Festival L'Âge d'Or: Speuren naar subversieve films
Films zoals Los muertos (Lisandro Alonso), Hamaca Paraguay (Paz Encina), Hors Satan (Bruno Dumont) en L'Âge atomique (Héléna Klotz) werden de laatste jaren nog bekroond met een L'Âge d'Or-prijs, maar die gebeurtenissen gingen haast ongemerkt voorbij omdat de fut wat uit deze in 1958 voor het eerst toegekende prijs was. Dat had veel te maken met de wat ongelukkige combinatie van L'Âge d'Or en het Filmvondsten Festival (opgezet om fragiele films zonder bioscooprelease een steuntje in de rug te geven) maar nog meer met het beperkte aanbod aan subversieve films én onduidelijkheid omtrent de invulling van het begrip 'subversiviteit'.
Een nieuw elan
De Brusselse Cinematek was zich bewust van het probleem en koos voor een radicale herbronning. L'Âge d'Or wordt ontkoppeld van Filmvondsten en dient volgens de organisatoren opnieuw aan te sluiten “bij het avontuur, de durf en de drang naar vernieuwing van dat andere sleutelevenement uit de geschiedenis van het filmarchief: EXPRMNTL”.
Tijdens dat festival voor experimentele film (vijf edities tussen 1949 en 1974) – met enige zin voor humor en provocatie georganiseerd in het mondaine Knokke – werden ook de eerste drie L'Âge d'Or-prijzen toegekend. Undergroundfilmer Kenneth Anger werd de eerste naam op een palmares, waar enkele jaren later Martin Scorsese met zijn kortfilm The Big Shave zou prijken.
Het opzet is om van het vernieuwde L'Âge d'Or een even spraakmakend festival te maken met een rijke en compromisloze programmatie. Van 8 tot en met 14 oktober zal in Cinematek (Baron Hortastraat 9, Brussel) een competitie met een twintigtal recente films lopen. Allemaal films die nog nooit in Brussel werden vertoond.
In tegenstelling tot traditionele festivals maakt L'Âge d'Or geen onderscheid naar duur (kortfilms worden er naast epossen geprogrammeerd), noch naar techniek of formaat (pellicule, video, digitaal). Het belangrijkste selectiecriterium is dat het vertoonde werk moet breken met filmisch en maatschappelijk conformisme.
Een festival van filmervaringen
Omdat L'Âge d'Or een gebeuren was geworden dat zich afspeelde ver van filmliefhebbers (met een jury die schijnbaar ongemotiveerde beslissingen nam) wilden de organisatoren er opnieuw een levendig evenement van maken. Een ontmoetingsplaats voor mensen die interesse hebben voor poëtische, subversieve cinema.
Daarom ook wil men af van het hokjesdenken en de cinematografische grenzen tussen experimentele film, alternatieve fictie en ideosyncratische documentaires. Wat telt, is de filmervaring voor filmmakers en publiek.
Het nieuwe L'Âge d'Or profileert zich als “een filmfestival dat leeft van zijn geloof in het aura van de beelden, in de kracht van de montage, in de juiste lengte van de opnamen, in de kracht van de klankband... of de stilte”. Kortom, “een festival van filmervaringen”.
Wordt verwacht
Uit 23 geselecteerde films kiest de jury – bestaande uit Birgit Hein (cineast, lesgever), Guy-Marc Hinant (cineast) en Stoffel Debuysere (lesgever, programmator Courtisane) – een winnaar die met de L'Âge d'Or-prijs mag gaan pronken.
De films met titels zoals Les Tourmentes, Poetry For Sale, I Am Micro, Metamorfoza, Cut en 2012 zijn het werk van tamelijk onbekende cineasten (Makino Takashi, Friedl vom Gröller, Martha Colburn, Dellani Lima,...) uit alle hoeken van de wereld: van Japan en India over Brazilië en Argentinië tot Frankrijk, Duitsland en de VS.
Naast de competitie worden er enkele speciale vertoningen georganiseerd. Juryvoorzitster Birgit Hein stelt de openingsfilm Baby, I Will Make You Sweat voor, Gustav Deutsch zal aanwezig zijn bij de avant-première van Shirley: Visions of Reality en de Indische cultfilm Om Dar-B-Dar wordt uit de obscuriteit gehaald.
