In
Zuid- en Oost-Afrika zorgt het ervoor dat boeren een stuk land hebben
dat meestal nog geen hectare groot is. Dat
is erg weinig om van te leven.

Dat heeft te maken met erfenissen. Wanneer
een boer overlijdt, dan is het de gewoonte dat het land onder de
kinderen wordt verdeeld. Maar stel dat een boer tien kinderen heeft,
dan wordt het land dat ieder kind krijgt tien keer kleiner.
Uiteindelijk heeft iedere boer zo een erg klein stuk land.

Maar
het zijn niet alleen erfenissen die ervoor zorgen dat boeren minder
land hebben. Ook grote bedrijven spelen een belangrijke rol. Die
grote bedrijven kopen gigantische stukken land op. Vaak blijven die
stukken land leeg. Of er worden gewassen op gekweekt die geen voedsel
zijn.

Wet

Dat
Afrikaanse boeren steeds minder land hebben, is een probleem. Want
het grootste deel van het voedsel wordt geproduceerd door kleine
boeren. Het gevaar bestaat dat de voedselproductie in het gedrang
komt.

In vele Afrikaanse landen bestaan wetten die verbieden
om landbouwgrond te blijven opdelen. Maar het probleem is dat lokale
boeren die wetten vaak niet kennen. Of dat grote bedrijven ze gewoon
aan hun laars lappen.