Over de beleidsnota Cultuur van Sven Gatz

Over de beleidsnota Cultuur van Sven Gatz

zaterdag 1 november 2014 12:31
Spread the love

De eerste liberale cultuurminister sinds Patrick Dewael. Daarenboven van de hand van een liberaal die geboekstaafd staat als sociaal. Dat maakt een mens dubbel nieuwsgierig. Ja, de beleidsnota Cultuur is goed geschreven, de nota bevat mooie uitgangspunten en principes. Zo hoort het. Helaas vaak worden een aantal principes niet of nauwelijks vertaald in de tekst zelf. Hier ook. Het is fijn te lezen dat de minister wil inzetten op een emanciperend cultuurbeleid, op een geïntegreerd diversiteitsbeleid, en dat een integrale visie op cultuureducatie en cultuurparticipatie hierbij voorop staat. Mooie woorden die grote verwachtingen oproepen. Helaas. Eerst een overzicht van wat erin staat en dan een lijstje van alles wat ontbreekt.

Een beleidsnota begint met een omgevingsanalyse. Deze hier is summier. En gekleurd. Gericht op de doelstellingen die verder in de nota komen. Zo is de beschrijving (?) van het Vlaamse kunstenlandschap enkel problematiserend. Het is inderdaad onmiskenbaar dat het aantal organisaties de laatste jaren sterk is toegenomen bij een min of meer gelijkblijvend budget.
De omgevingsanalyse geeft zelfs voorzetten voor de doelen. Letterlijk: ‘De overheid verwacht van gesubsidieerde actoren dat ze ondernemerschap en een minimumaandeel aan eigen inkomsten realiseren. Subsidies kunnen dus beschouwd worden als een hefboom, met een terugverdieneffect.’ Daarmee zet de minister duidelijk en direct de toon.
Dat we hier weinig of niks lezen over de problemen die kunstenaars ervaren, over de spreiding, over participatie en educatie wijst op die nogal tendentieuze invulling van de omgevingsanalyse. Professor Gatz schrijft ook over cultuurparticipatie: ‘Leren in cultuur (cultuur als doel) en leren door cultuur (cultuur als middel) zijn in deze even relevant en verdienen gelijkmatige erkenning.’ Ik zal het niet ontkennen.
Het Vlaamse cultureel-erfgoedbeleid kent momenteel een spanning tussen enerzijds de huidige draagkracht van de actoren in het veld en anderzijds de vele verwachtingen die de overheid stelt tegenover deze organisaties.‘ Het is een ware opluchting vast te stellen dat de minister dat ook weet. Is het daarom dat deze sector ook nog eens fors moet inleveren zonder de verwachtingen bij te stellen?

Je zet een zonnebril met gebarsten glazen op, een baseballcap en desnoods oogkleppen. En dan kom je bij een dergelijke omgevingsanalyse uit.
Op naar de strategische en operationele doelstellingen.

De kunstensector
De minister wil het kakelverse Kunstendecreet niet nog eens aanpakken. Hij wil het operationeel maken. Dat is goed. Hij wil wel ‘meer verantwoordelijkheid voor minder instellingen‘. Het veld kan er zich alvast op beginnen organiseren. Hij wil, net als de voorgangers trouwens, focussen op artistieke vernieuwing en instroom. Hij bewijst dat hij het Kunstendecreet begrijpt. Hij stelt terecht dat beoordelingsprocedures niet louter moeten focussen op de eigen merites van individuele aanvragen, maar deze in een ruimere context moeten afwegen om versnippering van middelen en potentiële spreidingsproblemen te vermijden. De volgende ronde wordt een boeiend proces.

Dat het Fonds voor de Letteren ook een beleid rond non-fictie moert ontwikkelen, is geen nieuws. Dat wilde Joke Schauvliege ook al. Hoe zij dat echter zullen moeten doen met minder middelen, mag een liberaal raadsel heten. En er komt wellicht een gereglementeerde boekenprijs. Mooi zo.

Het filmbeleid wordt wat bijgesteld. Meer aandacht voor filmeducatie en een vertoningsbeleid. Interessant is de optie om de Vlaamse producties beter te verspreiden op de Franstalige Belgische markt. Opvallend is de volgende zin: ‘Ook kan gekeken worden of samenwerking met ontwikkelingslanden haalbaar is. Het VAF kan hierin initiatiefnemer zijn‘.

