Openbare diensten onder Michel I: “Vijf harde jaren voor de boeg”

De christelijke vakbond ACV-Openbare Sector ziet vijf harde jaren afkomen. De dienstverlening aan de burger wordt niet meer gewaarborgd en de ambtenaren moeten langer werken voor een kleiner pensioen. Ook de combinatie arbeid en gezin wordt moeilijker.

donderdag 9 oktober 2014 19:50
Spread the love

Dienstverlening wordt niet meer
gewaarborgd

Luc Hamelinck, voorzitter van
ACV-Openbare Diensten, ziet enkel rampspoed voor de mensen. Wie voor
de overheid werkt, wordt bovendien dubbel getroffen. Niet alleen
krijgen zij – zoals iedere burger – de weerslag van de algemene
regeringsbeslissingen, daarnaast worden de personeelsbezetting en
werkingsmogelijkheden van openbare diensten aangepakt, door de
bewuste keuze om in de eerste plaats te besparen op de overheid.

De optie om in 2015 in één
keer niet minder dan 20 procent van de werkingskosten van sommige
federale instellingen weg te snijden en nadien nog verder in te
krimpen, is volgens hem onhaalbaar en disproportioneel. Hij vreest
dat dit zal leiden tot naakte ontslagen en een dalende
personeelsbezetting, die niet meer aan de behoeften van de
dienstverlening zal voldoen.

Indexsprong contraproductief

De afschaffing van de volgende
indexaanpassing – de ‘indexsprong’ – betekent concreet dat alle
werknemers vanaf dan 2 procent loon verliezen, een loonderving die
zal blijven doorwerken voor hun hele loopbaan. Dat kan oplopen tot
600 euro per jaar. De door de regering beloofde belastingvoordelen
zullen dit helemaal niet compenseren. Voor de collega’s bij de
Vlaamse overheid en in het onderwijs komen daar bovendien ook de
besparingen bij die de Vlaamse regering al heeft beslist.

Deze indexsprong wordt door de
nieuwe regering voorgesteld als zuurstof voor de economie, omdat ze
de bedrijven meer middelen geeft. Dat wordt echter volledig
tenietgedaan door het verlies aan koopkracht van de consument. De
inspanningen worden dus uitsluitend bij de burgers gelegd, niet bij
de bedrijven.

Langer werken voor een lager
pensioen

De essentie van het bestaan van
het overheidspensioen wordt met deze regering vernietigd. Het
degelijke en gegarandeerde overheidspensioen was historisch ontstaan
vanuit het idee mensen aan te trekken om voor een kleiner loon dan in
de privésector voor de overheid te werken, met de belofte dat ze op
een redelijk pensioen konden rekenen.

Nu eist deze nieuwe regering
dat de ambtenaren langer gaan werken om met een kleiner pensioen te
eindigen. Dit is een harde beslissing die zeer snel op korte termijn
zware gevolgen zal hebben voor de mensen. Er is voor een dergelijke
ingrijpende inkrimping van het pensioen geen maatschappelijk
draagvlak.
In de praktijk zullen
daarenboven vooral vrouwen de negatieve gevolgen van deze maatregelen
ondervinden.

Contractueel aangeworven
overheidspersoneel dat pas na verloop van een aantal jaren werd vast
benoemd, krijgt een pensioen dat geen rekening houdt met de jaren
gepresenteerd zonder benoeming. Voor hen is de verarming nog groter.
Volgens Hamelinck heeft de nieuwe regering de concrete gevolgen van
deze maatregelen onvoldoende ingeschat.

Combinatie arbeid-gezin wordt moeilijker gemaakt

Hij ergert zich ook dat de
nieuwe regering blijkbaar de mogelijkheden wil afbouwen om arbeid en gezin te
combineren. Een periode deeltijds werken of
loopbaanonderbreking wordt door dit beleid zwaar ontmoedigd. Deze
mogelijkheden om de loopbaan tijdelijk te onderbreken of in te korten
beantwoorden echter aan een reële maatschappelijke behoefte.

De nieuwe federale regering wil
de mogelijkheid creëren om ook interim-arbeid aan te werven voor
taken van de overheid. De praktijk wijst uit dat dit zeer duur is en
absoluut niet tot besparingen zal leiden. 

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!