Arabische vrienden van mij
denken dat ‘Daish’ (ISIS) een uitvinding is van de Amerikanen, of
minstens toch van Qatar, maar voor hen komt dit op het zelfde neer.
Ze kunnen er niet bij dat moslims zo iets kunnen doen, ze verdringen
het en spotten er mee. Wie Sykes en Picot zijn wordt in het stuk
duidelijk.
‘Daish’ is nu wel het modewoord
in het Arabisch en het gespreksonderwerp. U kent het als IS
(ISIS/ISIL), de Islamitische Staat in Irak en Sham, voluit in het Arabisch
Dawla islamiya fi Iraq wa al Sham. Sham is de klassieke Arabische
naam voor de regio die wij nu kennen als Syrië, Libanon,
Palestina/Israël, en neem er ook maar Jordanië bij.
Dit is dus een naam die dateert
van voor Sykes-Picot. Ook dat is een term die pas recent, na honderd
jaar weg geweest, bijna dagelijks in de media opduikt. Ik heb het
nagetrokken in een krantenarchief dat terug gaat tot 1999. AFP
schrijft op 13 december 2013 voor het eerst dat ISIS de Sykes-Picot
akkoorden wil teniet doen. Op 11 juni 2014 volgt Belga en twee dagen
later De Standaard. De Morgen ontdekt Sykes-Picot pas op 1 juli 2014.
Quod Sykes-Picot?
(foto archief Lucas Catherine)
Eigenlijk zou men de akkoorden
van Sykes-Pikot moeten herdenken in het kader van 100 jaar Eerste
Wereldoorlog, want in de lente van 1916 kwamen de geallieerden voor
het eerst bijeen om te bespreken hoe ze het Ottomaanse Rijk, na zijn
nederlaag zouden opdelen.
Na enkele vergaderingen en
uitwisselen van diplomatieke nota’s werden deze akkoorden opgesteld
door de Britse diplomaat Sir Mark Sykes, de Franse diplomaat François Georges-Picot en Sergei Sazonov, minister van buitenlandse zaken van de Russische tsaar. Officieel heette dat toen de
Anglo-Franco-Russian Agreement (april-mei 1916).
Waarom Sazonov sindsdien
vergeten is, wordt direct duidelijk. De drie diplomaten besloten de
buit van het Ottomaanse Rijk als volgt te verdelen: Frankrijk zou het
grootste deel van Syrië krijgen, een deel van Zuid-Anatolië in het
huidige Turkije) en de regio rond Mosoel in het noorden van het
huidige Irak. Engeland verwierf het grootste deel van Irak.
Rusland zou Oost-Anatolië
annexeren, het gebied langsheen de huidige Russisch-Turkse grens. Omdat de Russisch-Orthodoxe kerk meerdere kloosters en scholen had in
Nazareth, Nabloes, Hebron en Jeruzalem claimde Rusland ook Palestina.
Dat laatste stonden de Britten echter niet toe. Daarom zou Palestina ‘internationaal’ bestuurd worden, maar met Russische invloed.
Toen kwam de Russische
Revolutie van 1917 en de bolsjewieken zagen om evidente ideologische
redenen af van nieuw koloniaal gebied. Meer nog, ze maakten de
akkoorden openbaar en de kaart moest hertekend worden tot wat we nu
kennen als Syrië, Irak, Libanon, Palestina (nu Israël en de bezette
gebieden) en Jordanië.
De grenzen van Sykes-Picot, weg ermee
Nu wil IS dus deze grenzen
wegvegen. Dat kan en mag echter niet, dat ‘destabiliseert’ immers
de regio, zo krijgt iedereen te horen die koloniale grenzen wil
wegvegen in Afrika, Azië of elders. Wie dat wil, krijgt dan met de
oude kolonisatoren te doen. Kijk naar Arabische nationalisten en
socialisten zoals Egyptisch president Nasser die deze grenzen wilden
laten wegsmelten tot één Arabische staat.
Ze werden met alle mogelijke
middelen bestreden. Alhoewel, nu wordt er blijkbaar een uitzondering
gemaakt, want als er een beweging is die het akkoord van Sykes-Picot
direct na de Eerste Wereldoorlog in vraag heeft gesteld, dan is het
wel het Koerdisch nationalisme dat strijdt voor een land dat zich zou
moeten uitstrekken over grote delen van Irak, Syrië, Turkije en
Azerbeidzjan (ex-Sovjetunie).
