Bron: zeeuwsegronden.nl
Opinie -

Hulpverlener m/v gezocht

Wie een opleiding begint tot maatschappelijk werker, heeft verwachtingen over wat er valt te bereiken met hulpbehoevenden. Omgekeerd heeft de maatschappij een idee over wat professionals kunnen betekenen. En dan is er de politiek, die de stiel van maatschappelijk werker reguleert. In toenemende mate zelfs. "De zachte sector is effectief bikkelhard geworden. Zowel voor de hulpbehoevenden als voor de professionals."

maandag 20 oktober 2014 10:17
Spread the love

Met
duizenden zijn ze, de maatschappelijk en sociaal werkers die zich
dagdagelijks vanuit een onbegrensd engagement inzetten voor hen die,
door bepaalde omstandigheden en eigen aan de risico’s van leven, hulp
en steun nodig hebben om ongevalvrij de weg te vervolgen of de
scherpe bocht van de nieuwe ingeslagen weg veilig te kunnen nemen.
Het is vanuit dat sterke engagement en zelfs blind vertrouwen in de
goedheid van een geciviliseerde samenleving, dat een adolescent kiest
voor de bachelor- of masteropleiding. De keuze is geenszins voor het geld en al
zeker niet voor de roem. Standbeelden worden in deze sector zelden
of nooit gegoten en gezet.

De
noden zijn hoog, de vraag naar sociale hulpverlening is amper bij te
houden. Het blijft die hulpkreet uit de samenleving die met een
onweerstaanbare roep de adolescent naar de aula lokt. Daar zal de
maatschappelijk of sociaal werker in spe onder meer actief leren
luisteren om concrete hulpvragen te destilleren uit het emotionele
relaas van mensen die schreeuwen om geholpen te worden. Daar, in de
aula, gelooft onze toekomstige hulpverlener rotsvast in het feit dat
binnen enkele jaren “mensen helpen” zijn of haar professionele
levenstaak zal zijn.

Het
zijn geen wereldvreemde dromers die de non-profitsector opzoeken om
gevolg te geven aan hun idealen. Enkel huiveren ze van woorden als “hangmatten
en begrippen als profiteurs
van het systeem,
die ze dagdagelijks horen in afgeluisterde gesprekken op
de bus of tram. Het zijn mensen die zich de miserie van anderen wel
aantrekken en niet met stevige tred, kop in de grond, slechts de lijn
van hun eigen leven volgen.

Ontnuchtering

Met
een koffertje vol vaardigheden en kennis, maar vooral vol goede moed
en hoop, gaat de pas afgestudeerde aan de slag. Hij of zij zal de strijd aanbinden tegen armoede
en een antwoord bieden aan sociaal-emotionele hulpvragen allerhande.
Het
profiel van een maatschappelijk hulpverlener laat er geen twijfel
over bestaan: behulpzaam, empathisch, sociaal aangelegd en bereid
andere mensen te helpen. Check!

Boekhouders
verwachten dat ze met cijfers te maken zullen hebben die ze in
kolommen moeten plaatsen, advocaten dat ze al pleitend de belangen
van hun cliënt kunnen verdedigen, dokters dat ze met het
diagnosticeren en behandelen mensen verlossen van hun kwalen,
leerkrachten dat ze door middel van lesgeven kennis en vaardigheden
overdragen en aanleren. Hulpverleners verwachten dat ze mensen zullen
helpen teneinde hun levensomstandigheden te verbeteren. Klaar!

Wat
de hulpverlener niet verwacht, maar waar hij of zij wel meer en meer mee
geconfronteerd wordt, zijn termen als “efficiëntieparameters” en “targets”. “Quota” zijn denkbaar als het over vissen gaat, maar heel wat minder als het
over mensen gaat. Niet enkel de terminologie wordt uit het
managementjargon weggeplukt, ook de werkwijze vindt vlotjes zijn
weg naar de sociale hulpverlening. Een strikte timing van 15 minuten
per cliënt, of de organisatie dreigt duiten te verliezen uit de
werkingsenveloppe, bezettingsgraden van 120 procent om de wachtlijsten weg
te werken zonder dat de organisatie daar een eurocent meer voor
krijgt. Elk woord dat tussen jou en de hulp- of zorgbehoevende
gewisseld wordt asap online registreren aub, of je zal niet kunnen
aantonen nuttig en zinvol werk te verrichten. En dan is het bye bye
subsidies.

Op
de vingers tikken en getikt worden

En
ook dit. Overal ten Vlaamse velde joeg een nieuwe wind. En met de wind kwam een nieuwe orde mee die zich vlotjes in
meerdere steden en gemeentes wist te installeren. Daar waar vroeger
de maatschappelijk werker van een OCMW of gelieerde organisatie
actief op zoek moest naar armoede, moet hij/zij nu een speurneus
ontwikkelen voor fraude. Het is bon ton om te kunnen uitpakken met
het aantal betrapte bedriegers van het systeem. Het lijkt er zelfs op
dat hoe minder de overheid aan sociale hulpverlening moet uitgeven,
hoe geslaagder het beleid door de makers geëvalueerd wordt. Dat het
kind met het badwater weggegooid wordt, zal men nooit uit de tabellen
van de boekhouders kunnen deduceren.

De nieuwe “bedrijfscultuur”
zorgt ervoor dat drempels tot hulpverlening niet slechts een beetje
hoger worden, maar uitgroeien tot heuse stadswallen. Aan de poorten
wordt nog net niet “schild of vriend” gevraagd om toegang tot de stad
te verlenen. Dit om aan te tonen dat het strikt toepassen van de
taalwet in de hulpverlening mensen uitsluit en afstoot, in plaats van
omarmt en helpt. Maatschappelijk en sociaal werkers met het hart op
de juiste plaats vegen vierkant hun voeten aan dergelijke absurde
regels, omdat het geen redenen zijn om hulp te weigeren. Maar de
nieuwe orde tikt onverbiddelijk hard op de vingers.

Burn-out

De
idealen laten varen of bijstellen is een bijna onmogelijke taak voor
iemand die uit een sterk sociaal engagement voor een opleiding en, in
het verlengde daarvan, een job koos. Onvermijdelijk steekt dan
frustratie de kop op. Naast frustratie zijn een hogere werkdruk en
werklast de ingrediënten van de explosieve cocktail “burn-out”. Met
de garantie op een strike.

Wanneer mensen cijfers worden, cijfers
uitgedrukt worden in euro’s, en die euro’s in de kolom van de kosten
terechtkomen, dan breekt bij heel wat maatschappelijk of sociaal
werkers de wilskracht om voor hun idealen te vechten. De overgebleven
hardnekkige en aanklampende doorzetters krijgen te horen dat zij en
hun, nooit vervangen, opgebrande bedlegerige collegae er een boeltje
van maken en de objectief meetbare targets en quota niet gehaald
worden. Dan gaat ook voor hen onverbiddelijk het licht uit. Zucht,
de zachte sector is effectief bikkelhard geworden. Zowel voor de
hulpbehoevenden als voor de professionals.

Niels
De Rudder is columnist en opiniemaker en coördinator permanentie
BUSO type 3.
Ingmar
Baeyens is maatschappelijk werker.

take down
the paywall
steun ons nu!