Politieke crisis na twee maanden roodgroene regering Zweden
Zweedse politieke traditie
Het jaar 2014 kan ‘uitzonderlijk’ genoemd worden in de Zweedse politiek. De oude, gevestigde, politieke strategieën zijn niet langer van toepassing nadat de minderheidsregering van de Sociaaldemocratische partij en de Groenen de begrotingsstemming heeft verloren op 2 december. Dat betekent dat de regering op 22 maart herverkiezingen tegemoet gaat. De basiselementen voor een stabiele politiek in het land zijn immers aan diggelen geslagen. De laatste keer dat deze Scandinavische natie met een soortgelijke situatie geconfronteerd werd, dateert van 1958.
De Zweedse politiek is altijd befaamd geweest voor haar stabiliteit. Traditioneel was het parlement onderverdeeld in twee blokken, een rood (later roodgroen) blok en een centrumrechts blok. De Sociaaldemocraten, die tot het roodgroene blok behoren, waren bijna constant aan de macht de afgelopen zeventig jaar, tot 2006.
Zij hebben het zogenaamde 'Scandinavische Model' ontwikkeld, dat gestoeld is op sterke publiek-private samenwerking. De laatste twee parlementaire verkiezingen echter, in 2006 en 2010, werden gewonnen door het centrumrechtse blok, dat zich Zweedse Alliantie noemt. In September 2014 slaagden de Sociaaldemocraten erin om partijgenoot Stefan Löven opnieuw aan de macht te krijgen als premier, maar hij heeft zijn machtspositie slechts twee maanden volgehouden, vermits de regering op 2 december 2014 ten val kwam.
Einde van de blokkenpolitiek
De blokkenpolitiek, die het politieke landschap tot voor kort domineerde, betrad een nieuw tijdperk nadat de nieuwe rechtse partij Zweedse Democraten (Sverige Demokrater, SD) haar populariteit zag stijgen in de polls van september 2014. De meerderheid in het parlement behoorde traditioneel toe aan ofwel het centrumrechtse blok ofwel aan de roodgroenen. Na de laatste verkiezingen kwam hier echter een einde aan, vermits geen enkel van de twee traditionele blokken nog een meerderheid kon behalen in het parlement (Riksdag).
De Sociaaldemocraten haalden in deze verkiezingen met 31 procent van de stemmen het beste resultaat en vormden zo een minderheidsregering met de Groenen. Begin december toonden ze hun eerste begrotingsvoorstel aan het parlement. Premier Löven slaagde er niet om hiervoor voldoende steun te krijgen bij een deel van de oppositie.
De centrumrechtse
oppositiecoalitie Alliantie voor Zweden – bestaande uit vier
partijen onder leiding van de Gematigde Partij – heeft tegen de
regeringsbegroting gestemd. Ook de populistische oppositiepartij
Zweedse Democraten stemde tegen. Er kwam enkel steun voor het
begrotingsvoorstel vanuit de Linkse Partij, eveneens een
oppositiepartij, maar dat was onvoldoende. Zodoende stond de regering
voor een voldongen feit en moest ze haar ontslag indienen.
De resultaten van de parlementsverkiezingen van 15 september zorgden voor verwarring in het land. De huidige crisis werd al meteen nadat de resultaten bekend werden door verscheidene experts voorspeld en kwam daardoor niet echt als een verrassing. De partijen die tegen de regeringsbegroting gekant waren, hadden daarvoor uiteenlopende redenen.
Minderheidsregering zonder electorale macht
De minderheidsregering had een beleidsagenda opgesteld die niet populair was bij het kiezerspubliek en de beleidsmakers van het centrumrechtse blok. De leidinggevende oppositiepartij van Gematigden stelde dat het linkse beleid van de Sociaaldemocraten de steun van de meerderheid niet had en daardoor onhoudbaar was.
Een van de vele kritieken van de Gematigde Partij was dat de initiatieven omtrent belastingverhoging de economische groei zouden belemmeren. Ook de keuze om de privéziekenzorg door bedrijven in te tomen, werd in dit kamp gezien als een poging om de vrijheid van keuze voor het Zweedse volk in te perken.
Verder bekritiseerden ze deze regering ook, omdat ze een einde wilde maken aan de installatie van kernreactoren in Zweden. Dat was vooral een essentiële eis van de Groene Partij. Er bestond daarover een duidelijk compromis tussen Sociaaldemocraten en Groenen. Volgens de Gematigde Partij was dit niet uitvoerbaar omwille van economische en ecologische redenen.
Er wordt ook kritiek geuit vanuit de Alliantie van de oppositie op de erkenning van de Palestijnse Staat, wat gezien werd als een breuk met het algemene EU-beleid. De Gematigde Partij beschuldigden de Groenen er verder ook van het Zweedse pensioensysteem in gevaar te brengen. De Groenen hadden campagne gevoerd rond thema’s als verkorting van de werkuren en hogere vergoedingen bij ziekte. Deze discussies komen niet als een verrassing en zijn dagelijkse kost in de Zweedse politiek.
