Nicolas Sarkozy en Bashar al-Assad, 2008 (Bron: AFP/Gérard Cerles)

Boek onthult opmerkelijke details over Frans-Syrische betrekkingen

In Les Chemins de Damas onthullen Franse journalisten Christian Chesnot en George Malbrunot enkele geheimen over de betrekkingen tussen Frankrijk en Syrië van de afgelopen veertig jaar. Het boek typeert de betrekkingen tussen de twee landen als "quasi-schizofreen".

dinsdag 21 oktober 2014 14:23
Spread the love

De Amerikaanse politicoloog Jack Snyder heeft voor zijn
democratiseringstheorie
het concept ‘gouden parachutevertrek’
bedacht: een amnestieregeling voor ondemocratische staatshoofden. Van deze regeling wilden Franse presidenten in
de betrekkingen met Syrië maar al te graag
gebruikmaken, om zo het Assad-regime ten val te
brengen en president Bashar al-Assad af te zetten.

Het
boek Les
Chemins de Damas, Le dossier noir de la relation franco-syrienne

(‘de straten van Damascus, Het zwarte dossier over de Frans-Syrische
betrekkingen’) gaat hier breed en diep op in. Het is in
oktober verschenen. De auteurs zijn Le
Figaro
-journalisten
Christian
Chesnot en George Malbrunot.

De Egyptische nieuwswebsite
El Ahram

onthult
enkele geheimen uit het boek over de Frans-Syrische betrekkingen van
de afgelopen veertig jaar.

Tegenstrijdigheden

De
betrekkingen
tussen de twee landen worden
“quasi-schizofreen” genoemd. Deze
typering heeft grotendeels te maken met de tegenstrijdige standpunten
die partijen binnen de Franse regering en het ministerie van Buitenlandse Zaken innamen ten aanzien van de Syrische crisis. Ook
de rapportages die de Franse binnenlandse en buitenlandse
inlichtingendiensten over het land maakten, bevatten inhoudelijke
tegenstrijdigheden. Conclusies
over het Assad-regime staan
lijnrecht tegenover elkaar.

Al
waren beide diensten het erover eens dat Assad niet zo gauw afgezet
kan worden, de binnenlandse inlichtingendienst lette op de rol van
salafisten en jihadstrijders, terwijl de buitenlandse
inlichtingendienst voornamelijk
het
Assad-regime in kwaad daglicht bleef stellen.

Het
Elysée gaf
meer aandacht aan
de
conclusies van de buitenlandse inlichtingendienst. Les Chemins de Damas geeft details
vrij over de manier waarop Franse
presidenten het Assad-regime ten val probeerden
te brengen. Na de moord op de
Libanese
ex-premier Rafik Hariri in februari 2005 wilde de toenmalige president Jacques Chirac bijvoorbeeld meteen zijn Syrische collega Assad afzetten. Franse autoriteiten hadden
toen twee Dauphin-helikopters naar Assad gestuurd, en voorzagen zijn
entourage van een beveiligd communicatiesysteem. Dit kon het
zogenaamde ‘gouden parachutevertrek’ voor het Assad-regime betekenen.

Nonsens

Ook de navolgende presidenten Nicolas Sarkozy en François Hollande
zochten naar een uitweg voor vertrek van het Assad-regime. De Franse
presidenten hebben het overlevingsvermogen van het Syrische regime
sterk onderschat. In
het Elysée deed men toch er alles aan om het eigen standpunt over Syrië
te laten prevaleren boven dat van een aantal Franse diplomaten die in
Syrië werken en de Franse ambassade in de hoofdstad Damascus.

Het
boek werkt een treffend voorbeeld uit in het hoofdstuk “Een Ruzie aan de Kade van Orsay”. Ze voltrok zich in de lente van 2011 op het kantoor
van Hezrve Ladsous, de stafchef van het Franse ministerie van Buitenlandse Zaken. Toentertijd was Alain Juppe minister van Buitenlandse Zaken.
De ruzie werd gevoerd tussen
Syrië-ambassadeur Eric Chevallier en Midden-Oostenadviseur van
ex-president Sarkozy, Nicolas Galey. Onder de aanwezigen waren:
Patrice Paoli (voormalige directeur van het departement Midden-Oosten en
Noord-Afrika, nu Libanon-ambasadeur), Joseph Maila (aspirant-directeur van het departement) en een handjevol
diplomaten die aan het dossier-Syrië werkten.

