De ondertitel A History of Power and Knowledge vat het boek goed samen. Hoe gaan machtsstructuren om met kennis en onderzoek van
die kennis? Hoe worden feiten geïnterpreteerd? Illan Pappé legt de
mechanismen achter het zionisme bloot.
Hij onderscheidt drie periodes in
geschiedschrijving over Israël, zoals
die door Israëlische historici werd beoefend. Van bij het
ontstaan van de nieuwe staat in 1948 tot het begin van de jaren 1990
stonden zowat alle historici en andere wetenschappelijke onderzoekers ten
dienste van het zionistische project ‘Israël’. Ze zagen het als hun taak de geschiedenis zo te
interpreteren en naar hun hand te zetten dat het zionisme
gelegitimeerd werd als enig geldend paradigma.
Daartoe werden feiten
aangepast, weggelaten, geherinterpreteerd en ideologische
interpretaties werden voorgesteld als kritische analyse. Het zionisme
werd ‘definitief’ in zijn enig aanvaardbare historische context
geplaatst. Israël was voortaan een baken van het progressieve Verlichtingsdenken, de enige liberale democratie van het Midden-Oosten.
‘Nieuwe’ geschiedschrijving
Er waren van bij het prille begin uitzonderingen, die de dingen anders zagen. Zij waren echter zeldzaam en
zonder meer uiterst marginaal. Betrokkenen betaalden er een zware tol
voor, wat minstens de vernietiging van de eigen academische carrière
– en dikwijls erger – tot gevolg had.
De staat Israël bestond al veertig
jaar voor deze dissonante stemmen enig gehoor kregen in academische kringen.
In de aanloop naar en de nasleep van de Oslo-akkoorden van 1994 was
er een korte periode, waarin kritische analyse van de historische
feiten enigszins mogelijk was. Pappé noemt dit de postzionistische
periode.
Kunst, film, theater liet stemmen horen die tot dan taboe waren geweest. Palestijnen werden volwaardige protagonisten met eigen ideeën en motieven, niet langer karikaturale achtergrondfiguren die gedreven werden door primaire haat en nijd. Palestijnen kregen af en toe een sympathiserende hoofdrol toebedeeld.
In die korte periode waren er zelfs een beperkt aantal politici die ‘kritische’ noten lieten horen bij het verleden en de praktijk van de staat Israël. Die kritiek stelde het zionistisch project zelf niet in vraag, maar plaatste kanttekeningen bij de ‘overdrijvingen’, de ‘extreme acties’ die volgens hen ‘contraproductief’ waren voor Israël. Het duurde echter niet lang.
Neozionisme neemt over
Vanaf 2000 volgde de keiharde restauratie van het zionisme in een geactualiseerde en vooral geradicaliseerde vorm, het
‘neozionisme’.
De kiem van kritisch inzicht was al
bij al weinig levensvatbaar gebleken. Zelfs in de hoogtijdagen van deze
postzionistische periode ging het over een minderheid van
academici, journalisten en politici.
Vandaag zijn de machthebbers en
hun acolieten in de academische wereld en de media weer
volledig ingeschakeld in het project ‘Israël’. Het zionisme is terug
als de allesoverheersende ideologie. De apartheid in Israël zelf en de dagelijkse gruwel van de
bezetting worden niet meer ontkend maar openlijk bevestigd – niet ‘toegegeven’ – en
verdedigd als juist en rechtvaardig.
Alleen de terminologie wordt in vraag gesteld. Ja, in Israël hebben wij deze wetten, ja, die hebben deze gevolgen, maar dit is geen ‘apartheid’. Ja, in Judea en Samaria (de bezette Westelijke Jordaanoever zoals die in Israël wordt genoemd) gebeuren gruwelijke dingen, maar dat is geen ‘bezetting’, dat is ‘verdediging’. Ja, wij bouwen daar dorpen alleen voor Joden, maar dat is geen kolonisatie maar ‘ontwikkeling’.
Wat de rest van de wereld over Israël denkt, is in feite irrelevant. Tenminste, zolang de Amerikaanse politieke
elite achter het idee ‘Israël’ staat. Wat de EU over Israël denkt, is volgens Pappé’s analyse van het hedendaagse zionisme nauwelijks
relevant. Tot daar in een notendop The Idea of Israël.
De rol van het buitenland
Om hier iets aan te veranderen ziet Pappé het enige heil komen uit het buitenland. “Israël, of beter het
idee ‘Israël’ symboliseert voor een toenemend aantal mensen
onderdrukking, beroving, kolonisering en etnische zuivering, terwijl
daarentegen een slinkend aantal mensen dat idee zien als een
verhaal van boetedoening, heldenmoed en historische
rechtvaardigheid.”
Volgens Pappé is het geringe succes van de postzionistische beweging in Israël niet alleen een gevolg van de restauratiebeweging die ertegen ontstond. Zij die tot deze beweging
behoorden, hadden dikwijls heel persoonlijke motieven om het leidende
discours over Israël in vraag te stellen.
“De historici,
sociologen, kunstenaars en auteurs die er in de jaren 1990 voor kozen
om de slachtoffers van het zionisme – en later van de staat Israël
– een stem te geven, deden dat omdat ze zelf tot een onderdrukte
groep behoorden of omdat ze er voor kozen het comfort van de
consensus te verlaten en de kant van de onderdrukten te kiezen.”
