(fotos Fabricio Lombardo/UltimoRound)
Analyse -

Evo Morales’ derde moment

De Argentijnse econoom Pablo Stefanoni analyseert de derde opeenvolgende verkiezingsoverwinning van Boliviaans president Evo Morales op 12 oktober 2014, de successen en de tekortkomingen. "Morales is in essentie een modernisator. Hij droomt zelfs over controversiële projecten zoals nucleaire energie met vredelievende doeleinden. Desalniettemin ontbreekt het deze verandering nog aan een opvoedkundig luik"

vrijdag 24 oktober 2014 11:24
Spread the love

Op 12 oktober 2014 waren er presidentiële verkiezingen in Bolivia. Wat
er in werkelijkheid op het spel stond, was het behoud van de tweederde
parlementaire meerderheid van de huidige regering. Dat zal de regering van
president Morales in staat stellen te blijven surfen tussen de economische
stabiliteit en de opmars van populistische politiek.  

“Met Evo zitten we goed”, zo luidde de voornaamste met een
cumbiaritme begeleide verkiezingsslogan van de Movimiento al Socialismo
(MAS – Beweging voor het Socialisme). Die slaagt er sinds 2005 in de
meerderheid van de stemmen van de Bolivianen te behouden. Met de recente verkiezingen
van 12 oktober 2014 verwerft Evo Morales de macht tot 2020, wat van hem de
president maakt die het langst in de Boliviaanse geschiedenis in het presidentiële
Palacio Quemado (Verbrand Paleis) zal verbleven hebben.  

Zo heeft Evo Morales zich omgevormd tot de centrale figuur van zijn
tijdperk, met ambivalente accenten. Van “hier zijn veel Evo’s” (de
titel van een documentaire die benadrukte dat de president één onder de boeren
is) is hij geëvolueerd naar een figuur beschreven in een reeks hagiografische
teksten die de nadruk leggen op zijn karakter als “uitzonderlijk”
leider. Totdat iemand het waagde een stamboom te tekenen van antikoloniale
leiders, zoals Túpac Katari, naar hem. 

Tussen revolutie en voorzichtigheid 




De beginperiode van de eerste regering Morales (2006-2009) werd
gekenmerkt door de confrontatie tussen de centrale regering en de conservatieve
oppositie en werd uitgevochten in de agro-industriële regio Santa Cruz. Daarna
volgde een periode van versteviging van de alleenheerschappij van Morales, na zijn
eerste herverkiezing eind 2009 met 64 procent van de stemmen. De derde, meer
recente fase, verminderde de coöptatie van oude elites. 

De laatste jaren wordt de president geregeld uitgenodigd voor Expocruz,
een symbolische beurs van de bourgeoisie van Santa Cruz. Zijn plannen mislukten om
zelfverdedigingsgroepen op te richten, die rechtszaken betreffende terrorisme
op gang brachten. Daarnaast traden voormalige bestuurders zoals de
rijke oliezakenman Branko Marinkovic op eigen initiatief af. Een deel van de
zakenwereld van Santa Cruz maakte toen een pragmatische ommezwaai. Zij wilden
immers de winstmogelijkheden niet in het gedrang brengen, die de huidige
economische boom na het drijfzand van de samenzweringen van 2008 tegen
Morales met zich meebracht. 

De gevolgen van deze periode van macro-economische stabiliteit reiken echter
verder. Vandaag kan een ultraliberale econoom zoals de Noord-Amerikaan Tyler
Cowen op zijn blog Marginal Revolution een artikel schrijven met als
titel Waarom ik relatief optimistisch ben over Bolivia. Hij kan
zelfs een beetje verder gaan in een column met als titel Waarom ik Evo
Morales heb gesteund
. Die titel is een provocatie. Deze libertaire
econoom begint met te erkennen dat “steunen” een overdreven term
is, maar geeft toe dat “de regering van Evo Morales heel populair is en
redelijk stabiel. Ze heeft een solide en duurzame machtsbasis, deels door het
specifieke beleid en deels om symbolische redenen”. 