Chevallier geloofde dat “het
Assad-regime niet ten val zal komen”, en dat president Assad sterk
is. Dit had hij als diplomatieke boodschap
vanuit Damascus gestuurd, waarvoor hij naar Parijs moest terugkeren.
Ook op het ministerie bleef de Syrië-ambassadeur bij zijn standpunt, en zei dat
hij nauw betrokken was bij wat er “in het veld” gebeurde, en dat
hij verschillende regio’s in Syrië had bezocht maar niet het idee
kreeg dat het Assad-regime aan het “afbrokkelen” was.

Tijdens zijn uitleg werd Chevallier onderbroken door Galey: “Praat geen
nonsens!” zei de Midden-Oostenadviseur. “We moeten niet aan de
feiten vasthouden, maar verder kijken dan onze neus lang is.”
De interruptie van Galey werd
door de aanwezigen als “vijandig” ervaren.

Afgezet

Later is gebleken dat
Galey niet was gekomen om een bijdrage aan de vergadering te leveren, maar om een opdracht uit te voeren: de aanwezigen
overtuigen dat de val van het Assad-regime “onvermijdelijk’” was. Hij moest het voor iedereen begrijpelijk maken dat elk standpunt hiertegen
door de Franse diplomatieke korpsen niet getolereerd zou worden.

Chevallier bleef zijn visie verdedigen, tot ergernis van het Elysée. Chevallier zei dat
hij met Syrische oppositiekrachten herhaaldelijk had gesproken,
maar dat hij nog steeds voelde dat “het regime voldoende middelen en
buitenlandse steun heeft om te overleven”.

Tegen Galey zei Chevallier: “U
wilt dat ik iets anders opschrijf, maar als ambassadeur is het mijn
werk om te herhalen wat ik al heb opgeschreven; hetgeen wat er
feitelijk is gebeurd.” “Uw informatie interesseert ons niet”,
reageerde Galey. “Bashar al-Assad moet afgezet worden en hij wordt
afgezet.” De spanningen liepen zo hoog op dat stafchef Ladsous
herhaaldelijk de heren tot de orde riep.

Bijgeknipt

Les Chemins de Damas beschrijft hoe Franse diplomaten en inlichtingendiensten onder
druk werden gezet. Ook zouden rapporten gemanipuleerd zijn. Deze
rapporten gaan over het overlevingsvermogen van het Assad-regime, en
over de nasleep van de chemische aanval van
het Syrische leger op
de regio Ghouta in augustus 2013.

Over
het laatste zou president François Hollande aantal opmerkelijke
besluiten hebben genomen. Volgens Al-Akhhbar
probeerde Hollande “samenvattingen van een
aantal
voorgaande externe veiligheidsrapporten en militaire
intelligentierapporten over de chemische aanval op de Syrische regio
Ghouta” minder relevant te maken.

Op dat moment mobiliseerde de
Franse president internationale steun voor een militaire aanval op
de degenen achter de chemische aanval en die onschuldige mensen
hebben “vergiftigd”. Het boek stelt vast dat aan de conclusie van
het bijbehorende rapport zo was ‘bijgeknipt’ door de minister van Defensie Jean-Yves Le Drain, dat het schadelijk was voor informanten.

Deze informanten hebben in
eigen rapporten een aantal gevoelige vragen gesteld over
gebeurtenissen, omdat ze die moeilijk konden verifiëren. Over het gebruik van zenuwgas vermeldden de rapporten dat
het mogelijk is dat het zenuwgas na een klassiek bombardement
van het Syrische leger lekte op een geheim laboratorium dat door rebellen
was beheerd. Maar deze conclusie was “simpelweg compleet weggeredigeerd” uit de eindtekst van het rapport.

Met
het rapport dat door de minister van Defensie werd
gewijzigd, hoopte Hollande dichter bij het
plan te komen om Syrië te bombarderen. In
oktober
heeft hij steun gegeven aan een veiligheidszone en een
vliegverbod, voorgesteld door Turkije. Dit betekent dat een
deel van het Syrisch territorium zou worden bezet.

Lees
het volledige artikel op 
El Ahram hier. Zie hierover ook Willy Van Damme

Cristian Chesnot en George Malbrunot (2014) Le chemins de Damas,
Le dossier noir de la relation franco-syrienne.
Parijs:
Laffont. 396 pagina’s, 21,50 euro.

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!