De mij zeer dierbare columnist Hugo
Camps gaf er verleden week nog eens een goei lap op (1). Helemaal
niet erg dat hij zijn productieritme wat heeft moeten terug
schroeven. Elke dag fazant eten zou ook maar niks zijn. En ik heb een
donkerbruin vermoeden dat hij in de nabije toekomst welkom zal zijn
in de beweging (alhoewel niet echt aan hem besteed) der dissidenten.
Hij had het niet zo erg voor de Vlaamse
lolbroek Geert Hoste die met scherp schoot op de koninklijke jager
koning Filip. “Ik laat me het patrijsje niet uit de mond ranselen
door dierenvrienden die geen krimp geven als Gaza wordt
gebombardeerd, maar in alle staten van verontwaardiging zijn als een
ziek wild zwijn wordt neergelegd” fulmineerde hij.
Het risico voor selectieve blindheid
vind je bij Hoste ook als hij, als ambassadeur van Amnesty
International (terecht) actie voert tegen Poetin en het gebrek aan
vrije meningsuiting in Rusland (2), of (al even terecht) tegen diens
wapengekletter in Oekraïne. Al mis ik, naast het hogergenoemde Gaza,
nog tal van andere slagvelden waarop vredesactivist Geert strijd kan
voeren.
‘Selectief én hypocriet’ zijn de twee
etiketten die Camps er in zijn titel tegenaan plakt. Met die twee
termen komen wij ook al een eind weg als we vertellen over de
avonturen van Michel I.
Voor mij blijft bij de ganse saga
(3) alleen de figuur van Benoît Lutgen (en zijn cdH) rechtlijnig
overeind, met zijn weigering om in een alliantie te treden met
nationalisten. Of het hem (wind)eieren zal opleveren moet blijken.
Het plaatste vooral Peeters en zijn
CD&V voor de keuze om al dan niet door te gaan (4). Het (verre)
gevolg van hun keuze is dus de Kamikazecoalitie (5), wat LBC’er Ferre
Wyckmans ‘een heuse horrorfilm’ noemt.
De centrumrechtse (6) constructie als
een kat met drie poten, één oor en de staart van voor (om het in de
dierentermen van de stand up comedian uit te drukken), die er hoe dan
ook moest komen.
Waarna de uiteindelijke werfleider met bekwame spoed richting Sjanghai vertrekt om economische groei en bloei te
verzekeren.
Zelfs de hangmatwalen lijken verdwenen,
al weet Jambon ons (als milde ondersteuning voor zijn congres later op de
avond) te melden dat het communautaire dossier aan het eind van Michel
I binnen vijf jaar (kan ook vroeger, maar dat zal niet aan hem
liggen) terug op tafel komt. En niet als amuse-gueule.
De volledige inhoud van de horrorfilm
(de gepluimde kleine man door het onaangeroerde grote vermogen, de sociale
afbraak en de economische miskleun) zal de komende dagen in zijn volheid duidelijk worden. Het
wordt hopelijk ook de kans om in Vlaanderen een en ander recht
te zetten.
Hart boven Hard. Dit is ook het meest
hoopvolle signaal uit de ganse onverkwikkelijke historie. Een “breed
burgerinitiatief dat zich verzet tegen een louter economische kijk op
onze samenleving en gelijkheid, solidariteit en zuurstof verdedigt
voor mensen” (7).
Alhoewel minister-president Geert
Bourgeois er niet onverdeeld gelukkig zal mee zijn, het toont toch
wel dat in zijn Vlaanderen de veerkracht, de creativiteit en de
samenhorigheid niet geheel verdwenen zijn.
En er mogen ook socialisten meedoen aan
Hart boven Hard. Zelfs al zou de Grote Roerganger ‘ze liever nooit meer
terug zien’ (8). Zo hebben zijn kiezers hem immers ook graag : als
hij zegt waar het op staat.
Al weet een historicus als Bart De
Wever dat ‘nooit’ een zwaar woord is in het perspectief van de tijd. Toch is het niet geheel ondenkbaar ‘nooit meer met socialisten te willen praten’. In Canada en in de VS bijvoorbeeld gebruikt men liever de
term sociaaldemocraten (9). Misschien wil hij wel met
sociaaldemocraten praten. Een woordenspel ?
Of bedoelt hij eigenlijk ‘vakbonden’
met socialisten. Die worden in het neoliberale America ook zeer dikwijls gemeden (een garantie voor werk of carrière is het niet). Voor veel mensen, hier en ginder, is dat van
twee dingen één. Voor Bart is het ook mooi meegenomen. Hij weet
immers dat veel van zijn supporters lid zijn van de vakbond, en het aanverwante ziekenfonds.
Zonder socialisten of/en vakbonden dus.
Laat ons zeggen dat het plezier wederzijds is. En als opbeurend slot: in Zweden is op 3 oktober de nieuwe regering, onder leiding van
premier Stefan Löfven van de ‘Sociaaldemocratische Arbeiderspartij’
samen met de Groenen, begonnen aan zijn ambtstermijn. Onder Zweedse
vlag.
(1) Zijn column op 3 oktober in De
Morgen.
(2) Actie aan de Russische ambassade
van 7 oktober 2013.
(3) In de betekenis van familiekroniek
(niet dus van heldenverhaal).
(4) Eigenlijk niet echt Peeters
alleen. Ook Bart had gerust kunnen verder doen zonder cdH (er is
niet het minste verschil met Michel I). Doch onderhand weten wij wel
: de keuzes van Bart zijn ondoorgrondelijk.
(5) Uiteindelijk na veel mediagesleur
omgedoopt tot de Zweeds coalitie. Die benaming had alleen voordelen
: het negatieve kamikaze (de Japanse zelfmoordpiloten van WO II)
verdween, en geef toe Zweeds heeft toch het scandinavische sfeertje
van grondig, vooruitstrevend en … sociaal.
(6) Een hele grote rechts en een
ietsiepietsie centrum (of over de rekbaarheid der begrippen).
(7) De Septemberverklaring van 22
september 2014.
(8) Het Nieuwsblad van 8 oktober : “ik
ben een beetje een van de architecten van de Zweedse coalitie. In
Antwerpen heb ik de socialisten buitengewerkt nadat ze 90 jaar aan
de macht waren. In Vlaanderen hebben we ze na 20 jaar buitengezet,
en nu op het federale niveau na 25 jaar. Eindelijk zitten de
socialisten in de oppositie. Ik zou ze graag nooit meer terugzien”.
(9) Zo is de ‘Nieuwe Democratische
Partij’ van Canada lid van de Socialistische Internationale. De
‘Democratische Partij’ van Obama en Co is daar geen lid van. In alle
geval is ‘socialisme’ er voor velen een zwaar besmet woord.