Als de alliantie tegen IS nu de
Koerden bewapent en inzet in de strijd, dan steunen ze echter net
die groep die al het langst en het hevigst de status-quo van de
grenzen van Sykes-Picot in vraag heeft gesteld. Zoals een Franse
president eerder al zei: Et Alors… En dan… wat ik mij daarbij
afvraag is: las Abu Bakr al Baghdadi linkse literatuur?
Wie is Abu Bakr al
Baghdadi?
De echte Abu Bakr, eerste opvolger van de profeet Mohammed (foto archief Lucas Catherine)
Eerst iets over de naam van deze man. Met zo’n naam
wordt je immers niet geboren. Hij heet eigenlijk Ibrahim Awwad
Ibrahim Ali al-Badri al-Samarrai. Dat laatste is een bijnaam en
betekent ‘afkomstig uit Sammara’, een Iraakse stad die tussen 836 en
892 hoofdstad was van het toenmalige kalifaat.
Zijn nieuwe zelf gekozen naam
vertelt echter meer. Volledig heet hij nu Abu Bakr al Baghdadi
al-Husseini al-Quraishi. Hij wordt daarmee de man van Bagdad, een
naam die natuurlijk veel bekender als kaliefaat-hoofdstad dan
Samarra. Ook zijn nieuw gekozen voornaam Abu Bakr is erg symbolisch.
Abu Bakr was namelijk de eerste kalief die de profeet Mohamed
opvolgde.
Door zich tevens al Husseini te
noemen, beweert hij af te stammen van de profeet Mohammed die enkel
kleinzonen had via zijn schoonzoon Hussein. Al Quraishi is dan weer
de stam van de profeet. Liegen als een ketter, noemden ze zoiets
vroeger.
De man werd in 1971 geboren,
maar desondanks verdenk ik hem ervan gauchistische lectuur uit de
jaren 1960-1970 te hebben gelezen. Misschien was zijn vader wel een
linkse rakker van de Baath-partij met nogal wat guerilla-handboeken
in zijn bibliotheek, zoals die van Guevara of de Vietnamese
guerrillaleider Vo Nguyen Giap en heeft hij die gelezen.
Al Nusra versus Dawla Islamiya
Ik verklaar mij nader. De
rivaliteit om de meest efficiënte militaire beweging gaat nu tussen
aanhangers van Al Qaïda in Syrië (die zich Jabhat al Nusra noemen)
en IS (Islamitische Staat, in het Arabisch Dawla Islamiya). Als we de
ideologie even terzijde laten en enkel kijken naar langetermijnstrategie,
dan gaat het hier om twee tendensen.
Er zijn zij die denken dat ze
vanuit een klein commandocentrum (Al Qaïda betekent ‘vanuit het
centrum’) de oorlog moeten beginnen. Zij staan tegenover anderen die
eerst een ‘bevrijd’ ‘islamitisch’ gebied willen uitbouwen en
van daaruit dan steeds verder willen uitzwermen.
De Al Qaïda-strategie komt
sterk overeen met die van Carlos Marighella in zijn Pequeño manual
de Guerilla Urbano van 1970 (‘klein handboek van de stadsguerrilla’)
of nog meer met de ‘foco-theorie’ die Che Guevara uiteenzet in zijn
Guerra de Guerrilla1
van 1961 (‘Oorlog van de guerrilla’). ‘Foco’ (Spaans voor ‘brandhaard’)
staat voor een klein centrum van strijders. Honderd man volstaan om
te beginnen, schrijft Guevara in zijn boek. Dit is dus het equivalent
van het Arabische begrip Al Qaïda.
Daar tegenover staat IS, dat
zich zelf niet alleen omschrijft als een staat, maar ook effectief
zo’n staat uitbouwt. In dit geval is de gelijkenis groot met de
theorie van de Volksoorlog, die eerst door Mao Ze Dong op China werd
toegepast, later in Vietnam door Vo Nguyen Giap met zijn “Guerre du
peuple, armée du peuple”.
Giap is de man die de Franse
kolonisator in Dien Bien Phu versloeg vanuit zijn bevrijde gebieden
in Bac Bo langs de Chinese en Laotiaanse grens en in Nam Bo
langs de Cambodjaanse grens2.