Allen naar de markt?
Deze titel duidt goed aan waar Sven Gatz voor staat. Een citaat: ‘Het is belangrijk de goede randvoorwaarden voor ondernemingszin en ondernemerschap te creëren om impulsen te geven aan nieuwe financierings- en organisatievormen, en aan innovatie en samenwerking binnen en buiten de culturele sector‘. In zijn economisch enthousiasme wil hij het beleid rond culturele topevenementen zelfs uitbesteden aan Toerisme. ‘Zo kunnen cultuur en toerisme elkaar bijvoorbeeld versterken op vlak van internationale evenementen. (…) Vooral op het vlak van topevenementen kunnen we beter doen. (…) Ze hebben ook een grote impact op onze economie. De schaal en omvang van topevenementen vragen een gecoördineerde aanpak op Vlaams niveau. (…) We clusteren alle relevante competenties binnen de Vlaamse overheid in één slagkrachtige cel EventFlanders, in de schoot van Toerisme Vlaanderen. Op basis van een business case, opgesteld door EventFlanders, beslist de Vlaamse Regering welk topevenement op de ondersteuning van EventFlanders kan rekenen.‘ Het is een louter economische benadering – wat is een business-case anders – vreemd van kwalitatieve criteria of cultureel belang. Jammer.
Dat Gatz ook de galeries,private spelers, wil ondersteunen, illustreert zijn visie op wie de belangrijke sluiswachters in het cultuurveld zijn. Het is niet onverwacht dat hij de tax shelter ook voor andere sectoren wil openbreken en crowdfunding fiscaal in rekening brengen. Het zijn wel twee federale bevoegdheden die niet in het federaal regeerakkoord staan. Vreemd, want onderhandelde de Open VLD van in den beginne hier niet mee? Ook de kunstkoopregeling zal een plekje vinden.

Je kan je na lezing van dit hoofdstuk ernstig afvragen wie er niet naar de markt wordt gestuurd? Sven Gatz relativeert zelf: ‘Weliswaar besef ik dat alternatieve, private financiering niet voor elke subsector even evident is’. Hij wil subsidies niet in vraag stellen, maar deze blijven inzetten voor talentontwikkeling, innovatie, experimentele ruimte, participatie, doelgroepenbeleid en culturele initiatieven en organisaties die niet kunnen overleven in een marktmodel.

Duurzame culturele infrastructuur?
Dat wil de minister toch. Hij wil een ondersteunend beleid voor innovatieve culturele infrastructuur: ‘Lokale besturen hebben niet altijd de kennis of de capaciteit om de lokale culturele infrastructuur aan te passen aan de uitdagingen van vandaag. Zeker het bibliotheek- en het cultuurcentrummodel doorstaan niet de toets.‘ Wat dat concreet zal inhouden, blijft een raadsel. Verder lezen we niks over een grote culturele infrastructuur in de Vlaamse Rand, maar wel dat er een nieuwbouwproject komt van het Frans Masereel Centrum. Heel Vlaanderen kent en steunt deze prioriteit ongetwijfeld…

Op de internationale toer
Een obligaat hoofdstuk in elke beleidsnota Cultuur. Helaas zelden ernstig genomen. De vorige minister schrapte het grootste deel van het budget hiervoor. Sven Gatz schrijft dat zijn beleid zal ‘faciliterend zijn met een meervoudige missie. Het zal zowel de culturele belangen van Vlaanderen, de internationale uitstraling van gezelschappen en collecties, de internationale carrières van de kunstenaars als de buitenlandse exploitatie van hun producties ten goede komen‘. Voorop staan dus de culturele belangen van Vlaanderen, wat dat ook moge zijn. Ik gruwel ook van de ‘exploitatie van hun producties’. Kunstenaars willen hun werk tonen, en daar graag hun brood mee verdienen, maar niet meteen hun werk laten exploiteren. Het taalgebruik verraadt de ware intenties?
Tot troost: het cultureel samenwerkingsakkoord tussen de Vlaamse en Franse Gemeenschap zal hij ambitieus invullen, voortbouwend op onder meer de diverse en rijke samenwerking die er reeds in het Brusselse culturele veld bestaat (vb. KunstenFestivalDesArts).

Uw digitaal geluk
De minister wil inzetten op e-cultuur en digitalisering als integraal onderdeel van de culturele praktijk. Een ronkende aanhef, die hoge verwachtingen oproept, maar toch nuchter landt. VIAA, ons audiovisueel archief, is inderdaad hoogst noodzakelijk. Ja, een duidelijke opdracht op lange termijn is gewenst, maar vooral de financiering ervan is hoogstnodig. Daarover lezen we echter niks.
En dat Bibnet en LOCUS gefuseerd worden zat al in de pijplijn. De VLACC verder uitbouw en de bibiotheekportalen updaten zullen hun kerntaak worden. zal dat in de nabije toekomst nog de enige link tussen de Vlaamse overheid en het lokale niveau? Mag ik hopen dat Locus ook nog het steunpunt zal zijn dat inhoudelijke ondersteuning zal geven aan het lokaal cultuurbeleid? Daar lees ik niks over.

