Op 16
november staan twee zaken op de Antwerpse agenda. Ten eerste, Sinterklaas meert
aan. Ten tweede, burgerrechtenbeweging Movement X zal het stadsbestuur een ingebrekestelling overhandigen waarin ze vraagt om uiterlijk tegen 15
januari 2015 een overleg op te starten rond de figuur van Zwarte Piet. Het
stadsbestuur zit echter op slechts één van deze twee gebeurtenissen te wachten,
of zoals de woordvoerder van de burgemeester het uitdrukte: “de burgemeester en bij uitbreiding het volledige stadsbestuur acht het niet
zinvol om een discussie uit het buitenland te importeren”.
Ik moet zeggen dat ik deze reactie van bijzonder weinig
intellectuele eerlijkheid vind getuigen. Niet alleen omdat andere discussies
wel slag om slinger uit het buitenland worden geïmporteerd – hoe lang is het
geleden sinds u laatst heeft gehoord dat ze in het buitenland de lonen niet
indexeren zoals wij dat in België doen? – maar vooral omdat op die manier de
indruk wordt gewekt dat dit debat helemaal niet leeft in ons land. Die indruk
is echter fout; de discussie wordt wel degelijk gevoerd. Het feit dat ze hier
minder rumoerig is dan in Nederland zegt meer over het verschil in participatie
van minderheidsgroepen aan het publieke debat dan over de emotionele lading van
dit thema.
Want emotie rond Zwarte Piet is er met hopen. En dat is
ook normaal, want deze discussie berust, zoals alle emotionele discussies,
grotendeels op een misverstand. Concreet: hetgeen de voorstanders van Zwarte
Piet horen, is niet wat de tegenstanders zeggen. Want wat de tegenstanders
zeggen, is: “Wij ervaren de figuur van Zwarte Piet als beledigend”. Wat de
voorstanders horen, is echter heel anders: “Jullie zijn één grote bende
racisten”. Resultaat? Een debat van bedenkelijk allooi dat ronduit nergens
naartoe gaat.
Maar ik denk dat we dit kunnen oplossen. Ironisch genoeg,
door middel van discriminatie. Laat ik bij mezelf beginnen. Ik ben blank, dus
ik heb geen idee wat racisme is. Ik begrijp het op een intellectueel niveau,
maar ik heb het nog nooit ervaren en ik zou niet weten hoe het voelt. Ik kan
zelfs nog verder gaan. Want behalve blank, ben ik ook een heteroseksuele man.
Ik ben in mijn hele leven nog nooit – u leest het goed: nooit! – gediscrimineerd.
Discriminatie behoort gewoonweg niet tot mijn leefwereld. Hoe ik mij op een
zinvolle manier zou moeten uitlaten over het al dan niet beledigende karakter
van Zwarte Piet, is mij volstrekt onduidelijk. Dus, bij deze geef ik mij op als
vrijwilliger om te worden gediscrimineerd op basis van mijn huidskleur. Ik
discrimineer mezelf gewoon uit het debat. Laat zwarte mensen zich uitspreken
over Zwarte Piet; hun bekwaamheid in dit thema overstijgt die van mij.
Bent u ook blank? Schitterend! Sta mij toe dat ik u warm
uitnodig met mij mee te doen. Laten we ons met zijn allen discrimineren en het
debat overlaten aan diegenen die erdoor geraakt worden. En ja, ik weet het: het
is een hele klus en best oncomfortabel. Maar geen nood, hier zijn drie
vuistregels die u kunnen helpen:
Vooreerst, weet dat niemand u een racist noemt.
Tegenstanders van Zwarte Piet nemen aanstoot aan een iconografie, niet aan uw
intenties of morele overtuigingen. In feite heeft u hier zelfs weinig mee te
maken.
Vervolgens, bedenk dat niemand pleit voor de totale
afschaffing van Zwarte Piet. De Sint mag zijn knecht houden en we kunnen hem
zelfs Piet blijven noemen. Het enige wat er blijkbaar van ons verwacht wordt,
is dat we hem een ander kleurtje geven. Een minuscule cosmetische ingreep, dat
is alles.
En ten slotte – nu kunnen jonge lezertjes beter even
wegkijken – Zwarte Piet bestaat niet echt. Het is een volledig verzonnen figuur,
waar we mee kunnen doen wat we maar willen. Weigeren om rekening te houden met
raciale gevoeligheden omwille van een sprookje, is een beetje als het debat
laten voeren door zesjarigen. Nee, dank u. Dan laat ik het liever over aan
iemand die weet waarover het gaat.