De eerste verjaardag van het Turkse corruptieschandaal

Wanneer Nederland de ballen in de kerstboom hangt, maakt Turkije zich op voor een heel andere verjaardag: die van het corruptieschandaal dat het land eind vorig jaar op zijn grondvesten deed schudden. Aanklagers onthulden op 17 december 2013 de resultaten van een onderzoek naar corruptie in en rond de regerende Partij voor Gerechtigheid en Ontwikkeling (AKP).

woensdag 3 december 2014 14:09
Spread the love

Hoewel de affaire meerdere aspecten kent, ging
veel aandacht uit naar de vermeende zwendel rond de goud-voor-olie-overeenkomst
tussen Turkije en buurland Iran. Een centrale figuur daarbij was de in Iran
geboren zakenman Reza Zarrab, die sinds hij de Turkse nationaliteit aannam door
het leven gaat als Riza Sarraf.

Justitie verdacht Zarrab ervan vier
AKP-ministers te hebben omgekocht. In drie gevallen zou dat via de zonen van de
ministers zijn gegaan. Die zonen werden aangehouden, evenals Zarrab zelf.

 Gülen

De vier in opspraak gekomen ministers werden
snel vervangen, maar verder ontkende of verklaarde de regering weinig tot
niets. In plaats daarvan opende – toen nog – premier Erdogan de aanval op de
‘parallelle staat’, zijn jargon voor de beweging rond imam Fethullah Gülen.
Diens volgelingen binnen justitie en politie wilden de regering volgens Erdogan
ten val brengen. 

In de daaropvolgende maanden drong de
regering de Gülenbeweging terug door veel politieagenten, aanklagers en
rechters te vervangen. De nieuwe rechters lieten de verdachten in de
corruptieaffaire vrij en zetten uiteindelijk zelfs een punt achter de
juridische procedure.

Onderzoek

Het begin van de corruptieaffaire viel samen
met het omslaan van het conflict tussen Erdogan en Gülen in een oorlog.
Om die reden bestaat er over Gülens intentie om de AKP een hak te zetten weinig
twijfel. Daarmee was echter nog niet gezegd dat de aantijgingen van zijn
aanklagers vals waren.

Om de vier oud-ministers te onderzoeken werd een
parlementaire commissie geformeerd, die onlangs aan het werk ging. Hoewel niet
uitgesloten kan worden dat dit onderzoek leuke feitjes oplevert, hebben de
oppositiepartijen weinig vertrouwen in de uitkomst. Omdat negen van de vijftien
parlementaire onderzoekers uit de AKP afkomstig zijn.

De Democratische
Volkspartij (HDP) wil er daarom niet eens aan deelnemen. Een aanvullende reden voor de HDP was
dat een rechter de media een beperking oplegde bij het verslaan van het
onderzoek. Met als argument dat de ministers schuldig zouden worden verklaard
voordat het onderzoek was afgerond.

Het is voor de tiende keer in vier jaar dat de
media aldus worden beperkt, wat als het om persvrijheid gaat uiteraard geen
schoonheidsprijs verdient.

Iran

Nog onduidelijk is of de onderzoekscommissie oog zal hebben voor ontwikkelingen in
Iran die een interessant licht op de zaak kunnen werpen. In Iran werd nog geen
twee weken na het ontstaan van de corruptieaffaire de zakenman Babak Zanjani
gearresteerd. Van hem wordt een zakelijke relatie verondersteld met zowel
Zarrab als voormalig president Mahmoud Ahmedinejad, die in 2008 de
goud-voor-olie-overeenkomst aanging met Erdogan. 

Met Hassan Rouhani heeft Iran ondertussen een
president die als het om corruptie gaat zuiverder op de graat is dan zijn voorganger. Volgens de Turkse
journalist Zülfikar Dogan, constateerde Rouhani dat een bedrag van 14 miljard
dollar, afkomstig uit de deal met Turkije, verdwenen was. Daar houdt hij de
door Erdogan als ‘filantroop’ geprezen Zarrab verantwoordelijk voor. 

Rouhani wil die miljarden terug. Erdogan kreeg
dat al tijdens zijn staatsbezoek aan Teheran in januari 2014 te horen, stelt
Dogan. Erdogan zou toen vanuit Teheran met
justitieminister Bekir Bozdag hebben gebeld. Om de bevriezing ongedaan te maken van de banktegoeden van Zarrab, die toen nog achter de
tralies zat. Vast staat dat een rechter in Istanbul destijds
Zarrabs banktegoeden ontdooide.

Ziraat
bank

Zülifikar Dogan noemt verder de erg snel
gegroeide net error ommissions (NEO),
oftewel het kapitaal
van onbekende herkomst
op de balans van de Turkse centrale bank. Er wordt
over gespeculeerd dat die 14 miljard dollar (alsmede commissies en smeergelden)
daar beland zou zijn.

Klinkt als een perfecte witwasmethode, maar
het is al de zoveelste verklaring voor de snelle groei van de NEO’s. Die
blijven de gemoederen in ieder geval bezighouden.

