Wat betekent discriminatie?
Gediscrimineerd
worden bepaalt in sterke mate je zelfbeeld, het voelen en denken over jezelf en
de ander. Het bepaalt zowel je identiteit als je gedrag en relatie tot de
ander. We begrijpen doorgaans niet altijd of onmiddellijk wat de ander over ons
zegt.
De woorden van
de ander zetten tot nadenken en kunnen bevreemdend zijn. We kunnen ze niet
altijd direct plaatsen. Er kan verwarring ontstaan, met een zoektocht naar wat
de ander van ons nu eigenlijk wil. Doorgaans willen we en denken we geliefd en
verlangd te worden door de ander.
Dit menselijk
wensidee is echter moeilijk vol te houden in confrontatie met uitspraken als:
“Je bent een vuile zigeuner! Onaangepast, een parasiet!”. Wat zegt de ander dan
over mij? Wat betekent dat? Ben ik een slecht mens? Waarom word ik zo gehaat
door de ander? Deze ‘haatwoorden’ blijven onbegrepen, maar ze dringen wel tot
in de kern van je zijn, je voelen en denken door.
Je voelt je
onbegrepen tot minderwaardig. Je ervaart ‘minder’ of helemaal niets voor de
ander te betekenen, een ander die zich superieur en als ‘meer’ opstelt ten
opzichte van jou. Je voelt je ineens niet enkel anders, maar ook minderwaardig.
Dit ‘anders zijn’ nestelt zich in je meer en meer naarmate de aanhoudende
‘haat’ blijft duren.
Het
vooroordeel dat de ander over jou heeft, is ook bepalend voor zijn gedrag in
relatie tot jou. Op het moment dat de ander zijn vooroordeel en woorden van
haat ook omzet in ‘daden’ en je uitsluit uit het maatschappelijke en sociale
leven, dan word je gediscrimineerd.
Vanaf dan
word je een vreemde, niet alleen in het verlangen van de ander, maar ook in de
samenleving. De stap naar ongewenst zijn, is nabij. Men beschouwt je niet meer
als gelijk, humaan subject. Je bent object geworden van haat. Je bent een
onfatsoenlijke en onwenselijke soort (mens).
Verbod op discriminatie
Het
discriminatieverbod zoals gedefinieerd in het Europees Verdrag voor de Rechten
van de Mens (EVRM) [i] en in de Belgische
antidiscriminatiewet van 10 mei 2007 [ii], beschermt
en verzekert de rechten en vrijheden van iedereen ‘ongeacht ras, kleur, taal,
godsdienst, politiek of andere mening, nationale of maatschappelijke afkomst,
het behoren tot een nationale minderheid, geboorte of andere status, huidige of
toekomstige gezondheidstoestand, seksuele geaardheid, een fysieke of genetische
eigenschap, en sociale afkomst’.
Deze wetten
vertrekken vanuit het ‘gelijkwaardigheidsprincipe’ en verbieden discriminatie.
Ze dienen onder andere ook als maatstaf voor het onderscheiden van goed en
kwaad. Hannah Arendt heeft dat mooi verwoord in haar boek ‘Verantwoordelijkheid
en oordeel’: “De wet maakt het voor mensen mogelijk onderscheid te maken tussen
goed en kwaad, want waar geen wet is, is ook geen overtreding” [iii].
Mathias
Storme, sinds kort bestuurslid van het Interfederaal Gelijkekansencentrum spreekt dit
helaas tegen. Volgens hem is discriminatie verbieden ondemocratisch en gaat
een verbod op discriminatie in tegen alle andere vrijheden. “Vrijheid om te
discrimineren is een fundamentele vrijheid, zelfs de fundamenteelste van
vrijheden, omdat zonder die vrijheid de meeste andere fundamentele vrijheden
gewoon niet bestaan” [iv], aldus
Storme. Dat rechten en vrijheden van de gediscrimineerde in het gedrang komen, doet
er voor hem niet toe. Zijn die dan minder belangrijk?
Storme vindt
vervolgens dat discriminatie bestrijden veel erger is dan ze te ‘tolereren’. Ik
vraag mij daarbij af welke maatstaf Storme gebruikt om het ‘kwaad’ te meten?
Vlaams minister voor het gelijkekansenbeleid, Liesbeth Homans (N-VA) deelt die
mening [v].
Ze stelt voor om een gids voor holebi’s te maken die hen volgens haar kan
‘behoeden’ voor discriminatie en geweld. Zij stelt voor om je gedrag als holebi
aan te passen en bijvoorbeeld niet meer hand in hand met je lief op straat te
lopen.
De vraag is
wiens belangen en rechten in deze worden ondersteund en wiens belangen en
rechten zo goed als teniet worden gedaan. De gediscrimineerde moet dus niet
klagen over de schade die hem wordt aangedaan, want deze is ‘minder kwalijk’
dan het kwaad dat hij zou berokkenen door een proces aan te spannen wegens
discriminatie en zich tegen discriminatie te verzetten.
Ondanks het
bestaan van Europese en Belgische antidiscriminatiewetten kan men toch
discrimineren zonder strafrechtelijk vervolgd te moeten worden, omdat deze
wetten op heden nog te weinig toegepast worden. Dit is de realiteit waarin we
vandaag moeten leven.