‘Leren door te participeren’ en ‘participeren door te leren’ in een superdiverse samenleving
Je kan met de beste wil van de wereld niet stellen dat de beleidsnota van Gatz cultuurparticipatie centraal stelt. Al heeft de minister het over een integrale visie op cultuureducatie en cultuurparticipatie, toch blijven we op onze honger wat dat moge betekenen. Het enige concrete is de verwijzing naar de flankerende maatregelen van het participatiedecreet die moeten afgestemd worden. Dat soort terminologie lijkt me geen ambitieuze doelen te verbergen.
En nog meer helaasheid: diversiteit komt verder niet aan bod, behalve één keer: een inclusief en duurzaam bereik van kansengroepen in alle geledingen van het cultureel werk.

Cultureel erfgoed
Sven Gatz wil zijn schaarse centjes bijzondere aandacht besteden aan het collectiegericht denken. Voorts wil hij de landelijke expertisecentra en organisaties volkscultuur evalueren ‘met het oog op clustering, krachtenbundeling en efficiëntiewinst‘. Wat het betekent? Fuseren en besparen zeker?
Brussel wordt niet vergeten. De minister wil ‘op het vlak van de bescherming van het roerend cultureel erfgoed met de Franse Gemeenschap, de Duitstalige Gemeenschap en de Federale overheid werken aan een samenwerkingsakkoord ‘bescherming roerend cultureel erfgoed’ voor Brussel‘. Toe te juichen.
Hij wil samen met zijn evenknie voor Onroerend Erfgoed, een samenwerking opzetten tussen FARO, het steunpunt voor het onroerend en immaterieel erfgoed, en Herita, het steunpunt voor het onroerend erfgoed. Principieel is dat een goede move. Hij wil de Erfgoeddag en Open Monumentendag verbinden om al het erfgoed in Vlaanderen bij de Open Monumentendag te garanderen. Te begrijpen als: exit Erfgoeddag?
Nog meer van dattum: Gatz wil de erfgoedconvenants en de intergemeentelijke onroerende erfgoeddiensten in één samenwerkingsverband samenbrengen. Ja, de doelstellingen sluiten nauw aan bij elkaar. Ja, maar welke minister is dan bevoegd?

Hij wil de regie voeren inzake fysiek en digitaal depotbeleid. Bij gebrek aan provincies?
Hij maakt zich sterk dat er een staatswaarborgregeling (indemniteit) komt voor de bruiklenen van internationale kunstwerken voor tijdelijke tentoonstellingen.

Sociaal-cultureel werk moet dynamischer worden (?)
Er zijn zo van die beleidsteksten die uitblinken in het in opperste jargon-formuleringen, zodanig dat ze onbegrijpelijk zijn. Een proeve: Sven Gatz ‘Het huidige beleidskader (van het sociaal-cultureel volwassenenwerk, nvdr) heeft als sterkte de kwalitatieve benadering, maar laat een aantal kansen liggen zodat de sector op beperkingen botst.’ Got it? Ik meen te begrijpen dat het decreet zal worden aangepast. In welke richting? Dat komen we niet te weten.
Ik lees verder, met instemmend knikkend, dat de minister voorbeeldwerkingen, experimenten en verenigingsvormen die een voortrekkersrol inzake diversiteit en culturele innovatie opnemen, wil detecteren en valoriseren. Een prima voorstel. Onze decreten hebben de neiging dergelijke innovatieve werkingen eerder weg te houden dan te omarmen.

De grote boites: een begin van een eigen beleid?
De minister wil, terecht, de lijst van instellingen van de Vlaamse Gemeenschap actualiseren. Sommige organisaties en gezelschappen in het veld zijn nog weinig verschillend van de grote instellingen. Er is nood aan een duidelijke rol voor deze instellingen.
Maar, ze moeten meer dan alleen artistiek uitmunten. ‘Ze dienen ook te voorzien in een bredere dienstverlening naar de sector en de hele maatschappij toe‘. Wat dat betekent? We krijgen enkele bouwstenen voor het M HKA. Dat wordt het kerninstrument voor het beheer en onderzoek van het hedendaagse kunstpatrimonium van de Vlaamse Gemeenschap. Maar het moet ook een permanente collectie uitbouwen die de landelijke ontwikkelingen in hun internationaal perspectief toont, bezig zijn met onderzoek en archiefwerking op het vlak van kunstenaarsarchieven… Eens stevige opdracht die ze met minder centen dan vandaag moeten realiseren? Wel, wel. Of bestaat er een geheim atomaschriftje met roze cijfers?

