Het klimaat als collectieve verantwoordelijkheid
Volgens de organisatie maakt de overheid zich schuldig aan nalatigheid of schuldig verzuim door te weinig te doen tegen de opwarming van de planeet. De drie gewesten kregen een ingebrekestelling in de bus en hebben een maand de tijd om te reageren. Als de reactie niet naar verwachting is, worden ze volgend jaar gedagvaard. In Nederland en de Verenigde Staten lopen gelijkaardige initiatieven.
Joke Schauvliege (CD&V), Vlaams minister van Omgeving, Natuur en Landbouw, reageerde met een opiniestuk in De Morgen.
Daarin somt de minister op wat zijzelf zoal probeert te doen om haar steentje bij te dragen. Het lijkt haar te ontgaan dat de dagvaarding niet de persoon Joke Schauvliege betreft en het de Klimaatzaak waarschijnlijk niet echt interesseert hoe zij zich verplaatst en hoe ze haar huis verwarmt, maar dat het beleid wordt aangeklaagd, waarin zij nu eenmaal een belangrijke (f)actor is – of zou moeten zijn.
Schauvliege wijst er ook op dat er al heel wat is gebeurd en dat er resultaten zijn geboekt, zowel in de energiesector als in de landbouw en de industrie. Ze geeft wel toe dat “we met z’n allen te veel kilometers rijden met te veel wagens die te veel uitstoten”, maar wijst wat dat betreft op de persoonlijke en collectieve verantwoordelijkheid van de burgers.
Burgerzin
De burger wijzen op zijn/haar verantwoordelijkheid is geen nieuwe tendens. Dat we allemaal ons steentje moeten bijdragen of de tering naar de nering zetten. Iedereen is het intussen beu gehoord.
Er is op zich dan ook weinig verrassends aan het feit dat een minister een wereldwijd en ernstig probleem doorschuift naar de burgers, in tijden waarin die burgers uit wanhoop hun eigen fietspaden aanleggen, meer spullen delen en weggeven dan ooit, hun eigen schoolinfrastructuur dienen te financieren en om de oren geslagen worden met crowdfunding en energiespaartips in de trant van “Ga in het donker naar de wc”.
Maar uitgerekend inzake klimaat kan en mag een overheid zich niet verschuilen achter “burgerzin” en “ieders verantwoordelijkheid”, al helemaal niet wanneer ze zelf bijzonder weinig animo en visie vertoont om de dreigende problemen daadwerkelijk aan te pakken.
In het beleidsintenties van de regering lezen we onder meer concrete plannen inzake het verbreden van de Brusselse ring, het hardnekkig volgen van een zeer omstreden tracé in Antwerpen, het onverminderd subsidiëren van bedrijfswagens, het goedkeuren van drie nieuwe grootschalige shoppingscentra in de stadsrand zonder grondig mobiliteitsplan en, als kers op de taart, het drastisch besparen op openbaar vervoer.
Koude schotel
Klimaatschrijfster Naomi Klein raasde de afgelopen week als een wervelwind door Nederland en België. Onder meer in de KVS maakte ze duidelijk dat er slechts één manier is om de klimaatapocalyps af te wenden. Alleen als de meest geïndustrialiseerde landen de uitstoot met acht à tien procent per jaar terugdringen, kan vermeden worden dat de temperatuur nog deze eeuw met meer dan twee graden stijgt.
Dergelijke daling hebben we tot nu toe alleen gezien bij de ineenstorting van een economisch systeem zoals in de jaren 1930 of bij de val van de Sovjet-Unie. Die acht of tien procent halen we enkel op een rechtvaardige manier als de overheid een grote rol speelt in de overgang naar een koolstofarm economisch systeem, waarbij onze hele manier van werken, leven en ontspannen herbekeken wordt. Een discussie over seizoensgroenten, droogzwierders of koude schotels is naast de kwestie.
Dat een bevoegd minister in die context burgers op hun persoonlijke verantwoordelijkheid meent te moeten wijzen, is ongepast. Ministers worden door de bevolking gekozen om het land te besturen met visie en kennis van zaken en met het algemeen welzijn in het achterhoofd.
Dat
de overheid zich onttrekt aan de verantwoordelijkheid die ze draagt
inzake klimaatbeleid, is dan ook zonder meer aanmatigend.