Meer nog, Cowen wijst erop dat “de voordelen van de stabiliteit – te wijten aan het feit dat deze slechterik (Morales) al zo lang aan de macht
is, om het zo te zeggen – overtreffen de kosten (van zijn liberale beleid te
volgen)”. Hij wijst er zelfs op dat Bolivia – dankzij haar decentralisatie – niet zal vervallen in “een dictatuur zoals onder Chávez in Venezuela”.
Een element dat Cowen “optimistisch” stemt, is de fiscale
“voorzichtigheid” van Morales en het feit dat Bolivia toch “vroeg
of laat” ooit een autochtone regering moest hebben. Deze ultraliberale
econoom daagt zonder twijfel zijn publiek graag uit. Het is immers duidelijk
dat Evo Morales deze fiscale voorzichtigheid combineert met de nationalisatie
van verschillende bedrijven en het herpositioneren van de overheid in de
economie. 

Men mag echter niet vergeten dat de vroegere linkse regering van
president Siles Zuaso in 1982 haar beleid afsloot zoals men had verwacht, met
hyperinflatie. Morales tracht sinds zijn overwinning in 2005 een gelijkaardig
scenario te vermijden. Daarom rekent hij op hoge prijzen voor Bolivia’s
exportgrondstoffen en op een relatief goede relatie met de banken (die sinds
hij aan de macht is meer aan regels onderworpen zijn dan vroeger). 

Er is een bijkomend element, de Boliviaanse president heeft sinds dag
één dezelfde minister van Economie, Luis Arce Catacora, een ex-technicus van de
Centrale Bank. Die haalde in 2006 zijn oorkondes van sympathisant van het
socialisme van de jaren 1980 van onder het stof en houdt sindsdien de staatskas
op orde houdt. Bolivia heeft nu internationale reserves ter waarde van 51
procent van zijn BBP (alsof Argentinië 300 miljard dollar aan reserves zou
hebben, terwijl het vandaag nog geen 30 miljard heeft). 

We bleven even stilstaan bij de Noord-Amerikaanse econoom Cowen,
omdat de lofzang op de Boliviaanse stabiliteit, van de New York Times
tot de Wereldbank, één van de elementen is die op significante wijze verklaart
waarom Morales het karma van de instabiliteit kan doorbreken. Dit verklaart ook
dat hij na acht jaar verzekerd was van de overwinning in de stembus voor een
derde mandaat. In feite was “de stabiliteit” een van de opdrachten
van Morales in deze campagne. Enige dagen geleden zei hij nog dat de MAS de
enige partij is die deze garandeert. 

De oppositie in zijn labyrint 




De best geplaatste tegenkandidaat (hoewel hij de 20 procent niet
haalde) is politicus, econoom en cementmagnaat Samuel Doria Medina. De
Boliviaanse oppositie probeerde met hem zijn eigen Henrique Capriles (tegenkandidaat
van Chávez en Maduro in Venezuela) te vinden, maar slaagde daar niet in. Enige
jaren terug had men het op de vergaderingen van de oppositie over twee mogelijke
scenario’s. 

Het ene scenario was het Venezolaanse, waaruit een jonge kandidaat
voortsproot, hoewel hij verloor. Hij “maakte” – tenminste in woorden
– het anti-Chávezblok “centraal-links” en verlegde zijn ideologische
grenzen. Het andere scenario was het Ecuadoriaanse, waar Rafael Correa met
gemak won van een intern verdeelde oppositie. Uiteindelijk kreeg het tweede
scenario de bovenhand. Naast Doria Medina vervoegde ex-president Jorge
“Tuto” Quiroga de race, die voor de liberaal-conservatieve partij Unidad
Democrática
deelnam om rechtse stemmen te winnen. 

Onder aan de peilingen – een beetje lager dan Jorge “Tuto”
Quiroga – bevond zich de ex-burgemeester van La Paz, Juan del Granado, die begon
met een “progressieve oppositie” tegen Morales en op het einde
verwikkeld raakte in een mislukte alliantie met de gouverneur van de regio
Santa Cruz, Rubén Costas. 

Op het einde werd de verkiezingscampagne een oorlog van
geluidsfragmenten. In één daarvan gaf Morales toe dat de veelbesproken
internationale top van de G77 – die op 14-15 juli 2014 samenkwam in de stad
Santa Cruz – de “beste campagne” was in die oostelijke regio met
dezelfde naam Santa Cruz, waar de MAS tegenwoordig de favoriete partij is.  

