Deze
kleine plastic korreltjes remmen de groei van algen, veroorzaken
misvormingen van watervlooien en verstoren de communicatie tussen
kleine organismen en vissen. In het onderzoek naar de effecten van
kleine plastic deeltjes op zoetwaterorganismen stelden de
onderzoekers watervlooien bloot aan verschillende concentraties
nanoplastic (deeltjes die kleiner dan 100 nanometer of 1 tienduizendste
deel van één millimeter).
Bij
de hogere concentraties nam de groei van de algen af. Watervlooien
bleken kleiner te zijn als ze waren blootgesteld aan nanoplastic en
hun nakomelingen vertoonden allerlei misvormingen. “Ook binnen
het communicatieproces tussen waterdieren zagen we verschillen”,
zegt Bart Koelmans van Wageningen University. “Zo bleek de
stressrespons van watervlooien als reactie op de chemische stoffen
die vissen uitsturen sterke, als er ook nanoplastic in het water
aanwezig was.”
Rivieren
en meren
Al
langer wordt de aanwezigheid van plastic, de zogeheten plasticsoep,
in oceanen beschouwd als een groot probleem voor het waterleven. Tot
dusver werd echter weinig onderzoek gedaan naar de aanwezigheid en de
effecten van plastic in het zoetwatermilieu. “Veel bronnen van
plastic bevinden zich op het land, en dus is het belangrijk om ook
daar te kijken naar de effecten van plastic”, zegt Koelmans.
“Op
basis van de resultaten van ons onderzoek is het aannemelijk dat de
aanwezigheid van nanoplastic in rivieren en meren ook in het milieu
schadelijke effecten op de zoetwatermechanismen hebben.” Nadere studie moet dit uitwijzen. De uitkomst van het huidige onderzoek staat
gepubliceerd in het laatste nummervan
Environmental Science and
Technology.