“Journalisten moeten mensen verbinden”… Is dat zo?

“Journalisten moeten mensen verbinden”… Is dat zo?

donderdag 30 oktober 2014 14:34
Spread the love

Op Knack.be van 30 oktober breekt Björn Soenens, hoofdredacteur van de VRT-nieuwsdienst, een lans voor de noodzaak dat “journalisten moeten leren om mensen te verbinden in plaats van alleen maar conflicten op te poken”.
Volgens hem worden wij overspoeld met negativiteit en lijkt het soms alsof de wereld enkel bestaat uit oorlogen, conflicten, schurken en slachtoffers. Hij verwijt de journalistiek om mee te surfen op die golf, terwijl nieuws zo veel méér is.
De man heeft best een punt, maar slaat toch wat te veel naar de andere kant over. Overal in de wereld zijn er goede en slechte, positieve en negatieve, mooie en lelijke dingen, mensen, gebeurtenissen en, evoluties te bespeuren. De vraag is echter welke hun relevantieniveau is, welke interesse er voor is, wat de wisselwerking tussen de tegenstrijdigheden is, enz…
Het als als journalist, nieuwsredacteur en/of duidingsprogrammamaker best niet eenvoudig zijn om een keuze maken tussen de dagelijks massa items, gebeurtenissen en nieuwsfeiten. Meestal zal zie keuze afhankelijk zijn van heel wat elementen, zoals persoonlijke interesse en visie, om van de commerciële en politieke belangen nog te zwijgen.
Men kan verschillende meningen hebben over de taak van de journalist. Of deze enkel de feiten en het gebeuren moet weergeven, of daar ook ‘duiding’ (uiteraard gestuurd door eigen interpretatie) bij dient te geven. 
Maar als journalisten mensen willen ‘verbinden’, moeten zij uiteraard de zaken die daar tegen ingaan, negeren of minimaliseren. Is dat juist niet datgene wat Soenens hier aanklaagt? Een journalist moet weergeven wat er is en bij twijfel de verschillende interpretaties aan bod laten komen.
Inderdaad de feiten checken, of hun voorwaardelijkheid aangeven. Niet zoeken naar dingen die mensen ‘verbinden’, noch wat hen van mekaar kan scheiden, want dan gaat men het ene vooropstellen en het andere achteruitstelleen bij de berichtgeving.
Berichten over de dalende armoede, het dalende analfabetisme, de groeiende rijkdom in Afrika en het verdwijnen van allerhande ziektes, mogen dan wel gestaafd worden door statistische gegevens van internationale organisaties, en hoopgevend zijn, toch is het de vraag wat van dat positivisme overblijft als men moet vaststellen dat cijfermatige, op geldwaarde berustende indicatoren het helemaal niet hebben over de armoede en ellende van de tientallen miljoenen vluchtelingen, aangevuld met nog eens miljoenen welke in oorlogs- en conflictgebieden verblijven.
Wat heeft de vermindering van het analfabetisme voor toegevoegde waarde voor kinderen in derdewereldlanden waar westerse industriëlen de voormalige slavernij hebben vervangen door arbeidsuitbuiting? Is de ‘groeiende rijkdom’ in Afrika, welke uitsluitend de toplaag en de hogere middenklasse daar ten goede komt, dan zo positief? En moeten wij echt zo blij zijn over het verdwijnen van allerhande ziektes, terwijl kanker, HIV en Ebola steeds meer om zich heen grijpen en de steeds groter wordende resistentie van virussen tegen antibiotica een wereldwijd medisch probleem dreigt te worden? 

Moeten wij dan positief worden bewerkt, als tegenreactie op de wereldwijde onmacht om haalbare en menselijke oplossingen te vinden voor het immense overbevolkingsprobleem op deze aardkloot met zijn habitatvernietigend gevolg?
In zijn slotalinea besluit Soenens: “ Constructieve journalistiek is de toekomst: de pers als waakhond, maar dan zonder oogkleppen, door méér te zien dan alleen het haar in de soep. “
Zonder oogkleppen op is het wel bijzonder moeilijk om ‘constructief’ te zijn, want, inderdaad, er is méér dan één haar in de soep… De soep bevat zelfs een hele haardos …

take down
the paywall
steun ons nu!