Nieuwe rechtse partij
Hoewel de Sociaaldemocraten het hoogste resultaat hadden behaald, waren de grootste winnaars toch de Zweedse Democraten met bijna 13 procent in de polls, goed voor meer dan 800.000 kiezers. In een opiniepeiling van 2010 bedroeg hun aandeel in het aantal stemmen nog slechts 5.7 procent, hun invloed op het beleid was dus op drie jaar tijd meer dan verdubbeld. Met dit resultaat is deze partij nu in staat om de machtsverhoudingen tusen de twee traditionele blokken in evenwicht te houden. Immers, beide kanten hebben hun steun nodig bij zowel het verkrijgen van een meerderheid in het parlement, als het blokkeren ervan.
Deze nieuwe partij, de Zweedse Democraten, hebben zichzelf geprofileerd als een anti-immigratiepartij, waarbij ze beweren dat het huidige migratietempo onhoudbaar is. Zweden is een veelvoorkomende bestemming voor vluchtelingen en asielzoekers – meer dan 10 procent van de bevolking zijn immigranten. De Zweedse Democraten willen de huidige migratiestroom met meer dan 90 procent naar beneden trekken. Ze hebben hiervoor heel wat stemmen afgesnoept van de Alliantie die ook wel tegen de huidige migratiepolitiek gekant is. Ook de gettovorming van migranten in de buitenwijken van grotere steden en de toegenomen onrust, zoals de rellen die zich afgelopen jaren hebben voorgedaan, worden gezien als redenen voor hun succes in de peilingen.
De reden waarom de Zweedse Democraten beslisten om tegen het begrotingsvoorstel te stemmen – ten voordele van het voorstel van de oppositie dat ze zelf evenmin steunen – was enkel en alleen omwille van het feit dat ze dat kunnen en omdat de regering elke samenwerking met hen geweigerd heeft.
'Neofascistische partij'
Op zaterdag 6 december deed premier Stefan Löven volgende uitspraak in Dagens Nyheter, een van de vooraanstaande kranten in Zweden: “De partij (van de Zweedse Democraten) is zonder twijfel een neofascistische partij die geen controle mag krijgen over de ontwikkeling van het land, een partij die de diversiteit onder de mensen of de bestaande democratische instellingen niet respecteert.” Deze weigering om samen te werken en de uitspraak van de premier hebben de partij en haar achterban uiteraard kwaad gemaakt en frustratie veroorzaakt. De Zweedse Democraten hebben over deze uitspraak een verontschuldiging geëist van de premier, maar die heeft hier tot nu toe nog niet op gereageerd.
De partij die nu het meeste te winnen had bij herverkiezingen, waren net de Zweedse Democraten. Als zij erin zouden slagen om het thema van immigratie als een van de hoofdpunten in de verkiezingen te krijgen, dan was het best mogelijk dat ze veel extra stemmen zouden winnen. Volgens een recent onderzoek dat op zaterdag 6 december in de krant Metro werd gepubliceerd, hebben de Zweedse Democraten alweer stemmen bijgekregen en staan ze nu reeds op 18 procent. Deskundigen voorspelden dat het roodgroene en het centrumrechtse blok gedwongen zouden zijn om voor de herverkiezingen op 22 maart hechter te gaan samenwerken om zo genoeg weerstand te bieden aan de steeds groter wordende invloed van de Zweedse Democraten.
Recente polls gaven aan dat de concurrerende blokken aan elkaar gewaagd waren wat populariteit betreft. Samenwerking met de Zweedse Democraten leek onwaarschijnlijk voor elk blok, vermits de waarden waar zij voor staan als uitermate bedenkelijk worden beschouwd door de kern van de grotere partijen. Het enige dat waarschijnlijk leek, was dat geen van beide traditionele blokken in staat zou zijn om zich van een meerderheid in het nieuwe parlement te verzekeren. De uitkomst van de verkiezingen in maart 2015 had dramatisch kunnen verschillen van de resultaten in september 2014.
Maar premier Stefan Löfven maakte zaterdag 27 december bekend dat het roodgroene en het centrumrechtse blok nu al met elkaar in gesprek zijn gegaan en hebben afgesproken met elkaar samen te werken, waardoor de herverkiezingen van de baan zijn. Even leek het erop dat de oude blokken uit elkaar dreigden te vallen, maar door de verzoening blijft de regering behouden binnen zijn traditionele voegen. De vraag is hoe stabiel deze samenwerking nu is.
Janne Leskinen (1984), afgestudeerd politicoloog aan University Uppsala en Jacobs University Bremen. Deze tekst werd vertaald uit het Engels door Sarah Wagemans.