De wetenschappers onderzochten in welke
mate autisme-patiënten tijdens hun
eerste levensjaren blootgesteld waren aan
giftige stoffen. Het gaat om stoffen als chroom, cyanide en styreen. Ze vergeleken
die gegevens met twee verschillende groepen mensen die niet blootstonden aan deze giftige stoffen.
Bewijs
Uit het onderzoek blijkt dat de 217
onderzochte kinderen met autisme gemiddeld blootgesteld waren aan een hogere
mate van giftige stoffen.
De stof styreen bijvoorbeeld geeft een veel hogere
kans op een kind met autisme. Styreen wordt gebruikt voor het maken van plastics en verven.
Maar het zit ook in de uitlaatgassen van voertuigen.
Volgens milieuverenigingen is dit een zoveelste bewijs voor de link tussen autisme en vervuiling. Ze willen dat de
overheid dringend werk maakt van een strengere wetgeving. Want deze nieuwe studie komt bovenop een groeiende stapel
bewijsmateriaal dat luchtvervuiling en giftige stoffen linkt aan autisme.