Reportage

De groei van het degrowth-debat

Teaser fallback community afbeelding
De degrowth-beweging telde zes jaar geleden 150 deelnemers. Begin september verzamelden zich inmiddels 3000 denkers in Leipzig. Op de agenda stonden talloze punten die de vernietigende kracht aantoonden van het idee "economische groei". Een verslag van een congres, waar ook successen vielen te noteren. Ze geven richting aan een constructieve economie waarin de lange termijn regeert – en die de planeet intact laat.

Waarom verzamelden een recordaantal van drieduizend denkers zich tussen 2 en 6 september in de Duitse stad Leipzig om over economische degrowth na te denken? Eén reden is dat een groeiende hoeveelheid onderzoek aantoont dat een beleid gericht op economische groei dé motor is achter de langetermijnvernietiging van de voorwaarden die het leven op aarde aangenaam maken. Een andere reden is dat het zinvol is om te onderzoeken naar hoe alle mensen op deze planeet op een aanvaardbaar niveau van welzijn kunnen leven.

Volgens auteur en activiste Naomi Klein is "alles makkelijker dan je in te beelden hoe je het kapitalisme kunt veranderen", maar dat is wél nodig om een klimaatcatastrofe te voorkomen. In meer politiek correcte termen is dat ook de overtuiging van het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC) – getuige een al uitgelekte kladversie van een rapport dat in november verschijnt. Naomi Klein zei dat we als mensheid catastrofaal falen als het over de aanpak van de klimaatcrisis gaat. Niet in theorie, want daarin zijn we bezig het probleem te beheersen. Klein doelt op de praktijk. Sinds de eerste klimaatonderhandelingen begonnen in 1990, zijn de emissies met 61 procent gestegen. Ze ziet de oprichting van een wereldwijd vrijhandelsregime, parallel aan de klimaatonderhandelingen, als een cruciale reden voor ons falen. "We moeten een economie hebben waarin de kwaliteit groeit van hoe we voor elkaar zorgen en die krimpt in de manier waarop we met grondstoffen omgaan."

Pioniers

Alberto Acosta (foto Sonia Goicoechea)

lberto Acosta, voormalig minister Energie en Mijnbouw van Ecuador en professor in de economie, zei dat het niet voldoende is om gewoon te zeggen dat we van het groeiparadigma af moeten. Exact daarom focust deze conferentie van 2014, de vierde in rij, op concrete stappen naar de nieuwe economie die moet groeien als de oude economie krimpt. In wetenschappelijke debatten, workshops en tal van participatieve formats wisselen pioniers op sociaal, technologisch, ecologisch en economisch vlak informatie uit over er wat er gaande is buiten de staat en de markt.

De werelden van peer-to-peer, transitienetwerken en klimaatrechtvaardigheid smelten hier allemaal samen. Dat de degrowth-beweging groeit – van 150 deelnemers zes jaar geleden naar 3000 nu – is geen tegenstrijdigheid. "Degrowth gaat over het krimpen van de economie gebaseerd op stijgende ontginning van niet-hernieuwbare hulpbronnen naar het groeien van al die kleine niches", volgens Michael Narberhaus. De instorting van de ontginningseconomie zou volgens recent onderzoek wel eens sneller kunnen gebeuren dan meestal wordt aangenomen.

De negatieve connotatie van het woord 'degrowth' zorgt ervoor dat veel mensen zoeken naar een ander woord, zoals 'post-groei': hoe de samenleving eruitziet als ze de "groei = goed voor iedereen"-mythe ontrafelt. De sfeer is hier ook allesbehalve negatief geladen. Silke Helfrich, die het populaire boek The Wealth of the Commons schreef, kreeg het publiek helemaal op de hand met haar verhaal over de wereld buiten de markt en staat. Dan was er Nnimmo Bassey, een Right Livelihood Award-winnaar (een soort Nobelprijs voor milieuactivisten) die een paneldebat begon met een mix van rap en poëzie waar hij het publiek bij betrok. Nnimmo praatte daarna over de verbanden tussen activisme rond klimaat rechtvaardigheid in het Zuiden en degrowth debatten in het Noorden. Ook de overvloed aan artiesten en de zorg voor een zo milieuvriendelijk mogelijke conferentie (quasi geen papier, volkskeuken met herbruikbaar eetgerei, veel milieuvriendelijke transportopties) droegen bij aan een creatieve hotspot vol positieve energie. Veel van de drieduizend deelnemers zullen huiswaarts keren met de missie om binnen de organisatie waar ze werken op een volgende interne vergadering dit op tafel te gooien: "We need to talk about degrowth".

