Nagenoeg
alle partijen hadden voor de verkiezingen een verhoging van de laagste
uitkeringen tot de Europese armoedegrens vooropgesteld. Het is heel
onduidelijk
of en op welke manier men die belofte wil inlossen. De federale
regering wil immers bijkomende voordelen mee in rekening brengen om te
bepalen of een uitkering al dan niet onder de armoedegrens valt.
De
vraag is of mensen hun uitkering dan nog zien stijgen.
Het is bovendien totaal onduidelijk hoe de laagste
inkomens bij de geplande indexsprong ontzien worden, wat de verhoging
van de welvaartsenveloppe precies inhoudt en welke impact de aanpassing
van de index zal hebben. De aangekondigde btw- en
accijnsverhogingen en besparingen in de gezondheidszorg zullen de
koopkracht van lage inkomens zeker verder ondermijnen.
Geen activering zonder werkbare jobs
Inzetten
op jobcreatie is een goede keuze. De federale regering heeft echter een
blind geloof in lastenverlaging voor bedrijven als middel om jobs te
creëren. Aan bedrijven wordt geen enkele garantie gevraagd voor
duurzame jobcreatie voor kortgeschoolden en kansengroepen. Kansengroepen
worden verder in een strenge activeringsaanpak geduwd, onder meer via
de verplichte gemeenschapsdienst.
Dat komt boven op
de versnelde degressiviteit van de werkloosheidsuitkeringen, beslist
door de vorige regering. Ook onder meer invaliden dreigen nog meer dan
vandaag hun uitkering te verliezen onder het mom van een ‘reïntegratie.
Toenemende onderbescherming
Sociale zekerheid zal voor steeds minder mensen een vangnet zijn. Wie ziek wordt of zijn werk verliest voor zijn 67ste,
valt terug op een
onvolledig pensioen of zakt weg in de ziekteverzekering of een
werkloosheidsuitkering die ver onder de armoedegrens ligt. Mensen met
een onderbroken loopbaan zien hun pensioen zakken, in het slechtste
geval halen ze niet eens meer het minimumpensioen en moeten
het dan doen met de inkomensgarantie voor ouderen. Overlevingspensioen,
SWT (het vroegere brugpensioen), de inschakelingsuitkering (de vroegere
wachtuitkering), het zal voor heel weinig mensen nog een vangnet zijn.
Bovendien
wordt de toegang tot justitie verder bemoeilijkt. De invoering van het
remgeld voor pro-Deorechtsbijstand duikt terug op, nadat dit onder
de vorige regering afgevoerd werd na massaal protest van
armoedeorganisaties, vakbonden en advocaten.
Ook
in het ‘laagste vangnet’, bij het OCMW, krijgen mensen steeds meer
verplichtingen en voorwaarden opgelegd die de uitweg uit armoede enkel
bemoeilijken.
De nu al grote groep onderbeschermden die het zelfs zonder leefloon of
het equivalent daarvan moet doen zal morgen nog groter zijn. Het lokale
niveau is het best geplaatst om een gericht armoedebeleid te voeren,
vinden de kerverse regeringpartijen. Die lokale
besturen wordt ook bijkomende middelen beloofd als ze door het federale
beleid een grotere instroom van hulpvragen krijgen. Dat is de problemen
afschuiven op het lokale niveau en tegelijk erkennen dat het
regeerakkoord armoede gaat creëren die gemeenten en
ocmw’s dan op hun beurt mogen bestrijden.
Na
de Vlaamse regering kiest ook deze nieuwe federale regering voor een
onevenwichtig en asociaal beleid. De zwaarste lasten worden op de
zwakste
schouders gelegd. Coformateur Kris Peeters deed een oproep tot overleg
aan het middenveld. Dit regeerakkoord is dat vlak zonder meer een
valse start.