Verder is er een historisch luik waarin wordt gefocust op het werk van de Amerikaanse onafhankelijke filmmaker en filmtaalvirtuoos Gregory Markopoulos (1928-1992), op de Italiaanse avant-gardecinema uit de periode 1964-1975 (onder meer het epos Anna van Alberto Grifi & Massimo Sarchielli uit 1975) en als slotfilm op de experimentele western van Adolfas Mekas, The Double-Barreled Detective Story. Tevens wordt er hulde gebracht aan kunstenaar en vernieuwer Stephen Dwoskin (1939-2012), in 1982 winnaar van de L'Âge d'Or-prijs met de filmische mokerslag Outside In.
Zoeken naar een tegenfilm
Het voornemen om poëtische en subversieve films te ondersteunen is lovenswaardig. Zeker op een moment dat cultuur meer en meer in de richting van conformisme en hersenloos entertainment wordt geduwd. Net zoals de film van Buñuel kan L'Âge d'Or (het festival en de prijs) tegen de stroom oproeien en hopelijk choqueren of ten minste tot denken aanzetten. We zijn immers toe aan een flinke dosis tegenfilm.
Alleen
blijven termen zoals 'subversieve cinema' en 'tegenfilm' discussie
uitlokken. Er is wat onenigheid over hoe de concepten
gedefinieerd kunnen of moeten worden. Nieuw
is dat gegeven allerminst. Zelf herinneren we ons heroïsche,
door conservator Jacques Ledoux in een Brussels Chinees restaurant gevoede, discussies tijdens
juryberaadslagingen van edities van L'Âge d'Or uit lang vervlogen
tijden.Ondanks alle argumenten bleek subversiviteit beoordelen toch vooral iets heel intuïtiefs.
Elke discussieronde leverde nieuwe vragen op. Wanneer is een film subversief? Volstaat choqueren voor subversiviteit? Kunnen enkel voor het reguliere circuit verbrande films in aanmerking komen voor het L'Âge d'Or-aureool? Wat geldt nog als taboe? Hoe bevrijdend moet zo'n compromisloos werk zijn? Is wansmakelijkheid subversief?
Deze en andere vragen gingen over en weer, terwijl films gewikt en gewogen werden. Wie deze oefening ooit meemaakt, weet dat de keuze nooit vanzelfsprekend kan zijn en dat onenigheid onvermijdelijk is. Zelf blijven we het subversief wansmakelijke Caniche van Bigus Luna uit 1982 de meest verdiende prijswinnaar ooit vinden, maar anderen zullen zich blijven ergeren aan de gezochte esthetiek van het lelijke die deze hondse, zwarte komedie kenmerkt. Het zij zo.
Rebels kijkplezier
Toch bestaat er een kader waarbinnen subversiviteit beoordeeld kan worden. De ideale prijswinnaar is de film waarvan de vindingrijkheid en de filmische kwaliteiten van een vrije en subversieve geest getuigen. Het is een film die modern is, maar breekt met maatschappelijk en cinematografisch conformisme. Het gaat dus om een 'tegenfilm', een werk dat onder meer taboes doorbreekt, tradities ondergraaft, experimenteert met nieuwe vormen, ethische en esthetische normen verlegt en kritisch kijkt naar systemen en structuren.
Tegenfilms verzetten zich tegen de heersende moraal, tegen de mainstream cinema, en pleiten in woord en daad voor rebellie en verandering. Zaken waaraan vandaag de dag de nood hoog is. “Film is een gevaarlijk wapen in handen van een vrije geest,” wist L'Âge d'Or-regisseur Luis Buñuel, “het beste middel om de wereld van dromen, emoties en instincten uit te drukken. Film kan het onbewuste leven, waarvan de wortels in het hart van de poëzie liggen, uitdrukken”.
De films van Buñuel waren het voorbeeld van wat goede cinema kan en moet zijn: films waarbij betekenis wordt opgeheven zonder dat het absurd wordt, films die los van elk dogmatisme tot denken aanzetten. Zo'n films verdienen uitgeroepen te worden tot prijswinnaar op het L'Âge d'Or-festival. Dit jaar en de volgende jaren. “Mijn opzet is mensen te verontrusten en het conformisme te doorbreken dat iedereen wil doen geloven dat we in de beste van alle werelden leven” zei Buñuel. Die geest komt hopelijk weer tot leven.