Verder wees Dogan op het onderzoek
dat de Amerikaanse Federal Reserve Bank op 1 juli j.l. aankondigde naar het risk management met betrekking tot
witwassen bij de tak in New York van de door de Turkse staat gecontroleerde
Ziraat-bank. 

Ziraat zei dat het om een routineonderzoek
ging, maar dat die bank vervolgens klanten verzocht hun rekening op te heffen
kan een signaal zijn dat er meer speelt. 

Refah

Zullen we ooit het fijne weten over de
goud-voor-olie-deal tussen Turkije en Iran? Kan lang duren. Zo speelt er nog
altijd een corruptiezaak uit de jaren negentig rond de opgeheven Refah-partij:
de ‘vermiste triljoen zaak’.

Refah was een voorloper van de AKP en kwam
voort uit het door Refah-premier Necmettin Erbakan opgerichtte Milli Görüs, een
religieus-nationalistische organisatie die ook in de Nederlandse media is
opgedoken.

In het vorige decennium gebeurde dat in
verband met zwendel rond ‘groene investeringsfondsen’ en de controverse rond de
Westermoskee in Amsterdam. Recentelijk omdat Milli Görüs een van de
Turks-religieuze organisaties is die minister Asscher gedurende vijf jaar
nauwgezet wil volgen.

Gül

Nadat Erbakan in 1997 door militairen tot
ontslag was gedwongen, werd hij samen met 68 partijgenoten beschuldigd van
valsheid in geschrifte in verband met een ‘triljoen’ (circa 477.000 euro) uit
de Turkse schatkist afkomstige lira.

Refah zei dat dit geld voor partijactiviteiten
was gebruikt. Onderzoek wees echter uit dat het in Duitse marken werd omgezet
en geparkeerd op een bankrekening, om begin 1997 opgenomen te worden. De
verdachten werden tot gevangenisstraffen en boetes veroordeeld. 

De gevangenisstraf voor Erbakan werd om
gezondheidsredenen verschillende malen opgeschort, maar in 2008 kreeg hij een
huisarrest opgelegd. Abdullah Gül, die voor Refah in het parlement zat en in
2007 president werd, maakte daar een einde aan. Bovendien werd de boete van circa 3,8 miljoen euro voor Erbakan
teruggebracht tot om en nabij 300.000 euro.

Gül wilde al eerder in deze zaak getuigen,
maar kon dat als president niet doen. Nadat zijn presidentschap in augustus j.l.
was beëindigd toonde hij zich hier nogmaals toe bereid. Op 18 november j.l.
bezocht hij een aanklager om te getuigen. Wat Gül daar zei is (nog)
onduidelijk. Erbakan zal er hoe dan ook geen last van hebben, want hij overleed
in 2011.

In ieder geval is er na al die jaren nog
altijd geen volledige duidelijkheid in deze zaak. En dat terwijl deze zaak door
een rechter werd behandeld en niet door een onderzoekscommissie die gedomineerd
wordt door de regeringspartij, zoals dat met het huidige corruptieonderzoek het
geval is. Ik vraag me ernstig af of daarover ooit zoveel duidelijkheid zal
ontstaan dat iedereen tevreden is.

 Van Reij

Geen enkel land is brandschoon wat betreft
corruptie. Zo heeft Nederland Jos van Reij, oud-wethouder van Roermond. Hij wordt ervan
beschuldigd zijn vriend, de projectontwikkelaar Piet van Pol, te hebben
bevoordeeld in ruil voor smeergeld.

Het blijft natuurlijk een malle vergelijking,
maar toch ligt hier een zekere overeenkomst met de situatie in Turkije. Daar
betaalden bouwondernemers ‘donaties’ aan de onder andere door Erdogans zoon
beheerde liefdadigheidsinstelling TÜRGEV, waar volgens de oppositievoerende
Republikeinse volkspartij (CHP) ook veel geld van Zarrab terechtkwam.

Helaas voor Van Reij was hij niet slim genoeg
om een dergelijke constructie te bedenken. Wat hij dan wel weer met Erdogan
gemeen heeft is dat hij ondanks zijn streken populair bleef in Roermond, door
stadsvernieuwing en daaruit voortvloeiende werkgelegenheid. Bij Erdogan zien we
op grotere schaal iets soortgelijks. 

Het grote verschil is dat van Reij zich
binnenkort wel voor een echte rechter moet verantwoorden, zoals dat hoort in
een rechtstaat bij de beschuldiging van corruptie.

Transparancy
International

Ten slotte kom ik terug op het artikel Islamistische
matigheid in Turkije en nieuwe Latijnse matigheid
.
Daarin schreef ik dat de organisatie
Transparancy International (TI) Turkije in 2013 op de 53e
rangschikte van haar Corruption
Perception Index
.

Op de vandaag (3 december) verschenen index van TI over 2014 is Turkije
naar de 64e plaats gedaald. Met de aantekening dat geen ander land
meer plaatsen zakte en dat het corruptieschandaal rond de AKP daarvan de
oorzaak is. Overigens bleef Nederland stabiel op de achtste plaats en is
volgens TI geen land zuiverder dan Denemarken.

Peter Edel is de schrijver van De diepte van Bosporus, een politieke biografie van Turkije (Antwerpen, 2012).

take down
the paywall
steun ons nu!