Economie, Samenleving, Cultuur, België, Brussel - Jan Vromman

“Het landschap wordt grijs en verliest zijn kleur”

De toespraak van kunstenaar Jan Vromman tijdens het Hart boven Hard-evenement in Brussel naar aanleiding van de algemene staking: "Kunstenaars zijn vormgevers. Ze zijn maar een van de spelers, maar wel een noodzakelijke. Vormgeven wil zeggen scheppen, uitvinden, animeren (leven geven). Subsidie aan dat vormgeven onttrekken, is gelijk aan conservatieve vormen bekrachtigen, versterken."

dinsdag 16 december 2014 18:33
Spread the love

Mijn dochter
vertelde mij dat ze piket moest staan aan haar secundaire school. Ik vroeg mij
af wat dat moest voorstellen, een piket aan een school op een vakantiedag? Ze
wist ook niet wat dat eigenlijk was, een piket. Veel geduld om mijn uitleg te
aanhoren, had ze evenmin. Maar er is daar actie en die actie is er in een
publieke ruimte. 

Dit is
onschatbaar: de discussie omtrent het sociale en economische moet in de publieke
ruimte, op straat blijven. Als die zich alleen binnenskamers afspeelt, is die
discussie zonder kracht. Waar de sociale strijd uit het publiek domein
verdwijnt, komt er plaats voor ‘verdeel en heers’ en zelfs fundamentalisme. Dit
is ontegensprekelijk, los van het lamleggen van een economische activiteit, ook
de essentie: er moet ruimte en tijd zijn voor reflectie, gesprek, discussie. Een
actiedag zoals die van vandaag is daar bijzonder geschikt voor. 

Diaspora

Ik werk als
lesgever in een hogeschool waar jongeren opgeleid worden om te werken voor
media als theater, film, documentaire, televisie, radio,… Soms is er de stille
ambitie om later, binnen een bepaalde discipline, als kunstenaar erkend te
worden. Ook wij, lesgevers, stimuleren die ambitie, we willen persoonlijke
werkstukken. We hopen dat ze leren nadenken over hun medium en over wat ze met
dat medium willen vertellen.  

Affirmeren
‘kunstenaar’ te zijn, is niet altijd gemakkelijk. Zijn we dan niet die mensen
die niet produceren, vrijwel niet bijdragen tot de economie en alleen maar geld
kosten aan de gemeenschap via subsidie? Moet die diaspora van gesubsidieerde
kunstenaars niet aan banden worden gelegd? Is besparing niet aangewezen? 

We voelen ons
dus verplicht ons kunstbedrijf en de opleidingen aan kunsthogescholen te
verantwoorden. 

Participatie

In vele
buurlanden wordt al bespaard. Neem het statuut van de ‘Intermittents’
in Frankrijk, het kunstenaarsstatuut. Dat was royaal, kunstenaars konden,
tussen twee opdrachten in, van een hoge uitkering genieten. En ja, af en toe
was er misbruik… Maar het terugschroeven van dat statuut laat zich nu concreet
gevoelen. Tal van initiatieven die kunstenaars, tot in de kleinste dorpjes en
zaaltjes opzetten, vaak met lokale mensen, vallen nu stil. Ze bestonden omdat de
milde vorm van uitkering ervoor zorgde dat kunstenaars met hun kunst konden
bezig zijn, tijd hadden. Dit vloeide terug naar de samenleving. Kunstenaars
kunnen immers niet wachten op grote erkenning, ze willen bezig zijn. De
initiatieven zorgden voor decentralisatie, participatie, deelname van kansarme
groepen, het levend houden van inhoudelijke discussies.

Het terugschroeven van
de steun is dan ook de uiting van de wil om de vele kleine initiatieven onmogelijk te maken.
De machtsgroepen van het kapitaal en neoliberalisme hebben blijkbaar liever consumenten
in de rijen voor Macro of Primark, dan burgers die participeren aan kunst en
cultuur en aan het maatschappelijk debat. Besparing is ook altijd een
ideologische keuze en is veel meer dan een louter economische maatregel. 

Dit is waar hier
op gewezen wordt: kunstenaars vormen voor het overgrote deel niet zoiets als
een gesloten kaste en zijn niet alleen bezig met ‘hun ding’. Ze geven les, ze
nemen deel aan sociaal-artistieke projecten, ze zijn de motor van een actie als Hart boven Hard. Ze ontwikkelen visies samen met ingenieurs, biotechnici, stedenbouwkundigen,
landschapsarchitecten, … ze openen het theater voor lezingen en debatten. Ze willen
een maatschappelijke bijdrage leveren. Soms maken ze zelfs kunst uit een
bewogenheid, omdat ze verontwaardigd zijn over onrecht. 

Moloch

Over de
zin van vele producten en diensten kan gediscussieerd worden, net zoals
er over de betekenis van kunst kan gesproken worden. De achtergrond voor de
discussie is wel een harde wereld waar arbeid en natuur uitgebuit worden. Er
staat meer op het programma van de heersende politiek: het breken van de
vakbondswereld, het afdingen van vrijhandelsakkoorden, meer macht aan steeds minder
economische groepen, toenemende concentratie van rijkdom en toename van
armoede en gedweeheid (emo-televisie, blockbusters, antidepressiva, …).

Sociale strijd is een noodzaak en de enige weg is die van transitie. Wat
betreft arbeid, verloning en het gebruik van natuurlijke middelen zijn nieuwe
wegen de enige uitkomst. Er is urgentie. De oude moloch van groei en financiële
speculatie ten koste van alles kent alleen wreedheid. Als een enorme, oude en
zieke olifant slaat hij met zijn tanden. De doodstrijd van het neoliberalisme
wil zich aanprijzen als een recept voor de toekomst. Het is aan de kunstenaars
het portret van de olifant te tekenen.  

Droom

De gemeenschap
moet investeren in kunst en kunstenaars en kunsthogescholen, omdat de toekomst
ook vorm moet gegeven worden. Kunstenaars zijn vormgevers. Ze zijn maar een van de vele spelers, maar wel een noodzakelijke. Vormgeven wil zeggen scheppen,
uitvinden, animeren (leven geven). Subsidie aan dat vormgeven onttrekken, is
conservatieve vormen bekrachtigen, versterken. De acties van de kunstenaars
zijn een diaspora, een rijk pallet aan expressies. Het terugschroeven van
subsidies versterkt de grote kunsthuizen waar de machtigen zich lekker voelen
en hun genummerde plaatsen hebben. Het landschap wordt grijs en verliest zijn
kleur. Veel mensen, onder wie veel jongeren, moeten hun droom kunstenaar te zijn opgeven.  

Als we als kunstenaars
deelnemen aan deze actie, dan is dat niet uit frivoliteit! 

Dank voor de
aandacht. 

take down
the paywall
steun ons nu!