Analyse

SYRIZA: tussen hoop en angst

Teaser fallback community afbeelding
De Grieken moeten op 25 januari vervroegd naar de stembus nadat het Parlement er niet in geslaagd is om een president te verkiezen. De financiële markten, maar ook Europa, zijn erg bang dat de parlementaire verkiezingen zullen worden gewonnen door de radicaal linkse oppositiepartij SYRIZA. De strijd om de Griekse kiezer draait voornamelijk om angst.

Met 2015 begint voor Griekenland het zesde opeenvolgende jaar van recessie. Die werd in 2009 al aangekondigd door toenmalig premier Karamanlis, wiens regering daardoor de handdoek in de ring gooide. De socialist Georgos Papandreou won de verkiezingen van oktober 2009 glansrijk, met de slogan “er is geld” – iets wat de Grieken graag hoorden. Zes maanden later haalde hij de trojka binnen in Griekenland en gaf hij de soevereiniteit van het land uit handen.

Een sprankel hoop

Het lot van Griekenland is bekend, maar aan het lot van de Grieken wordt minder aandacht besteed. Een meerderheid van de Grieken besefte dat het land boven zijn stand had geleefd en kon er zelfs mee leven dat er flink moest worden bespaard en dat er een en ander moest veranderen. De veranderingen die de opeenvolgende regeringen van Georgos Papandreou (PASOK) en van Antonis Samaras (Nea Dimokratia) doorvoerden, raakten echter voornamelijk de zwaksten in de samenleving, terwijl de politieke kaste en bevriende Griekse oligarchen volledig buiten schot bleven.

Na jaren van besparingen zien de Grieken niet meteen hun lot veranderen. Daar zou nu wel eens verandering in kunnen komen. De oppositiepartij SYRIZA, onder leiding van de jonge Alexis Tsipras (40), wil namelijk niet verder weten van het besparingsbeleid zoals dat nu aan Griekenland wordt opgelegd en dringt aan op een heronderhandeling van de voorwaarden van de leenovereenkomst die Griekenland met de trojka heeft gesloten. De partij biedt een sprankeltje hoop aan de kapotbespaarde Grieken.

SYRIZA leidt momenteel in alle opiniepeilingen. Tsipras is erin geslaagd om zijn partij SYRIZA – een coalitie van linkse groepuscules – onder een stevige paraplu te krijgen en van een partijtje van 4% een kracht te maken waar rekening mee moet worden gehouden. Hij heeft bovendien erg goede banden gesmeed met linkse politieke krachten buiten de Griekse landsgrenzen, iets wat in het Griekse politieke landschap bijna onmogelijk lijkt. In Spanje kan hij rekenen op de steun van Podemos, in Duitsland op die van Die Linke, maar Alexis Tsipras is tot in Zuid-Amerika bekend.

Het charisma van leider Alexis Tsipras

Tsipras heeft charme en praat steeds heel beheerst, maar kan ook passioneel uit de hoek komen wanneer het nodig is. Hij doet heel veel Grieken denken aan Andreas Papandreou, de stichter van de PASOK-partij en vader van Georgos Papandreou, die in 1981 met zijn nieuwe partij een nooit geziene verkiezingsoverwinning behaalde met een economisch programma dat de grondslag legde voor de grote tekorten die Griekenland over de jaren wist op te stapelen. En laat dat tegelijk meteen de zwakte zijn, want de beloftes die Tsipras in zijn speeches maakt, lijken soms ook op de beloftes van Andreas Papandreou. En vele Grieken zijn daar toch wel bang voor.

Daardoor zijn er heel wat mensen die met enig voorbehoud voor SYRIZA zullen stemmen. Maar de stem op 25 januari zal een stem van de emotie zijn. De meeste Grieken zitten na jaren van brutale besparingen compleet op hun tandvlees en willen niet meer verder met de politieke partijen die hen tot op dit punt hebben gebracht. De Grieken hebben behoefte aan hoop en op dit moment lijkt Alexis Tsipras de enige te zijn die hun dat kan bieden.