Midden- en Oost
Europese lidstaten van de EU bieden een duidelijke illustratie. Er heerst daar discriminatie
en racisme ten aanzien van de Roma[vi]. Men past daar
de wetten tegen discriminatie niet toe, segregatie en toenemend racisme nemen
er elke dag sterk toe. Overheden nemen daar geen verantwoordelijkheid op ten
aanzien van de Roma-minderheid.
Discriminatie
ten aanzien van Roma wordt zo getolereerd in onze Europese samenleving. Deze
tolerantie van discriminatie kent geen grenzen. Er wordt ook niet meer
nagedacht over goed en kwaad. Dit klimaat is een rode loper voor Storme en
Homans, zij voelen zich erdoor gesterkt en paraderen nu met hun ideeën van
discriminatie in het hart van Europa.
Discriminatie en segregatie: een verhaal ‘apart’
Segregatie is
de ergste vorm van discriminatie. Segregatie is eveneens het gevolg van
getolereerde discriminatie en het niet toepassen van antidiscriminatie- en
antiracismewetten. De restgroep wordt verplicht te leven aan de rand van de
maatschappij, totaal geïsoleerd van het maatschappelijke en sociale leven.
Meer en meer
worden in zowel in Oost- als in West-Europa Roma geconcentreerd in
achtergestelde regionale kampen en getto’s. In Slowakije alleen zijn er al meer
dan 600 geconcentreerde Romakampen en getto’s[vii].
Men bouwt rondom deze getto’s betonen scheidingsmuren, waarachter men deze
ongewenste groep van mensen wil verzamelen, onzichtbaar maken en uit ons leven
sluiten.
Hun
bewegingsvrijheid wordt zo beperkt met het gevolg dat ze geen toegang hebben
tot nutsvoorzieningen, scholen, winkels en ziekenhuizen. Er worden zelfs aparte
Romascholen opgericht om de Roma-gemeenschap gescheiden te houden van de rest
van de samenleving. Sommige reguliere scholen weigeren zelfs Roma kinderen in
te schrijven, uit angst blanke kinderen te verliezen, omdat hun blanke ouders niet
wensen dat hun kind samen met een Roma-kind naar school gaat[viii].
Recent werden
ook in Italië initiatief genomen om aparte bussen, enkel voor Roma, te
organiseren[ix].
Zulke maatregelen maken meer en meer duidelijk dat we in een tijdperk leven
waarin rassensegregatie en apartheid opnieuw kunnen gedijen.
Volgens
Storme is tolerantie van discriminatie een teken van democratie. Nochtans heeft
wat Storme voorstaat tot op heden in de geschiedenis nog nooit eerder
geresulteerd tot democratie. Dit gedachtengoed inzake discriminatie geeft
veeleer nieuwe kansen aan logica die aan de basis lagen van de discriminatie
van Joden en zigeuners tijdens de Tweede Wereldoorlog.
Denk maar aan
de uitgehangen borden in cafés, winkels en restaurants waarop stond ‘Joden
toegang verboden’ of ‘Joden niet gewenst’. Tijdens het naziregime is men ook eerst
gestart met discriminatie, die later tot genocide leidde. Wat zou er zijn
gebeurd in geval Storme hag geleefd in de aanloop naar de Tweede Wereldoorlog
en men in zijn aanwezigheid op de idee was gekomen van de ‘Endlösung’ (de
‘eindoplossing’).
Mogelijke
discriminatie door de nazi-partij kan volgens zijn logica. Toch gaan we er van
uit dat hij in discrimineren niet deze kant zou hebben gekozen, hoewel we dat
niet met zekerheid weten. Volgens de (geschiedenis) les van Storme moet elke
prijs met have en goed en het leven van mensen betaald worden, allemaal voor
het vrijwaren van het vrije woord, hoe idioot en onmenselijk dit woord ook moge
zijn.
Was het tijdens
de Tweede Wereldoorlog ‘democratisch’ om zich niet tegen een dergelijk immoreel
en misdadig denken te verzetten? Volgens Storme is dit slechts de schade die
het ‘vrije’ woord ongetwijfeld berokkent, maar is dat dan de aanvaardbare prijs
die betaald moet worden voor het grootste rechtsgoed dat een ‘vrije’
samenleving kent’,[x] aldus nog Storme.
“Le ridicule
ne tue pas” (‘het belachelijke doodt niet’) kan geruststellend klinken maar
moet toch worden herzien in het licht van Storme’s gedachten over ‘de noodzaak
aan discriminatie ten voordele van een vrijwaren van de democratie’.
Onbegrensde en vrije meningsuiting versus collectieve
rechten
In Slowakije
en andere EU-lidstaten worden regelmatig extreem rechtse anti-Roma-marsen
georganiseerd, waarin men uitroept tot Roma-haat en vervolgens ook Roma)wijken
intimideert. “Roma zijn onfatsoenlijke mensen, weg met de Roma! Roma naar de
gaskamers!”, luidt het bij de demonstranten.
