Een kantelmoment voor TTIP?
De EU en de VS zijn in het geheim aan het onderhandelen over een nieuw handelsakkoord dat een zeer grote machtsoverdracht zou inhouden van de gemeenschap naar onbetrouwbare bedrijven. Het Transatlantisch Handels- en Investeringspartnerschap (Transatlantic Trade and Investment Partnership, of kortweg TTIP) wordt door voorstanders voorgesteld als een ‘vrijhandelsovereenkomst’ die de economieën aan beide kanten van de Atlantische Oceaan zal versterken.
Maar TTIP heeft eigenlijk weinig te maken met vrije handel. De tarieven tussen de EU en de VS zijn namelijk al minimaal. Daarvoor in de plaats zijn de bepalingen van het akkoord zowel gericht op de ondermijning van reglementeringen die de werknemers, de consumenten en het milieu beschermen als op het toekennen van een nooit eerder geziene wettelijke macht aan bedrijven. Ondanks het feit dat de media dit akkoord veronachtzamen, groeit de beweging die zich verzet tegen deze machtsgreep van bedrijven.
Publiek belang
Eén van de meest alarmerende en ondemocratische aspecten van TIPP is het mechanisme van de investeerder-staatarbitrage (Investor-State Dispute Settlement, of kortweg ISDS). Het laat bedrijven toe regeringen aan te klagen omdat deze veranderingen in het beleid doorvoeren die toekomstige winsten van de bedrijven in het gedrang zouden brengen. Voorbeelden van over de hele wereld die de effecten van ISDS bevestigen, suggereren dat dit akkoord belangrijke gevolgen heeft voor het bevoegdheid van de staat om wetten in het voordeel van het publieke belang uit te dragen:
- Egypte wordt momenteel aangeklaagd door Veolia, omdat het land het minimumloon optrok. Het land loopt het risico hierdoor 80 miljoen dollar te verliezen.
- Vorig jaar moest Slovakije meer dan 22 miljoen euro betalen aan de Nederlandse verzekeraar Achmea, omdat het land getracht had publieke gezondheidszorg te introduceren.
- Argentinië is met succes aangeklaagd ten bedrage van 1 biljoen dollar door verschillende water- en elektriciteitsbedrijven (waaronder EDF), omdat het land de prijzen van openbare nutsvoorzieningen bevroren had.
- Canada wordt voor 500 miljoen dollar aangeklaagd door het grote Amerikaanse farmaceutisch bedrijf Eli Lilly, dat beweert dat de beslissing van een Canadees Rechtshof om een patent op één van hun medicaties te weigeren (omdat het niet doet wat het belooft te doen), ‘verwachte toekomstige winsten’ in het gedrang bracht.
In het Verenigd Koninkrijk zou de ISDS dus kunnen fungeren als een belangrijk afschrikmiddel voor elke mogelijke toekomstige regering om te overwegen delen van NHS die verkocht werden aan grote bedrijven te renationaliseren, om de stijgende energieprijzen van de zes grote energiebedrijven in het Verenigd Koninkrijk aan te pakken of om fracking te verbieden. Maar de machtsgreep van bedrijven eindigt daar niet. Het TIPP is er ook op gericht de reglementering tussen de EU en de VS te ‘harmoniseren’, met een mogelijke gereglementeerde ‘race to the bottom’ tot gevolg.
Dit zou kunnen leiden tot de ondermijning van zowel de rechten van werknemers, zoals het recht op collectief overleg en het recht op vakantie, als de reglementeringen die het milieu beschermen. Zo krijgen schadelijke industrieën het gemakkelijker en raken reglementeringen in verband met voedselveiligheid op de achtergrond, wat zou kunnen leiden tot meer GGO-oogsten, rundvlees volgepompt met hormonen en met chlorine gewassen kip in Europa.
Banenverlies
Het belangrijkste argument dat politici, bureaucraten en bedrijfsleiders geven om TTIP te verdedigen is, dat het jobs en groei zal creëren. Een studie besteld door de EU over de effecten van TTIP toonde echter aan dat het handelsakkoord zou leiden tot een verlies van tussen 1 en 2 miljoen (ten minste 1 miljoen en maximaal 2 miljoen) banen, verdeeld over de EU en de VS. Dit gevolg komt overeen met de gevolgen van voorgaande ‘vrijhandelsakkoorden’ in andere delen van de wereld, zoals het Noord-Amerikaanse vrijhandelsakkoord tussen Mexico, de VS en Canada. Wat betreft de groei, de belofte van bijvoorbeeld Lord Livingston voor 10 biljoen pond meer in de VK is sterk bekritiseerd door economen zoals Dr. Gabriel Siles-Brugge, omdat die groei vaag en zwaar overschat is.
De laatste tijd nemen Britse politici meer extreme maatregelen om te trachten het groeiende publieke bezwaar tegen TTIP te bestrijden, in plaats van zich tot de mensen te richten. Lord Livingston heeft campagnevoerders aangevallen omdat ze ‘anti-Amerikaans’ zijn, ondanks het feit dat de Amerikaanse actie tegen TTIP ook sterk groeit. Onlangs nog probeerde George Osborne grote bedrijven te verenigen om in het openbaar de vrijemarktideologie te verdedigen tegen de massa van maatschappelijke organisaties en vakbonden die hiertegen zijn. Wanneer politici echter grote bedrijven om hulp vragen, is het een teken aan de wand dat zij in moeilijkheden verkeren.
Protestacties
De beweging tegen TTIP en andere ondemocratische vrijhandelsakkoorden is aan het groeien. In juli waren er op twintig plaatsen in het Verenigd Koninkrijk acties waar duizenden mensen aan deelnamen. Op 11 oktober vond er een veel grotere mobilisatie plaats, er waren meer dan 300 protestacties verspreid over heel Europa waar tienduizenden mensen aan deelnamen. Van de Canarische eilanden tot Schotland, Finland en Griekenland waren er niet enkel acties in grote steden, maar ook in kleinere steden en landbouwgebieden. In het Verenigd Koninkrijk kwamen mensen samen op het Parliament Square, ze organiseerden flash mobs in Edinburgh, en ‘no TTIP tours’ in Bristol en Leeds.
Gezien de grootte van de verzetsbeweging is het niet moeilijk te begrijpen waarom het politieke establishment bezorgd is. Terwijl ik samenwerkte met mensen in het Verenigde Koninkrijk om TTIP aan te vechten, heb ik NHS-werknemers de krachten zien bundelen met kleine bedrijven en zag ik anti-fracking-activisten die zich verenigden met de vakbonden om samen campagne te voeren. Als we samenwerken, kunnen we veel meer doen dan TTIP te verslaan. We kunnen vechten voor een nieuw democratisch en eerlijk economisch systeem dat vrij is van controle door bedrijven.
De originele versie van dit artikel staat op Open Democracy. Vertaling: Vera Tylzanowski.
Morten Thaysen is assistent digitale communicatie bij de World Development Movement. Hij is ook een activist voor Fuel Poverty Action en hij werkte twee jaar als campagnemedewerker bij Action Aid Denmark.