Angst voor besmetting

Net voor de emotionele reactie van de Griekse kiezer is Europa erg bang. Commissievoorzitter Jean-Claude Juncker moeide zich een aantal weken geleden al op een nooit geziene manier in de interne politiek van een lidstaat door te zeggen dat hij hoopte dat de Grieken geen foute keuze maken aan de stembus. De voormalige premier van Luxemburg verkoos ook om “vertrouwde gezichten” te zien aan het stuur van Griekenland. En laat de Grieken nu net die vertrouwde gezichten weg willen. Eurocommissaries Pierre Moscovici zei bij zijn laatste bezoek aan Athene dat het jammer zou zijn, mocht Griekenland het besparingsbeleid niet verderzetten.

Vanuit Berlijn klonk het dat Griekenland de huidige politiek moet verderzetten, onafhankelijk van welke regering wordt verkozen. Het zijn uitspraken die de Grieken het gevoel geven dat ze in een schuldenkolonie leven zonder enige democratische keuze en de emotionele reactie op dat gevoel zou hen nog meer richting SYRIZA kunnen drijven.

Waarvoor is Europa eigenlijk bang? In de aanloop van de parlementsverkiezingen in het voorjaar van 2012 was er sprake van een Grexit: Griekenland zou om economische redenen niet langer in de eurozone kunnen blijven en terugkeren naar de drachme, om die dan meteen te devalueren om zo terug concurrentieel te worden. Het leek een realistisch scenario dat vooral de Duitse en Franse banken flink wat geld zou kosten, want die hadden de voorbije jaren flink wat Grieks schuldpapier opgekocht. Een Grexit zou in 2012 zware economische gevolgen gehad hebben voor de hele eurozone en dat moest koste wat het kost worden vermeden. Europa was in 2012 bang voor een economische besmetting.

Dat gevaar schijnt ondertussen van de baan, want Michael Fuchs, naaste medewerker van Angela Merkel, verklaarde afgelopen week in de krant Rheinische Post dat Duitsland niet langer gedwongen is om Griekenland te redden. De ware angst komt in 2015 van een politieke besmetting. Griekenland is niet het enige land waar een besparingsbeleid wordt gevoerd (het is wel het meest drastische besparingsbeleid van de hele eurozone). In andere landen zien we dat politieke bewegingen die zich tegen dat besparingsbeleid afzetten, het goed doen. Mocht SYRIZA in Griekenland de verkiezingen winnen, dan bestaat de vrees in Brussel dat anti-besparingspartijen in andere landen veel aan geloofwaardigheid zullen winnen en ook mogelijke verkiezingen zullen winnen.

Ondanks het feit dat in de aanloop van de verkiezingen van 2012 zowel Antonis Samaras als Alexis Tsipras de Grieken vertelden dat ze de leenovereenkomst met de trojka zouden verscheuren, werd toen toch vooral gevreesd voor SYRIZA. Na 2,5 jaar beleid van die Antonis Samaras is het duidelijk: zijn boodschap destijds was enkel voor intern Grieks gebruik. Samaras had geen enkele intentie om tegen de wil van Europa in te gaan, en heeft zich getrouw aan de afspraken met de trojka gehouden. Het discours van Tsipras is ondertussen ook gemilderd, hij wil niet langer meer de leenovereenkomst opzeggen en hij wil Griekenland in ieder geval in de euro houden. In 2012 bestempelde het Duitse magazine Der Spiegel hem nog als de gevaarlijkste man van Europa, maar ondertussen lijkt er in de buitenlandse pers meer begrip te groeien voor de man.

Wat wil SYRIZA?

Toch is de internationale argwaan tegenover Tsipras nog erg groot en er wordt heel wat foute informatie verspreid. Zo wordt gezegd dat SYRIZA een communistische partij is. Dat is niet het geval. SYRIZA zou Griekenland uit de NATO willen. Dat klopt evenmin. SYRIZA zou een schuldherschikking willen. Dat is niet helemaal het geval: de economen van de partij willen vooral dat de voorwaarden om de lening terug te betalen, versoepeld worden, want ze maken de hele Griekse economie kapot. SYRIZA wil vooral een verlaging tot kwijtschelding van de rentes op de leningen die aan Europa moeten worden terugbetaald. Wat wel klopt: de oppositiepartij wil de privatiseringen een halt toeroepen en terugschroeven. Tot nog toe hebben de Griekse oligarchen flink kunnen profiteren van die privatiseringsgolf.