Volgens
Storme zijn zulke uitspraken een toepassing van de vrije meningsuiting en
moeten ze dan willens nillens ook getolereerd worden. Wat kan een geviseerde en
gestigmatiseerde groep zoals Roma- of holebi-minderheid daartegen doen? In het
beste geval zich daartegen verzetten door haar collectieve mensenrechten te
beschermen en ervoor op te komen.
Wat vroeger
de gedwongen emigratie van de Joden was tijdens het naziregime, vinden we
vandaag terug in Slowakije. In Slowakije profileert de politieke partij ‘7
Statocnych’ [xi]
(7 Moedigen) zich met volgende oplossingen voor het ‘Romavraagstuk’:
- Vliegtickets
richting Brussel; - Vrijwillige
sterilisatie voor Roma-vrouwen voor tienduizend euro.
Deze
politieke partij financiert deze campagne. De Slowaakse overheid grijpt niet
in. Deze extreemrechtse politieke partij speelt in op de bittere armoede van Roma,
waarvan sommigen uit wanhoop op ingaan. Ook hier is dus sprake van geforceerde
emigratie.
Hebben de
Roma als groep recht om zich daartegen te verzetten? Mogen Roma opkomen voor
hun collectieve en individuele mensenrechten? Storme vindt van niet. Hij vindt
dat bepaalde groepen in de samenleving rechten laten gelden die ‘gewone’
burgers niet hebben. Volgens Storme kan het dus niet dat bepaalde meningsuitingen
verboden worden, enkel omdat ze discriminerend en krenkend zijn voor een groep.
Verder meent hij dat “allerlei gekrenkte groepsgevoelens vandaag de dag
duidelijk beter beschermd worden dan bijvoorbeeld het nationaal gevoel van de
Vlamingen” [xii],
dixit nogmaals Storme.
Het is
opmerkelijk en betreurenswaardig dat ‘de identiteit van de Vlaming’ eerder gebaat
zou zijn bij het uitsluiten van alle collectieve rechten van andere groepen,
eerder dan bij het opkomen voor eigen Vlaamse collectieve belangen en rechten?
Als er al zoiets zou bestaan als een ‘Vlaams nationaal groepsgevoel’, waarom
verdedigt en vecht Storme dan niet voor deze collectieve rechten.
Of is de onbegrensde
vrijheid van meningsuiting en de vrijheid om te discrimineren één van de
collectieve ‘waarden’ en rechten van enkel en alleen de Vlaams-nationale groep?
Zou het kunnen dat Storme niet in staat is te strijden niet voor iets, maar enkel tegen iets, meer bepaald tegen de rechten van ‘andere’
groepen in de samenleving?
Storme is immers
op zijn best als hij tegen een groep kan zijn en deze kan bestrijden. Hij toont
zich daarentegen weinig productief of vernieuwend ten voordele van een strijd
voor het behoud en vooruitgang van democratie. “Het kwaad tolereren is minder
erg dan kwaad bestrijden” [xiii], aldus
Storme, verder komt hij niet.
Democratisch
samenleven houdt volgens Storme in dat mensen elkaar mogen discrimineren en geïsoleerd
van elkaar moeten kunnen leven, in plaats van elkaars rechten en vrijheden te
respecteren en te trachten vreedzaam ‘met’ elkaar samen te leven. Dit is zoals
Storme het graag verwoordt het grootste rechtsgoed dat een ‘vrije’ samenleving
kent, louter de schadelijke prijs die een democratische en vrije samenleving
moet betalen[xiv].
Volgens mij is
dit eerder een morele ineenstorting van de samenleving.
Janette Danyiova is medewerker van de beweging Ignored Voice Of Roma te Gent. In Hedendaags onbegrensd racisme tegen
Roma in Europa geeft zij een overzicht van de hedendaagse discriminatie van
Roma in alle lidstaten van de EU.
[i] Raad van Europa. Europees Verdrag voor de rechten van de Mens
(EVRM)
[ii] Interfederaal gelijkekansencentrum. De antidiscriminatiewet van 10
mei 2007
[iii] Hannah Arendt. Verantwoordelijkheid en oordeel. Lemniscaat, 2004
[iv] Matthias Storme. Vrijheid om te discrimineren, Lemniscaat, 2009
[v] Belg gids voor holebi’s om homofobie te
vermijden is wereld op zijn kop. Holebi Info, 29 oktober, 2014
[vi] Janette Danyiova. Hedendaags onbegrensd racisme tegen Roma
in Europa, De WereldMorgen, 18 september 2012
[vii] Artikel op Slowaakse website Rómske osady sa rozširujú, za desa?
rokov ich na Slovensku pribudlo 71, Spravy.pravda.sk, 5 maart 2010
[viii] Unlock their future: End the segregation of Romani children in Slovakia’s
schools, Amnesty International Slovakia, 2 september 2010
[ix] Italy mayor wants separate buses for Roma people, Al Jazeera, 27
oktober 2014
[x] Idem voetnoot iv
[xi] Website Slowaakse partij ‘Zeven moedigen’
[xii] Idem voetnoot iv
[xiii] Idem voetnoot iv
[xiv] Idem voetnoot iv