In een ander belangrijk geluidsfragment was de voornaamste
tegenkandidaat Doria Medina verwikkeld. Het werd wijd verspreid in de sociale
media. Op deze geluidsopname hoort men de oppositiekandidaat een vrouwelijke
bediende van zijn bedrijf onder druk zetten om tot een akkoord te komen met
haar man en een van zijn werknemers en partijgenoot, Jaime Navarro, die
beschuldigd wordt van geweld tegen vrouwen. Omdat de vrouw zich daar niet wou bij
aansluiten, gebruikte Doria Medina zijn autoriteit als werkgever en dreigde ermee
haar als straf naar de afgelegen stad Trinidad in de regio Beni te sturen.
Erger nog, de inwoners van die stad in de Amazone beklaagden zich erover dat de
presidentskandidaat hen behandelde als een Boliviaans Siberië. 

Dit informatielek kwam boven op de verklaringen van de senaatskandidaat
van de MAS voor de stad Cochabamba, Ziro Zabala. Hij veroorzaakte een schandaal
door te vragen dat men de vrouwen zou moeten leren zich te gedragen en te
kleden “zodat ze niet het
slachtoffer zouden worden van aanranders”. Hij stelde daarmee geweld tegen
vrouwen in vraag, één van de prangende thema’s in het maatschappelijke veranderingsproces
dat Bolivia doormaakt. 

Verder dan deze smaakmakers tijdens een campagne die “saai”
bleek te zijn, leek de meerderheid van de Bolivianen niet overtuigd dat de
oppositie de zwakke punten van de huidige regering beter zou kunnen behartigen.
De oppositie deed zonder twijfel dikwijls te enthousiast over maatregelen met slechts
impact op korte termijn. 

De plooien van de verandering 

Bolivia is aan het veranderen. Een deel van die veranderingen komt
voort uit de lange democratische periode die begon in 1982. Veel meer
veranderingen komen echter voort uit het huidige proces dat in 2006 begon met
de eerste verkiezing van Morales. De economische stabiliteit maakt het mogelijk
vooruitzichten te veranderen. Zo hebben spaarders massaal hun
spaargeld ‘gebolivianiseerd’ omdat ze erop vertrouwen meer te winnen met bolivianos
(de nationale munteenheid) dan met dollars. Door de uitbreiding van infrastructuur
en diensten op het platteland (zoals het internet) tracht men een
groot deel van de bevolking bij het moderne leven te betrekken. 

Morales is in essentie een modernisator. Hij droomt zelfs over
controversiële projecten zoals nucleaire energie met vredelievende doeleinden.
Desalniettemin ontbreekt het deze verandering nog aan een opvoedkundig luik.
Hier zijn de transformaties nog schaars. De programma’s van staatsbeurzen die
onlangs goedgekeurd zijn, zodat Boliviaanse studenten doctoraten kunnen
studeren aan Harvard, Stanford of Japanse universiteiten, zijn niet voldoende
tegenover de slechte kwaliteit van het onderwijs in het algemeen. 

Desondanks kan een nieuw ontwikkelingsproject zoals het Boliviaanse,
dat eerder Zuid-Korea dan Cuba als voorbeeld heeft (Morales liet niet na in
enkele van zijn toespraken deze Aziatische natie te vermelden, die van een
landbouwland in een industriële mogendheid veranderde), niet uitvoerbaar zijn
zonder aanzienlijke veranderingen in het onderwijs. Hoe de huidige rush naar
grondstoffen hiervoor te gebruiken, maakt zonder twijfel deel uit van het
hedendaagse Boliviaanse debat. De oppositie heeft wat dat betreft echter geen
bijzonder aantrekkelijke visies. Voor veel Bolivianen zouden de kandidaten van de
oppositie het land terug naar het verleden leiden. 

Dikwijls brengen woorden als “communautair socialisme”
verwarring met zich mee. De MAS heeft een antineoliberaal project, wat
vicepresident Álvaro García Linera soms neerzet als “kapitalisme van de
Andes en Amazone”. De partijbas van de MAS bestaat uit kleine stedelijke en landelijke producenten. Zij
voelen zich niet verleid door een overheid die al te veel tussenkomt in de
privésector. 