En binnen Griekenland wil Tsipras weer meer mensen aan het werk in de openbare sector: daar zijn nu vooral tekorten in de gezondheidszorg en het onderwijs. De ambtenaren die door de partijen PASOK en Nea Dimokratia zijn aangenomen – voornamelijk op de ministeries, in ruil voor een stem – zitten nog gezellig op hun plaats. Tsipras wil verder dat het basisinkomen weer de hoogte in gaat, om de koopkracht van de Griek te verhogen. Enkel op die manier ziet hij de economie weer aanzwengelen. SYRIZA wil ook een hogere werkloosheidsuitkering. Die bedraagt op dit moment iets meer dan 300 euro voor een periode van 12 maanden en daarna is het afgelopen. Van de ruim 1,3 miljoen werkloze Grieken krijgt overigens niet eens 10% deze werkloosheidsvergoeding. De economie moet weer opgestart worden door openbare werken. De privatiseringen in Griekenland zijn voornamelijk de rijke oligarchen ten goede gekomen, maar de gemiddelde Griek is er niet beter van geworden. Ten slotte wil SYRIZA dat de mensen die het hardst getroffen zijn door de crisis, niet aan hun lot overgelaten worden. Huizen van mensen die zwaar in de schulden zitten, mogen niet worden in beslag genomen. Het kan voor de partij niet dat de elektriciteit volledig wordt afgesloten bij mensen zonder inkomen. Er moet op zijn minst een minimumvoorziening zijn.

Waar gaat Tsipras het geld halen? Bij het beter innen van belastingen. Dat is een oud zeer in Griekenland, dat maar niet schijnt te helen. Voornamelijk mensen die grote kapitalen hebben, of goede banden met hogere kaders binnen de fiscus en binnen de politiek, slagen erin om belastingen te ontduiken en blijven vaak buiten schot. Dit programmapunt wordt met veel argwaan bekeken en voor onmogelijk gehouden. Tsipras wil ook het kapitaal meer gaan belasten. In Griekenland zijn de grote reders vrijgesteld van het betalen van belasting: dat is zo in de Griekse grondwet opgenomen. Indien Tsipras hier wat wil aan doen, dan is een aanpassing van de grondwet nodig.

De voorstellen van SYRIZA enthousiasmeren het geteisterde Griekse volk. Hoewel niet iedereen zeker is of de programma van de partij haalbaar is, leeft er het gevoel dat het nu maar eens een keer anders moet. De oppositiepartij van Alexis Tsipras geniet het voordeel van de twijfel. Tegenover de bestaande partijen heerst er enkel argwaan. De corrupte elite die Griekenland sinds de val van de junta bestierd heeft, moet voor velen weg. De verwachtingen zijn hoog gespannen en het Griekse volk zal weinig begrip tonen indien het fout gaat.

Propaganda en intimidatie

De verkiezingen zijn op 25 januari. Tegen dan kan er nog veel veranderen. De propagandamachine van de Griekse coalitiepartijen is volop aan het draaien. De privételevisiezenders en heel wat kranten en radiozenders zijn in handen van Griekse oligarchen die zich flink hebben weten te verrijken door lucratieve overeenkomsten met PASOK en Nea Dimokratia. Dat is niet onbelangrijk in een land waar het computergebruik laag ligt, en de internetpenetratie ver achterop hinkt in vergelijking met andere landen. Vele Grieken zijn uitsluitend op deze bronnen aangewezen om informatie te krijgen.

Op die traditionele kanalen krijgen de politici van die partijen dan ook een uitgebreid podium. Je hoort er voornamelijk kritiek op SYRIZA en de journalisten proberen zo veel mogelijk combinaties uit met de woorden “SYRIZA”, “bankroet”, “grexit” en “armoede”. De zender MEGA ging zo ver om een gemonteerde video van een econoom van SYRIZA te laten zien, waarin de man zou zeggen dat de Griekse spaarder zal worden gedwongen om staatsobligaties te kopen.

De Griekse staatszender NERIT is de privéspeeltuin geworden van Antonis Samaras en daar zal het ook moeilijk worden om objectieve berichtgeving te vinden. Een paar dagen voor eindejaar gaf de premier er een 'interview' dat vooral een aanfluiting voor de journalistiek was. De vragen waren ingestudeerd en de premier las de antwoorden af van een autocue.

