… dan stond hij samen met mij op de barricades voor een vermogensbelasting!
Alexander Casier
(LVSV) stelt mij via een opiniestuk op Knack.be de vraag hoe het kan dat linkse
bewegingen zoals Comac en PVDA voorstander zijn van laag inschrijvingsgeld.
Volgens hem is dit immers een transfer van arm naar rijk. Ik ben aangenaam
verrast over het feit dat meneer Casier mijn bezorgdheid over de groeiende
ongelijkheid in ons land deelt. In het Vlaanderen van vandaag zijn het immers
inderdaad niet de sterkste schouders die de zwaarste lasten dragen. De
verhoging van het inschrijvingsgeld zal hier echter niets aan veranderen, integendeel. Wat daarentegen wél een oplossing kan zijn, is een eerlijk
belastingssysteem.
De redenering
van Casier gaat als volgt: kinderen uit minder gegoede families gaan minder
vaak studeren dan kinderen uit gegoede families. Het hoger onderwijs wordt gefinancierd
door belastingen van iedereen, ook van die minder gegoede families. Daardoor
betalen zij eigenlijk de studies van diegenen die het wel kunnen betalen. Dit
is het zogeheten mattheüseffect. Volgens Casier is het dus eerlijk om het
inschrijvingsgeld te verhogen, want zij die gaan studeren kunnen het toch
betalen. Dat is natuurlijk de wereld op haar kop. Omdat het hoger onderwijs al
ondemocratisch is, maken we het nog ondemocratischer? Dit zal de toegang tot
hoger onderwijs nog extra beperken. Zoals ik in mijn vorig opiniestuk al
stelde, wijst een studie van de OESO uit dat de verhoging van he
inschrijvingsgeld tot 700 euro, al 2000 studenten extra zou uitsluiten. Het
verlagen van de inschrijvingsgelden is geen voldoende, maar wel een noodzakelijke
voorwaarde voor toegankelijk onderwijs. En het is enkel door het hoger
onderwijs toegankelijker te maken voor iedereen, dat die omgekeerde
herverdeling wordt tegengegaan.
Casier
oppert dat er sociale correcties moeten zijn voor hen die het moeilijk hebben,
om op die manier de toegang voor iedereen mogelijk te maken. Die sociale
correcties vinden we nu vooral terug via het beurssysteem. Jammer genoeg zijn deze
correcties absoluut onvoldoende om de studiekost te dekken, ze zijn hooguit een
pleister op een open wonde. De maximale beurs voor een jaar studeren bedraagt
3900 euro, terwijl een jaar studeren voor een beursstudent tussen de 7000 en 11.000
euro kost. Reken het verschil maar uit. Begrijp me niet verkeerd, ik ben
voorstander van veel meer en veel hogere beurzen, maar niet als ze gebruikt
worden een verhoging van het inschrijvingsgeld te verkopen.
Er gaat een
bepaalde logica schuil achter de redenering van Alexander Casier. Ik durf zelfs
te betwisten of hij effectief zo bezorgd is over de sociale ongelijkheid in
onze samenleving als hij doet uitschijnen. De achterliggende logica is een
individuele visie op de samenleving, waarin verworven rechten worden vervangen
door minimale, onzekere en onvoldoende sociale correcties voor de allerarmsten.
Die allerarmsten moeten dan aan bepaalde voorwaarden voldoen om ook effectief recht
te hebben op een ‘hulpbron’. Een soort van charity, zo je wil. Een beetje zoals
in de Verenigde Staten. Niet echt het toonbeeld van sociale gelijkheid. Het
gevaar met deze redenering is dat onder het mom van sociale rechtvaardigheid,
onze sociale verworvenheden op de helling komen te staan. Iedereen heeft recht
op onderwijs, niet enkel wie geld heeft en niet enkel wie via liefdadigheid wat
extra’s kan toegestopt krijgen.
Want als Casier
echt bezorgd zou zijn over de transfers van arm naar rijk, dan zou hij mij
zeker gelijk geven in het feit dat we al een prachtig middel hebben voor
herverdeling. Dat middel heet progressieve belastingen. Via dat
belastingssysteem dragen zij die effectief meer hebben, ook meer bij om
collectieve voorzieningen zoals onderwijs te bekostigen. Dit is eerlijker,
zekerder en veel overzichtelijker dan een systeem van charity voor de
aller-armsten. Collectieve voorzieningen zijn er dan voor iedereen, ongeacht
inkomen. En ze worden verhoudingsgewijs in grotere mate gefinancierd door wie
ook effectief meer heeft. Dát is herverdeling, dát zorgt ervoor dat iedereen
toegang heeft.
Dat we bij
de werking van dat belastingssysteem op dit moment vragen kunnen stellen, geef
ik toe. Maar dat is een andere zaak. Op dit moment worden bepaalde sterke
schouders immers nogal bepamperd. Dat heeft alles te maken met de keuzes die de
overheid in het verleden heeft gemaakt. Een daarvan is het feit dat de 1000
meest winstgevende bedrijven in ons land dankzij fiscale cadeaus slechts iets
meer dan 6% belastingen betalen. Dit terwijl de winsten de laatste dertig jaar
dubbel zo snel stegen dan de lonen. Het aandeel uit kapitaal in het BBP groeit,
ten koste van het aandeel uit loon. Dit zijn inkomsten die de overheid
misloopt, en daardoor uitgaven die niet naar andere, collectieve voorzieningen
kunnen gaan. Keuzes. Die een overheid anders zou kunnen maken.
Casier laat
het achterste van zijn tong zien in het einde van zijn relaas. Daar verzet hij
zich immers tegen een vermogensbelasting. Als hij zich echt zorgen zou maken over
een omgekeerde herverdeling, zou hij verontwaardigd moeten zijn over het feit
dat gewone werknemers in België veel meer bijgedragen aan het onderwijs dan
miljonairs. Dat terwijl er geen enkele reden is waarom die laatsten minder
zouden moeten bijdragen dan wie ook. We hebben nood aan een systeem waar niet
enkel loon, maar ook kapitaal wordt belast. Via eerlijke belastingen dragen zij
die effectief meer verdienen en hebben, ook meer bij aan de financiering van
het onderwijs. Dat onderwijs kan dan drempelvrij worden gemaakt en eindelijk
echt toegankelijk zijn voor iedereen. Geen omgekeerde transfers, maar sterke
schouders die ook zware lasten dragen.