Het lokaal cultuurbeleid op weg naar een historische vergissing?
We wisten het natuurlijk al: de Vlaamse overheid verbreekt de (cultuurbeleids)relatie met de lokale besturen. Onder de mom van meer autonomie en beleidsruimte worden ze het bos ingestuurd met een kleiner rugzakje dan voordien. Perceptie is alles, zie dit bizar citaat uit de beleidsnota: ‘Waar de Vlaamse overheid tot nu toe een aansturende en controlerende rol had, zal zij voortaan meer ondersteunend en stimulerend optreden‘. Zo frame je denkbeelden. Halve waarheden vermengen met dito leugens. De zin zou eigenlijk zo moeten zijn: ‘Waar de Vlaamse overheid tot nu toe een stimulerende rol had, zal zij zich voortaan terugtrekken en ontmoedigend optreden‘. Er dreigt een verschraling van het aanbod en drooglegging van de middelen. Wedden?
Een knipperlicht toch: de minister zal op basis van de cijfergegevens die lokale besturen via hun meerjarenplanning opnamen in de BBC-cyclus, opvolgen hoe de uitgaven voor cultuur en ook jeugd in de gemeenten en steden evolueren. En hij belooft de gegevens uit deze monitoring te gebruiken. Daar komt veel werk van.
Over de overheveling van de persoonsgebonden bevoegdheden van de provincies hoorden we al een en ander. Ze gaan naar het lokale niveau ofwel naar de Vlaamse overheid. We lezen dat dit gebeurt met bijhorende budgettaire middelen, patrimonium, personeelsleden en rechten en verplichtingen. Hier dreigen veel slachtoffers te vallen. En technisch is het eenvoudig. Gelukkig is de streefdatum voor de overdracht 1 januari 2017. Er is nog ruimte voor bijsturing.

Barre tijden voor steunpunten, adviesraden en belangenbehartigers
Sven Gatz wil de rol van de bovenbouw en van de koepels herdefiniëren en overlappingen wegwerken. Hij vindt het model verkokerd. Joke Schauvliege vond dat ook en heeft al goed gehakt in de bovenbouw. Een en ander kan efficiënter, maar vergeet niet dat dit het niveau waarop het maatschappelijk debat wordt gevoerd en dat het reflectie en visievorming stimuleert. Daardoor is het wel eens bedreigend is voor de uitvoerende macht.
In het geval van de belangenbehartiging vindt Gatz dat het een zaak is van de sector zelf. FOV, VVC e.d. mogen berekenen hoe hoog de lidgelden zullen moeten worden om te overleven.

Waarover we graag hadden gelezen in de beleidsnota
Een lijstje van punten die we echt missen:

  • een warm pleidooi voor de erkenning en ondersteuning van etnisch-culturele diversiteit in de cultuurwereld, voor een breder veld dat niet alleen ‘westers cultuurpatronen bevestigt, actie voor diversiteit bij het personeel en in besturen, enz.;
  • echte aandacht voor kansengroepen;
  • de rol van Cultuurcentra en gemeenschapscentra in cultuurspreiding, gemeenschapsvorming en participatie
  • nog straffer: de openbare bibliotheken, historisch de sterkste bouwsteen van een cultuurpolltiek. Nu koel afgeserveerd;
  • het ontwikkelen van een duurzame reflex op alle niveaus van het artistieke werk, de erfgoedzorg en het sociaal-cultureel werk;
  • een inhaalbeweging voor sociaal-artistiek werk, kunsteducatie e.a.
  • de liefde voor taal;
  • de wil en bereidheid om te spreken met het culturele veld en met strategische adviesorganen;
  • depolitisering van raden van bestuur en directies van onze grote instellingen;
  • de wil om in internationaal werk ook een plek te geven aan het zuiden;
  • de ratificatie van de Conventie Culturele Diversiteit (Unesco, 2005)
  • een verlaagd BTW-tarief voor alle cultuurproducten;
  • de opheffing van bedrijfsvoorheffing voor buitenlandse artiesten;
  • een verbetering van het statuut van de kunstenaar. Weliswaar een federale materie maar Sven Gatz raakt er vele andere aan;

Niet overtuigd? Lees de beleidsnota zelf (klik hier).

take down
the paywall
steun ons nu!