Na
de crash van vlucht MH17 sloten drie van de landen met slachtoffers
een akkoord met Oekraïne, waarin de onderzoeksmodaliteiten werden
vastgelegd voor een Joint Investigation Team. Maleisië en Malaysia
Airlines bleven buiten dit onderzoek.
Onmiddellijk
na de crash werd met de vinger gewezen naar de etnisch Russische
Oekraïense rebellen op de plaats van de crash. Die zouden – al dan niet per vergissing –
het toestel hebben neergehaald met een door Rusland geleverd Buk-luchtafweergeschut. Rusland repliceerde dat volgens
hun satellietbeelden een Oekraïens militair vliegtuig in de nabijheid van het toestel de
waarschijnlijke dader is.
Het
samenwerkingsakkoord bevat een bepaling die stelt dat elk van de vier
betrokken landen – Nederland, België, Australië en Oekraïne – afzonderlijk kan eisen dat het eindresultaat van het onderzoek (of delen
ervan) geheim moet blijven, als het meent dat die openbaarmaking het land schade zou kunnen toebrengen.
Het
Nederlandse weekblad Elsevier Magazine heeft bij het ministerie van Justitie een verzoek ingediend, in toepassing van de wet op de
openbaarheid van informatie, om de tekst van dit akkoord te bekomen.
De Nederlandse regering heeft dit geweigerd.
Wat
zou Oekraïne moeten te verbergen hebben bij een vliegtuigcrash, waar
het land volgens eigen verklaringen geen enkele verantwoordelijkheid voor
draagt? Deze geheimhouding hypothekeert het onderzoek bij voorbaat.