In de week voor Kerst heeft de regering er nog snel voor gezorgd dat de propagandamachine kan blijven draaien tot de avond voor de verkiezingen. Aan een wetsvoorstel voor onteigeningen werden tachtig amendementen toegevoegd voor andere wetten (een bekende Griekse politieke truc). Een van die amendementen zorgt ervoor dat de resultaten van opiniepeilingen bekend mogen worden gemaakt tot op de avond voor de verkiezingen. Die opiniepeilingen worden sowieso vaak georkestreerd en in het verleden is al meermaals gebleken dat ze totaal niet betrouwbaar waren. Maar ze kunnen wel de publieke opinie sturen.

Aan het begin van de verkiezingsperiode heeft Nea Dimokratia Maria Antoniadou, voorzitster van de journalistenvakbond ESHEA, als woordvoerdster van de partij aangesteld.

Niet iedereen kan stemmen in de wieg van de democratie

Er zijn een aantal eigenaardigheden in het Griekse kiessysteem die voor deze verkiezingen zeker niet zullen worden aangepast en die de coalitiepartijen goed uitkomen.

Ten eerste hebben Grieken die in het buitenland wonen geen stemrecht, tenzij ze naar Griekenland komen. In het verleden hebben PASOK en Nea Dimokratia heel wat kiezers een vliegtuigticket aangeboden om tijdens de verkiezingsperiode naar hun geboorteland terug te keren. Uiteraard in ruil voor stemmen. Ondertussen zijn de Grieken in het buitenland vaak beter geïnformeerd dan hun landgenoten binnen de landsgrenzen, wat mogelijk zou kunnen leiden tot een stem voor de oppositie. De Griekse overheid past deze eigenaardigheid dan ook niet aan.

Ten tweede zullen de jongeren die in 1997 zijn geboren en die dit jaar 18 worden, niet kunnen stemmen, hoewel ze daar grondwettelijk toe verplicht zijn. Ondanks de zo geroemde structurele hervormingen, zullen de kieslijsten niet tijdig kunnen worden aangepast en daardoor valt dus een deel van de Griekse bevolking buiten het democratische proces.

Het ziet ernaar uit dat de campagne smerig zal worden gevoerd en dat alle middelen uit de kast zullen worden gehaald om SYRIZA van een overwinning te houden. Parlementsleden van Nea Dimokratia verwijten Tsipras dat hij niet-gelovig is en dat hij zijn kind niet heeft laten dopen. In het Griekenland waar kerk en staat niet gescheiden zijn, blijft zoiets een heikel thema.

Einde van de tunnel?

Vanuit alle hoeken klinkt kritiek op het programma van de oppositiepartij, maar het is wel de enige partij die op dit moment überhaupt een eigen programma heeft. De coalitiepartijen beweren dat Griekenland bijna klaar is met het besparingsbeleid en dat het licht aan het eind van de tunnel zichtbaar is, maar weinigen geloven daar nog in. Het is de voorbij vier jaar namelijk wel vaker gezegd. Vele Grieken gaan ervan uit dat PASOK en Nea Dimokratia vastbesloten zijn om verder te gaan op de ingeslagen weg die de voorbije vier jaar ruwweg voor de volgende cijfers heeft gezorgd :

30% toename in de sluiting van bedrijven
38% verlaging van salarissen
45% verlaging van de pensioenen
25% verlaging van het BNP
30% verlaging van het gezinsinkomen
84,3% vermindering van bouwactiviteiten
190,5% verhoging van de werkloosheid
272,2% toename van depressies
35,5% verhoging van de openbare schuld
98,2% toename van de armoede

De regering-Samaras is de derde meest gehate regering ter wereld en 95% van de Grieken vindt dat het de verkeerde kant uit gaat met het land. De coalitiepartijen weten dat ze met hun palmares de kiezer niet kunnen overtuigen, dus spelen ze voluit de kaart van de angst. In 2012 heeft die tactiek het gehaald, maar of dat in 2015 nog zal lukken, met een hoge werkloosheidsgraad en een derde van de bevolking onder de armoedegrens, is nog maar de vraag. Er is een Grieks gezegde dat in deze context erg toepasselijk is: “Iemand die natgeregend is, heeft geen angst meer voor water”.

http://www.icannotvote.org/

Vandaag op de hoogte van de wereld van morgen?