Politiek, media en kunsten
Pappé’s boek onderzoekt methodisch de
manier waarop de academische reproductie van kennis gebeurt over het
idee ‘Israël’ en de ideologie erachter. Pappé kijkt daarvoor naar de politieke besluitvorming, naar de media en naar de wereld der kunsten, de filmwereld en de televisie, waarbij
hij veel aandacht heeft voor documentaire films.
Volgens de mainstream intelligentsia was
Israël “het ultieme en meest succesvolle project van de
moderniteit en de Verlichting. In dat discours hadden de Palestijnen
enkel een plaats als slechteriken zonder dieper motieven en zonder
enige historische context. Gewoon slechte, bekrompen en ouderwetse
mensen.”
Het prille begin
Een centrale plaats in de zionistische
geschiedschrijving speelt het jaar 1948, het ontstaan van de staat
Israël. Deze periode raakt immers de kern van het zionisme. Was de
periode 1948-1990 grotendeels afgesloten voor kritische reflectie, toch waren
er van in het begin kritische stemmen. Pappé
toont hoe ideeën die nu als vernieuwend worden gezien, toen al
werden verwoord.
Israël was van bij het begin voor bepaalde Joodse groepen allesbehalve een liberale democratie.
Vanaf de eerste dag was Israël een land
dat door Europese migranten werd gedomineerd en vormgegeven.
Arabische Joden uit landen als Marokko en Irak werden wel aangetrokken, maar enkel om
als goedkope werkkrachten de Palestijnse autochtone bevolking te
vervangen.
Voor deze nieuwe Israëlische staatsburgers was hun nieuwe vaderland allesbehalve een
vreedzaam paradijs. In de documentaires van die periode, de
theaterstukken, de films, de tv-series kwamen zij amper voor, hoogstens als achtergrond. Alles en iedereen stond ten dienste van de Europese
Joden, wier superioriteitsgevoel tegenover de niet-Europese Joden
nauwelijks moest onderdoen voor hun diepe minachting voor de
autochtone Palestijnse bevolkingsgroepen.
Joods-Joodse discriminatie
Voor die intern-Joodse sociale en
economische discriminatie was tijdens de korte periode van het
postzionisme ook veel aandacht. De restauratiebeweging van het
neozionisme ging er even hard tegen tekeer als tegen de
‘pro-Palestijnse’ geschiedschrijving over het ontstaan van de staat
Israël.
Het ‘neozionisme’ staat sterker dan ooit in de politiek, de academische wereld en de media. De nieuwe zionisten doen dit niet door
de feiten en de analyse van de nieuwe geschiedschrijvers zoals Pappé
te ontkennen. Integendeel, zij bevestigen de feiten. Zij geven er
enkel een ander karakter aan. De nieuwe staat Israël heeft
inderdaad de feiten begaan zoals ze door de kritische postzionisten
worden beschreven. Dat was echter nodig en nuttig, omdat het een hoger
doel diende. Dat uiteindelijke resultaat mag niet in vraag worden gesteld.
Vandaag staat het onderwijs in Israël ten dienste van het zionistische project ‘Israël’. Elke
wetenschappelijke pretentie moet wijken voor het hogere doel. Met
critici van Israël – van academici zoals Pappé zelf tot organisaties
als Oxfam en Amnesty International – mag geen intellectueel debat
worden aangegaan. Verdedigers van de BDS-campagne moeten worden “aangevallen en bestreden, als in een oorlog, alle middelen die tot
nu toe nog niet werden ingezet, moeten nu worden gebruikt. Dit is het
slagveld voor het recht van Israël om te functioneren en zichzelf te
verdedigen.”
Opvoeding is de sleutel
Pappé heeft met The Idea of Israël een zeer
gedetailleerde en wetenschappelijk onderbouwde analyse gemaakt. Dit is geen optimistisch boek. Het komt er immers
op neer dat elke mogelijkheid om vanuit Israël zelf een beweging voor duurzame vrede tot
stand te brengen in de komende jaren onbestaande is.
Ondertussen gaat de evolutie in de geesten van de
mensheid in de rest van de wereld radicaal de andere richting
uit: “Israël wordt meer en meer gezien als een koloniale staat die
de twintigste eeuw heeft overleefd en enkel nog in stand wordt
gehouden omwille van zijn nut voor de VS en zijn effectieve rol in de
globale kapitalistische economie. Er is geen enkele morele dimensie
meer in de steun (voor Israël). Eenmaal het functionele
karakter van deze steun wegvalt, zullen de scenario’s – die
zowel postzionisten als neozionisten met elkaar delen – van het
leven in een pariastaat, in stand gehouden met een apartheidsregime, werkelijkheid geworden zijn.”
“Dit boek is geschreven met de hoop
dat deze grimmige scenario’s geen werkelijkheid zouden worden, maar
ook met het oncomfortabel gevoel dat ze zich reeds voor onze ogen
voordoen.” Geen optimistische boodschap, maar een realistische kijk op de geestesgesteldheid van het huidige politieke bestel in Israël. Kennis is macht. The Idea of Israël lezen verschaft de lezer essentiële informatie om beter te vatten wat de staat Israël drijft en hoe het zionisme zichzelf in stand houdt.