Hij was het ook die nog later de Amerikanen verdreef uit
Zuid-Vietnam.
Zelfbenoemd kalief
Daarom vraag ik mij dus af, wil
al Baghdadi alleen maar Sykes-Picot te niet doen in het Midden-Oosten
of wil hij meer? Hij gaf zelf het antwoord door de termen Irak en
Sham te laten vallen uit de naam van zijn organisatie, ze tot staat
uit te roepen en zichzelf tot kalief aan te stellen.
Er zijn twee mogelijkheden
waarom hij zich kalief laat noemen: ofwel wil hij terug naar de tijd
van de ‘rechtgeaarde’ kaliefen (de vier opvolgers van de profeet Mohammed), waarvan de echte Abu Bakr de eerste was. Ik denk dat
hij daarnaast ook heimwee heeft naar de laatste kalief uit de
geschiedenis, de Ottomaanse sultan Abdul Mejid die door Ataturk in
1924 werd afgezet.
Dan gaat het in feite over
heimwee naar het Ottomaanse Rijk, waar trouwens ook de Turkse
president Erdogan aan leidt. Dat Ottomaanse Rijk strekte zich ooit
uit tot in Algerije. En wat zien we? Daar heeft de lokale afdeling
van Al Qaïda zich in september 2014 tot het nieuwe kalifaat bekeerd
en nam een nieuwe naam aan, Jund al Khalifa (Leger van de Kalief).
Opdat de media dat geweten zouden hebben, onthoofdden zij vervolgens
hun eerste Europeaan, de Fransman Hervé Gourdel.
Geen nieuwe dreiging
Eind negentiende eeuw had
Europa reeds enorme schrik van de toenmalige heropleving van
het kalifaat. Het historische kalifaat was geëindigd in 935 maar de
Ottomaanse sultans hadden het nieuw leven ingeblazen.
De Ottomaanse kalief Abdul
Hamid ondersteunde eind negentiende eeuw verschillende antikoloniale
bewegingen. Dat ging van Tunis, dat in 1871 weer de oude banden met
het Ottomaanse Rijk wilde herstellen tot in Atjeh (Indonesië), waar
moslims oorlog voerden tegen de Nederlandse kolonisator. U herinnert
het zich misschien nog van de boeken van Multatuli.
Toen noemde men dat geen ‘terrorisme’ – de Ottomaanse sultan was immers een ‘bevriend’
staatshoofd – maar ‘panislamisme’. Europa kreeg toen een heilige
schrik voor “de groote internationale met het groene vaandel”. Zo
omschreef Christiaan Snoeck Hurgronje (1857-1936), Nederlands
islamdeskundige en koloniaal raadgever in Indonesië het fenomeen.
Misschien zouden onze analisten
en specialisten er voordeel bij hebben om deze Snoeck Hurgronje,
peetvader van de islamologie, uit de vergetelheid te halen en zijn
boekje Nederland en de Islam uit 1911 te herlezen, of beter nog
zijn boek De Atjehers van 1894, over hoe je een islamitische jihad (heilige strijd)
kan neerslaan. Ik zet mij in ieder geval aan het werk.
Lucas Catherine
Dit artikel werd overgenomen van Salon van Sisyphus, waar het oorspronkelijk werd gepubliceerd. © 2014 Lucas Catherine, overname mits toestemming van de auteur.
1 ‘Guerrilla’
betekent letterlijk ‘oorlogje’, het was oorspronkelijk een
minachtende scheldnaam die militaire bevelhebbers in Latijns-Amerika
gebruikten om de eerste vormen van gewapend verzet tegen de feodale
onderdrukking te typeren. Geleidelijk werd de term overgenomen als
een geuzennaam door de ‘guerrilla’.
2 Na
de verpletterende nederlaag van Dien Bien Phu gaven de Fransen hun
pogingen op om na de Tweede Wereldoorlog hun kolonie ‘Indochina’
terug onder controle te krijgen en concentreerden zij zich op het
behoud van de kolonies in Afrika, vooral dan Algerije. Daarop
besloten de VS de strijd ‘tegen het communisme’ – waarmee de
nationale antikoloniale bevrijdingsstrijd van Vietnam werd bedoeld –
over te nemen.