepot. Dat is twee keer zoveel als vereist is volgens de solvabiliteitsnorm.

“Vier Zorgverzekeraars hebben ieder één achtste tot één derde van de markt in handen”

Durfkapitaal voor ziekenhuizen

Dit alles wordt nog erger nu het Nederlandse regeringskabinet wil dat ziekenhuizen winst moeten kunnen uitkeren aan durfkapitaal. Ook hier luidt het argument dat het de kwaliteit van zorg zou ten goede komen. ‘Als je er eigen geld instopt, krijg je dat met meerwaarde terug. Dat betekent dat je het ziekenhuis zo doelmatig mogelijk moet laten draaien. Dat wil ik als ziekenhuisdirecteur natuurlijk ook, maar met de hete adem van de aandeelhouders in de nek is efficiënt werken wel urgenter’, werd er geargumenteerd op de Kamercommissie die het wetsvoorstel voor dit durfkapitaal voorbereidde.

“Met de hete adem van de aandeelhouders in de nek is efficiënt werken wel urgenter” (Kamercommissie wetsvoorstel durfkapitaal voor ziekenhuizen)

Als het ziekenhuis een bank was...dan was het al lang gered!

De eerste faillissementen van ziekenhuizen zijn een feit

Het ziekenhuis De Sionsberg in Dokkum in Friesland vroeg op 25 november 2014 het faillissement aan. (EénVandaag.nl) Het ziekenhuis kan niet meer aan zijn financiële verplichtingen voldoen. Het streekhospitaal kampte met een schuld van 40 miljoen euro. Bij de Sionsberg werken 250 mensen. Het was nog maar een paar jaar geleden dat de Sionsberg tot het beste ziekenhuis van Nederland werd uitverkozen. In een door weekblad Elsevier verricht onderzoek, in 2007 uitgevoerd op basis van 96 criteria waaronder patiëntvriendelijkheid, zorgkwaliteit en veiligheid, wist het hospitaal zelfs de grote medische bolwerken uit de Randstad voor te blijven. De privatisering en vermarkting van de zorg heeft dit kleine ziekenhuis de das omgedaan. Het ziekenhuis blijft voorlopig open. Alle medewerkers die ontslagen worden vanwege het faillissement van Zorggroep Pasana, blijven voorlopig onbetaald hun werk doen. Een van de redenen is dat andere Friese ziekenhuizen de extra patiëntenstroom niet aankunnen als De Sionsberg de deuren sluit. Op dit moment zijn de onderhandelingen nog steeds bezig over overnames, afdankingen en een mogelijke doorstart.

In juni 2013 werd al het Ruwaard van Putten ziekenhuis in Spijkenisse failliet verklaard. Het was voor het eerst in twintig jaar dat in Nederland een ziekenhuis failliet ging. Ook sinds wat nu in Nederland eufemistisch genoemd wordt “de verzakelijking van de zorg in 2006” kwamen in 2009 de IJsselmeerziekenhuizen in de problemen. Die werden door Loek Winter’s MC Groep gered van de ondergang, maar daarvoor kreeg het bedrijf destijds nog wel 18 miljoen euro pure staatssteun cadeau. Die vlieger gaat anno 2013 niet meer op. Minister Edith Schippers zei in april 2013 in een interview in het NRC Nieuws nog dat “zij bereid is ziekenhuizen failliet te laten gaan als zij hun eigen broek niet meer op kunnen houden. (…) Het feit dat wij banken moeten redden is al pervers. De bank krijgt de boodschap dat als zij het niet goed doet, de belastingbetaler toch klaar staat om haar te redden. Met ziekenhuizen wil ik zeker die kant niet op.”

“Het feit dat wij banken moeten redden is al pervers. De bank krijgt de boodschap dat als zij het niet goed doet, de belastingbetaler toch klaar staat om haar te redden. Met ziekenhuizen wil ik zeker die kant niet op.” (Minister van Volksgezondheid Edith Schippers, VVD in het NRC Nieuws)

Vandaag op de hoogte van de wereld van morgen?