De kunstbrug van Arne Quinze, waar de armlastige provincie van Antwerpen op aansturen van N-VA twee miljoen euro subsidies voor vrijmaakte, geraakte niet op tijd klaar voor de opening van het zomerse dansfestival Tomorrowland. De officiële inhuldiging volgt nu pas, op 12 oktober.
Het wordt echter de voltooiing van een waar spookverhaal, over een houten dansterras boven een vijver, dat door de provincie als een belangrijke ‘fietsbrug’ wordt omschreven. Ondanks de gladde houten plankjes waar de vijzen bovenuit steken (zie foto in bijlage). Ondanks de megalomaan grote versiersels die midden op het looppad werden neergepoot. Inzake veiligheid rijd je als fietser dus best langs de brug heen.
Deze foute en dure kunstdeal, waarvoor provincieraadslid Kris Merckx (PVDA+) intussen een verzoek richtte tot het Rekenhof om de vele onregelmatigheden ervan aan te klagen, zit vergeven van de klopgeesten, zeg maar.
Waarom krijgt een superrijk dubbelfestival gerund door het miljonairsbedrijf ID&T, dat een bijzonder lage gebruiksvergoeding betaalt voor het gebruik van het provinciale domein De Schorre, een megasubsidie voor een project met een buitensporige kostprijs, terwijl elders zwaar wordt gesneden in de sociale en culturele sector?
Voor de toekenning van de megasubsidie werd een loopje genomen met de regelgeving van overheidsopdrachten voor bouwwerken en voor kunstaankoop. Misschien mogen we dat naar aanleiding van het inwijdingsfeest ook even in herinnering brengen?
De kostprijs: een spookhof
Om de wettelijke procedures te omzeilen, werd de offerte voor het project aanvankelijk miraculeus verminderd van 9 miljoen naar 4,6 miljoen euro. Daardoor kon het net beantwoorden aan twee voorwaarden die de EU-richtlijnen stellen om te ontsnappen aan de verplichting tot openbare aanbesteding.
Met name dat het bedrag van 5 miljoen euro niet mag overschreden worden en dat de overheidssubsidie niet meer mag bedragen dan 50 procent. De 2 miljoen subsidie (of 44% van de totale kostprijs van 4,6 miljoen) blijft zo ook onder die grens.
Van de 2 miljoen subsidies wordt er 1 miljoen rechtstreeks uitgekeerd, het 2de via ‘een lening’ die terugbetaald wordt met wat normaal een deel van de huur voor het domein zou zijn. Maar zelfs als we die 1 miljoen op zich beschouwen, gaat het om een gigantische, ongeziene uitzondering op het kunstbeleid.
De kost van de realisatie van louter de artistieke elementen van de kunstbrug bedraagt 1,15 miljoen euro (zie foto in bijlage). Een miljoen voor de aankoop van een kunstwerk van één beeldende kunstenaar (AQ), dat is meer dan de 636.000 euro die de Vlaamse overheid in 2012 besteedde aan de ondersteuning van ALLE beeldende kunstenaars samen.
De verontwaardiging hierover gaf reeds aanleiding
tot een petitie ‘Wij
willen eerlijke cultuursubsidies in Antwerpen!’, ondertekend door heel wat
bekende namen uit de kunstwereld.
NICC, de belangenbehartiger voor en door kunstenaars, schreef daaropvolgend
een open
brief naar de provincie, die jammer genoeg onbeantwoord bleef. Ondertussen benadrukt Quinze in De Gazet Van Antwerpen (26/03) dat dit allemaal slechts zure en gefrustreerde reacties zijn, dat hij nooit subsidies krijgt, integendeel, zijn brug zou een cadeau zijn voor ons, iets waar hij zelf niets aan verdient (...negeer even 'de conceptfee' van 270 000 euro in bijgevoegde tabel).
De kostprijs van deze ‘fietsers- en voetgangersbrug’ is ook overdreven hoog (ook los van het artistieke deel).?Heel wat specialisten uit de sector van de openbare als de private bouwwerken, vallen achterover van de kostprijs: 4,6 miljoen euro, exclusief BTW. ?
Ongezien. Zo kosten de twee recreatiebruggen die in Beveren en Alveringem de brede waterloop de Ijzer overspannen slechts 455.000 euro. De twee nieuwe fietsbruggen in Mechelen (respectievelijk over de Zenne en het Kanaal Leuven-Dijle met een beweegbaar deel voor de scheepsvaart) kosten samen 1,4 miljoen euro.
Ander vergelijkingspunt: de zoveel complexere nieuwe boogbrug die thans in Oelegem over het Albertkanaal wordt aangelegd, en dienst zal doen voor duizenden auto’s en vrachtwagens per dag, kost 6,8 miljoen euro.
De desinformatie over de werkelijke prijs van de kunstbrug heeft als doel de prijszetting van de kunstenaar (en zijn galerij) in de markt te verhogen. ?In de brochure die het provinciebestuur en Tomorrowland over het kunstbrug verspreidde, stond in grote letters ‘aankoopwaarde 8,7 miljoen €’. (zie foto in bijlage) In het subsidiebesluit van de provincie staat dat de werkelijke kostprijs 4,6 miljoen € bedraagt.
De kunstenaar wilde evenwel dat naar de buitenwereld toe een bedrag van 8,7 miljoen euro zou gecommuniceerd worden om als referentieprijs te kunnen gebruiken voor gelijkaardige toekomstige nationale en internationale opdrachten, onder meer in China en Frankrijk.
Dat is duidelijk manipulatie van de kunstmarkt ten koste van andere kunstenaars. De medewerking van het provinciebestuur aan deze desinformatie is een concert aan aanfluitingen van de democratie. Het verdient dan ook onthaald te worden op boehoe-geroep.
Robrecht Vanderbeeken is lid van de Vooruitgroep