De inhoud van deze wensdroom van nieuwe ontwikkeling – in een betekenis
die niet noodzakelijk samenvalt met de uitvinder van dit concept, de Braziliaan
Luiz Carlos Bresser Pereira – werd zeer helder gedefinieerd door
Ecuadoriaans president Rafael Correa. Hij roemde recentelijk op uitbundige
wijze het Israëlische model van vernieuwing, ontwikkeling en zakelijk inzicht
en leverde kritiek op de “linkse conservatieven” en de zakenlui die
gekant zijn tegen risico (de toespraak is te zien op YouTube met als titel
Israël moet een voorbeeld zijn voor ons – hetgeen geenszins
geopolitieke steun voor de regering in Tel Aviv betekent). 

Bolivia is zonder twijfel een land van inheemse volkeren, maar als men
dit sociopolitieke feit zonder meer zou associëren met communautarisme, dan
verliest men zich in wishful thinking. Het proces van verstedelijking – vandaag wonen rond de zestig procent van alle Bolivianen in stedelijke gebieden
– betekent een bijkomende uitdaging om de inheemse bevolking naar de 21ste eeuw
te begeleiden. Voor vele inheemse mensen betekent dekolonisatie immers studeren
aan privé-universiteiten, naar eetgelegenheden gaan in de nieuwe winkelcentra in het zuiden van de hoofdstad La Paz,
parlementaire functies bekleden en de diverse glazen plafonds en muren afbreken
die hen in een ondergeschikte maatschappelijke positie hielden. 

Inderdaad, deze weg om uit het “interne kolonialisme” te
geraken lijkt populairder dan simpelweg een terugkeer naar de kosmologische
visie van de voorvaderen. Bolivia heeft de inheemse mensen meer op de voorgrond
gebracht, maar het dit inheemse karakter is een complex politiek,
antropologisch en symbolisch geheel. Dit complexe weefsel is bestand tegen al
te gemakkelijke vereenvoudigingen wat betreft hun veronderstelde antiwesterse
essentie. 

Dat bij de volkstelling van 2012 de inheemse bevolking aanzienlijk
geslonken is ten opzichte van 2001, weerspiegelt de schommelingen van deze identiteit,
die zowel reëel als strategisch is. Hetzelfde gebeurt met de groei van het
evangelisme – één van de bronnen van het conservatisme – binnen en buiten de
MAS. Men steunt de uitbreiding van burgerrechten zoals het niet langer
strafbaar stellen van abortus of het homohuwelijk. Dat heeft onder andere de
moderne herstructurering van de inheemse gemeenschappen tot gevolg. 

In dit kader drijft de parlementaire kandidatuur van Manuel Canelas voor
de regerende partij MAS, de eerste kandidaat die openlijk homo is, een kleine
wig in een politiek milieu waar de druk van conservatieve krachten groter is
dan het vermogen tot handelen van de zwakke, ofschoon steeds meer zichtbare,
LGBT-organisaties. 

De toespraken over “buen vivir” (“goed leven”) willen een postontwikkelingsproject
stimuleren dat zich beroept op veronderstelde voorvaderlijke bronnen. Ze
bestaan naast fenomenen als de enorme populariteit van de Dakar Rally en de
etnische diversiteit, maar met de ontkenning van seksuele diversiteit, naast
fenomenen als de sociale autonomie tegenover staatscentralisatie, kritiek op
het kapitalisme tegenover ongekende uitbreiding van de consumptie. 

Door al deze spanningen en hindernissen gaat vandaag de maatschappelijke
verandering door in Bolivia, een land in volle transformatie dat een bladzijde
omslaat in een geschiedenis die bol staat van onrechtvaardigheid en heroïsch
verzet. 

Het artikel Evo Morales, tercer momento, gepubliceerd op Ultimoround.com.ar, werd vertaald uit het Spaans door Marisa Abarca. Overname van deze vertaling mag voor niet-commerciële doeleinden mits weblink naar www.DeWereldMorgen.be.

take down
the paywall
steun ons nu!