Iedereen weet dat dit een harde noot om te kraken zal zijn. Een moderator met gevoel voor zelfrelativering zei dat het degrowth-debat tot nu toe vooral "een wetenschappelijke discussie van de bourgeoisie is", beperkt tot gekke professoren, linkse studenten en alternatieve media. Maar het potentieel om allianties te smeden is enorm, met naast de klimaatrechtvaardigheidsactivisten een op het eerste zicht onwaarschijnlijke partner: de vakbonden.

Werkgelegenheid

Hoe slaagde een degrowth-groep uit Engeland erin om een grote vakbond van de oliesector een memorandum te laten tekenen waarin staat dat de olie-sector over dertig jaar moet verdwijnen? Door met de basis over werk in de degrowth-economie te praten. Elke job die in de oliesector verdwijnt, moet vervangen worden door een job in de sector van de hernieuwbare energie – én het moet een publieke job zijn. Het gaat hier om gezondere jobs die werknemers ook een beter gevoel geven, een gevoel dat ze aan iets positiefs meewerken.

"Eenmaal de militanten mee waren, moest de top van de vakbond wel volgen," vertelde Jonathan Neale, van de UK 1 million climate jobs campaign. Of zoals ingenieur Willi Haas zei: "Politici zeggen altijd dat we BNP-groei nodig hebben, omdat we banen nodig. Waarom de destructieve omweg? Waarom niet gewoon direct de banen creëren?" Ongeacht wat de mainstream media vertellen, bestaat er wel degelijk onderzoek om die these te staven. Een recente studie van IDDRI laat zien dat er geen duidelijke correlatie tussen BNP-groei en jobgroei is. Het rapport stelt: "Voor auteurs van zeer verschillende overtuigingen is er geen noodzaak aan kortetermijngroei om werkgelegenheid te creëren. De grootste noodzaak is dat het beleid rechtstreeks voor werkgelegenheid zorgt."

De armste helft van de wereldbevolking bezit minder dan de 85 rijkste mensen op aarde. Thomas Piketty bewees dat deze trend zich in de 21e eeuw zal doorzetten als we niets doen aan de al stijgende ongelijkheid. Zelfs een aantal 'tot-inzicht-gekomen' rijken beseffen nu al dat ze daar niet mee zullen wegkomen. De degrowth-economie is daarom niet alleen nodig om over te schakelen naar een samenleving die binnen planetaire grenzen leeft. Ze is volgens arm en (sommige) rijk(en) ook nodig om een versnellend maar uiteindelijk zelfvernietigend proces van rijkdom concentratie tijdig te stoppen.

Degrowth zegt dat we voorbij de reductie van armoede naar de reductie van rijkdom moeten kijken. Ze stelt voor om te evolueren van groei van het BNP naar groei in welzijn voor iedereen. Of dat nu is door middel van buen vivir of transitiesteden of P2P (peer to peer) of bruto nationaal geluk: elke samenleving biedt mogelijk- en onmogelijkheden voor een bepaalde weg. Ashish Kothari en Alberto Acosta zeggen terecht dat we niet hetzelfde model voor iedereen nodig hebben. Geschiedenis en culturele waarden kun je niet buiten beschouwing laten.

Het doel van congressen zoals die in Leipzig is dat bewegingen, gemeenschappen, academici, vakbonden en andere niches in de civiele samenleving convergeren als rivieren tot een stroom – een stroom die door zijn gecombineerde sterkte de dammen van de oude economie afbreekt. En als de stroom overstroomt, kan ze het snel wegkwijnende landschap rondom weer vruchtbaar maken.


Nick Meynen is auteur bij EPO en werkt voor de Global Policies and Sustainability Unit van het European Environmental Bureau, de grootste federatie van milieu-ngo's in Europa.

Voor meer informatie en video interviews, kijk op de site van het European Environmental Bureau.

Vandaag op de hoogte van de wereld van morgen?