Opinie

Vrouwendag is geen feest

Teaser fallback community afbeelding
“Wanneer is het mannendag”, hoor ik u geïrriteerd mompelen. “Dat het ongeveer elke andere dag van het jaar al mannendag is”, is het even geërgerde feministische antwoord. Kunnen we die hele vrouwendag niet gewoon overslaan, en op 11 november gewoon lui in onze zetel hangen, zonder gedoe en geëmmer over vrouwenrechten? Zijn we daar nu nog niet klaar mee? Helaas.

In Vlaanderen moet 22% van de eenoudergezinnen – die voor 80% bestaat uit moeders met kinderen – rondkomen met een inkomen onder de armoedegrens. Van de leefloontrekkers is 57,4% vrouw. In 1982 was 18% van de thuislozen in Vlaanderen vrouw, in 2012 was dat aantal opgelopen tot 41%

Vrouwen zijn in sterke mate afhankelijk van het inkomen van andere gezinsleden. Op basis van hun eigen inkomen, belandt liefst 36% van de vrouwen onder de armoedegrens (bij mannen is dat 11%).

59% van de gepensioneerde vrouwen moet het rooien met minder dan 1000 Euro/maand tegenover 33% van de mannen.

Men heeft de mond vol over kinderarmoede, maar vergeet dat kinderen arm zijn wanneer hun ouders in armoede leven.

Vooral in tijden van crisis worden er maatregelen genomen die vrouwen straffen voor hun zwakkere positie op de arbeidsmarkt, een positie die hen bovendien wordt aangewreven. “Vrouwen moeten maar meer werken.”

Dat vrouwen zoveel makkelijker in de armoede belanden heeft alles te maken met het simpele en onontkoombare gegeven dat zij nog steeds instaan voor het gros van de zorgtaken. Zorg voor kinderen, zorg voor zieke of hulpbehoevende familieleden, engagement op school en in verenigingen.

Ondanks de talloze aanmaningen om vooral voltijds aan de slag te gaan, werkt maar liefst 45 % van de vrouwen deeltijds. Niet omdat ze lui zijn. Niet omdat ze de hele dag cupcakes bakken of shoppen. Maar omdat ze zorgen. Voor hun kinderen (voor wie er in de grote steden niet eens een betaalbare plaats is in de kinderopvang), voor zieke ouders of familieleden (die intussen op een wachtlijst staan).

De waardering voor die zorg is ver te zoeken in een samenleving waar productiviteit en economische groei centraal staan. Dat blijkt ook uit de ridicule lonen waar bejaardenverzorgsters, kinderverzorgsters en schoonmaaksters mee moeten rondkomen, niet toevallig beroepen waarin bijna uitsluitend vrouwen actief zijn.

Stel u een samenleving voor waarin er niet meer wordt gezorgd. Waar we enkel nog produceren en consumeren. Waarin alles wat geen economische waarde heeft, wordt gereduceerd of afgevoerd. Getuigt het niet van een zorgwekkende onverschilligheid om uit te gaan van een socio-economisch model dat zijn kwestbaarste leden onderbrengt in tehuizen en opvangcentra?

Ons land bengelt onderaan de Europese lijst wat de duur van het bevallingsverlof betreft. Het tijdkrediet dat mensen in staat stelt om voor zieke ouders of kinderen te zorgen staat momenteel ter discussie.

De leefbaarheid van dit land is deels te danken aan talloze vrijwilligers die maatschappelijk relevant, maar onbezoldigd werk uitvoeren. Werk dat zonder vrijwilligers niet gebeurt, omdat het economisch niet rendabel is.

Als we met z’n allen massaal en zo lang mogelijk voltijds aan de slag moeten, waar is dan de ruimte voor sociaal engagement, voor familiezorg, voor opvoeding? Moeten we echt kiezen tussen welvaart of welzijn?

Een samenleving is maar zo beschaafd als de manier waarop ze omgaat met de noden van haar kwetsbaarste leden. Een warme en sociale samenleving ziet en erkent die noden, en biedt respect en ruimte voor zorg.

Zorg is dan ook geen vrouwenzaak, maar een zaak van ons allemaal.

Laten we ons niet neerleggen bij economische dictaten die over de noden van individuen heenwalsen, maar een pleidooi houden voor meer zorg, zorg voor en door iedereen. We zullen er collectief beter van worden.

Vandaag op de hoogte van de wereld van morgen?