“Hij is weer wat
aangekomen”, zegt Els, de jonge vrouw met wie ik af en toe eens keuvel op een zitbank in de bib. “Misschien
wordt hij ooi wel weer die aardige teddybeer om te knuffelen. Zoals voor zijn
spectaculair dieet.” Ze heeft het, zoals weleer, over Bart De Wever. “Welk
product zou hij gebruiken om zijn haar glad te strijken?”
“Geen idee”, zeg ik.
“Ik vind dat niet mooi. En jij?”
Els: Om eerlijk te
zijn: ik vind het verschrikkelijk. Maar als zijn vrouw daar tevreden mee is,
mij best, hoor.
Ik: Of Liesbeth
Homans…
Els (kijkt me boos aan).
“Bedoel jij….”
Ik: Nee, nee, een joke…
Els: Ik vind het allemaal
echt niet om te lachen, hoor. Ik bedoel: de maatregelen die De Wever mee aan de
onderhandelingstafel heeft bedacht. Ondanks al zijn mooie woorden. Een
praatjesmaker is hij, zoals dat leuke kinderprogramma op de Nederlandse
televisie heet. Ik had het er daarstraks nog over bij mijn beenhouwer. Over
zijn vlees, geen kwaad, hoor. Dat is pico bello. Maar hoe dom is die man, zeg.
Hij ziet het wel zitten met deze nieuwe regering. Minder belastingen, want er
wordt duchtig geknipt in het overheidsbeslag, zoals De Wever in Terzake zei,
fier als een gieter. Ik heb me toen wel even een beetje boos gemaakt. ‘Deze
regering zit hoe dan ook in onze portemonnee’, zei ik tegen de beenhouwer, ‘en
dat is niet goed voor je eigen zaak.’ Hij keek me verontwaardigd aan. Omdat hij
daar wellicht zelf nooit heeft bij stil gestaan.
Ik: (instemmend
knikkend) Ik zeg zelf ook wel eens: ‘De domste klasse is de middenklasse’. En
het is uitgerekend deze klasse die voor De Wever en zijn N-VA stemt. De
Standaard heeft enkele jaren geleden nog geschreven, zeer terecht overigens, dat
de N-VA de partij van de CEO’s is, van de eigenaars en topmanagers van de grote
bedrijven. Niet van de middenklasse. Helaas, het overgrote deel van die
middenklassers heeft dat nog altijd niet door.
Els: Nu je het zegt.
Mijn man kwam onlangs thuis met een krant die hij op de trein had gevonden.
Echo de la Bourse, geloof ik. Die had een heel groot dossier over al die rijke
Fransen die hier in België wonen. En niet alleen die zich vet gevreten Gérard
Gerard Depardieu, hoor. Zo slecht zal het voor de rijken dus niet zijn in ons
land.
Ik: Els, gelijk heb
je. Ik moet er nu vandoor. Heb jij een mailadres? Ik zal je een aardig
artikeltje doorsturen. Dat moet je maar eens lezen.
Els: Toch weer niet
over die Piketty en de ongelijkheid die almaar groter wordt?
Ik: Nee, van Martin
Wolf, de gezaghebbende columnist van The Financial Times, de krant van de
Londense City. Een onverdachter bron kunt je niet hebben. Maar nu ga ik er
vandoor, want ik moet nog naar de beenhouwer. Mag ik je een zoentje geven?
Els: Jij mag.
Thuis kruip ik achter
m’n pc, licht het artikel van Wolf uit mijn bestand en verzendt het naar Els. Het
verscheen in de New York Times of Books van 11 juli van vorig jaar en begon
aldus:
Austerity
has failed. It turned a nascent recovery into stagnation. That imposes huge and
unnecessary costs, not just in the short run, but also in the long term: the
costs of investments unmade, of businesses not started, of skills atrophied,
and of hopes destroyed.
What
is being done here in the UK and also in much of the eurozone is worse than a
crime, it is a blunder. If policymakers listened to the arguments put forward
by our opponents, the picture, already dark, would become still darker.
Het hele artikel kun je lezen als je
surft naar www.nybooks.com/articles/archives/2013/jul/11/how-austerity-has-failed