Samenleving. Wat een
mooi woord! Als je er even bij stilstaat merk je dat het een woord is met veel
visie. Het eerste, erg belangrijke deel van het woord is ‘samen’. Gezellig,
tof, solidair, zo mooi ook, want ‘samen’ klinkt toch leuker dan ‘alleen’? ‘Alleen’
klinkt koud, eenzaam, niet gezellig en al helemaal niet solidair.
Het tweede deel van
het woord dan, ‘leving’. Als dat kan is dit zelfs nog mooier. Leven, de essentie
van alles. Leven is beleven, leven is genieten, leven is vrij zijn en leven is
vallen, maar ook opstaan. Mooi!
Het is de combinatie
van die twee delen die ‘samenleving’ tot zijn prachtige status verheft, tot een
woord waar elke idealist graag over wegdroomt. Een woord ook met inhoud, visie
en ambitie. Samen iets maken van dit leven, van dit samen leven, samen mekaar
helpen om het leven echt te léven.
Daartegenover staat
echter de realiteit, die de inhoud van ‘samenleving’ stal en er de essentie uit
wegnam, die er zelfs in slaagde om het woord ‘samen’ anders te interpreteren.
Samen maar alleen als het moet, individualistisch, omdat het kan.
Leven wordt steeds
meer tot een opdracht herleid, waarin van alles ons wordt opgelegd. We zijn er
in geslaagd om dit begrip zodanig te verwringen, dat wij met z’n allen steeds
meer (moeten) leven in functie van dingen. In plaats van voornamelijk dingen te
kunnen doen om zin te geven aan ons leven.
- Leven om de economie
te stimuleren. - Leven om te eten te
geven. - Leven om te
overleven. - En als het even kan
en er tijd voor over is, leven om te genieten. - Leven voor onze
kinderen. - Leven om te léven.
- Maar alleen als er
tijd en geld is.
De reportage Generatie
25-35: elke dag is een ratrace in het VRT-Journaal van 27 oktober 2014, is een prachtige illustratie van dit
fenomeen. Alleen denk ik dat het zich niet beperkt tot enkel die generatie. Hoe
vaak staan wij, terwijl we haastig naar een afspraak hollen, nog stil bij de
kleine, mooie dingen? De wind door je haren als je een helling affietst. Het
aangename gevoel als een onbekende je oprecht begroet. Hoe vaak nog nemen we de
tijd om gezellig te niksen? Of onze mailbox en smartphone enkele dagen te
negeren?
Dit klinkt misschien
als een relaas van een idealist die plots wakker werd als pessimist. Dat krijg
je nu eenmaal als een idealist wakker wordt met regeringen die het mooie woord
‘samenleving’ compleet oneer aandoen. Die over de hele lijn keuzes maken die
geïnspireerd zijn door een neoliberale ideologie. Om een samenleving te creëren
met de economie als opperbevelhebber. Waarbij wij allemaal ten dienste staan
van die bevelhebber. En we in de eerste plaats geschat worden naar onze
economische meerwaarde. Een ideologie die de kloof tussen arm en rijk alleen
maar vergroot.
Zo’n ‘samenleving’ is
geen samenleving. Het is dat mooie woord simpelweg onwaardig. Welke samenleving hebben wij als zelfs niet iedereen het recht op een
menswaardig leven kan benutten? Als zovelen leven om te overleven en wij niet
bereid zijn anderen hierin te helpen.
De druk die mensen nu
al ervaren zorgt voor onnoemelijk veel gevolgen, die op lange termijn ook de
dierbare economie niet ten goede zullen komen. Wij worden in het Centrum
Algemeen Welzijnswerk (CAW) dagelijks geconfronteerd met die gevolgen en we
zien het er niet op verbeteren.
Armoede, uithuiszettingen,
dak- en thuisloosheid, gezondheidsproblemen, psychische problemen, relaties die
stuklopen, burn-out en ga zo maar door. Zelfs onze jongeren staan al onder druk.
En, jazeker, ook onze hulpverleners hebben het niet gemakkelijk. We dweilen met
de kraan open en die kraan wordt nu nog meer opengedraaid.
Het klinkt eenzaam
als idealist. Maar niets bleek minder waar, toen ik gisteren in Brussel omringd
werd door meer dan 100.000 mensen. Sommigen zeggen zelfs meer dan 120.000.
Voornamelijk mensen die, net als ik, geloven in de essentie van een
samenleving. Nog blijer maakte het me, dat velen vooral uit solidariteit
meeliepen. Zoals de verschillende CAW-delegaties die er trots met vlaggen
paradeerden, in naam van iedereen die getroffen wordt door dit beleid.
Dat een zeer beperkte
groep de sfeer uiteindelijk verpestte, is erg jammer en ronduit schandalig. Het
getuigt van het meest asociale gedrag in een van de meest sociale
gebeurtenissen die ik ooit al meemaakte. Dat mag het effect van meer dan
100.000 stemmen geen onrecht aandoen, want daar ging het uiteindelijk over.
Opkomen tegen dit asociale beleid. Opkomen voor een échte samenleving!
Samenleving. Het zou
zo mooi kunnen zijn en zo goed. Ik vraag mij af waar en wanneer, ergens
onderweg, we de kern van dit woord uit het oog zijn verloren. Het wordt tijd
dat we dit mooie woord nog eens van dichtbij bekijken en dat we er, vreedzaam,
voor blijven vechten. Samen, graag!
Lies Debouver is
stafmedewerker van de CAW-koepel. Zij schreef deze overpeinzing bij de betoging van 6 november in eigen naam en in naam van haar vele collega’s die er op 6 november bij waren (of wilden zijn).